Home > Georgië > Van Amsterdam naar Tokyo > Reisverslag dag 20
1 mei 2016 - 8 augustus 2016 (100 dagen)
Als we de gordijnen open schuiven, schijnt de zon. Het ziet er buiten direct een stuk vrolijker uit. Ook de Enguri stuwdam ligt in het zonnetje. Een van de geologen geeft aan dat op de weg naar Mestia een uitkijkpunt is waar je ook het stuwmeer zelf kunt zien. Hiervoor moeten we heel even van de doorgaande weg af. Bij het ontbijt breekt de blinde paniek toe. Uit de gebaren begrijpen wij dat er geen ontbijt voor ons is. Het lijkt dat ze ingrediënten te kort komen. We moeten weg, wordt er gebaard. Weg, Weg. Over een uur kunnen we pas ontbijten. Net als we zelf wat brood willen aanschaffen, komen er eieren en brood. Toch nog een prima ontbijt. Op weg naar de dam staat een controlepost. Zouden we hier wel verder mogen? De bewaker komt aangelopen. We mogen verder, maar de auto moet buiten de poort blijven.
Vanaf een platform hebben we uitzicht op de 271 meter hoge stuwdam. Alleen als ik de dam vergelijk met een autobus en enkele auto's helemaal beneden, kan ik een voorstelling maken hoe hoog de dam is. Het meer er achter is immens. We volgen het meer. De bochtige weg gaat op en neer. Regelmatig zitten er flinke gaten in het weg. Zorgvuldig sturen we hier om heen. Hiervoor mijden we de andere weghelft niet. Langs de steile rotswand wordt gewaarschuwd voor vallende rotsblokken. Dat dit niet voor niets is blijkt al snel. Op verschillende plekken liggen rotsblokken op de weg. Niemand bekommert zich hier om zolang ze er maar om heen kunnen rijden. Wanneer we een tunnel in rijden, sijpelt het water door het dak naar beneden.
Het asfalt blijkt hierdoor aangetast en zit vol gaten. Dit hadden we niet verwacht. Ook de grote plassen in de tunnel niet. Flink remmen! Voorzichtig rijden we verder. De volgende tunnels rijden we iets voorzichtiger in. In een dorpje bestellen we koffie. Het zaakje heeft maar twee stoelen. We pakken twee extra stoelen uit onze landrover. Terwijl we de koffie drinken hebben we veel bekijks. Net na het middaguur rijden we Mestia in. Mestia is een bergdorp in het Kaukasus gebergte. In het dorp staan veel huizen met oude wachttorens. Deze torens werden vroeger gebruikt als woonhuis en als verdediging bij invallen. Op het centrale gezellige plein eten we onze lunch. Schoolkinderen bereiden een voorstelling voor op een podium, terwijl op de achtergrond de besneeuwde bergtoppen van de Kaukasus liggen. Het dorpje straalt een wintersport gevoel uit. Vanuit Mestia rijden we verder naar Ushguli. Mestia ligt op 1.400 meter hoogte. Ushguli op 2.200 meter. Ushguli is daarmee het hoogst continu bewoonbare bergdorp in Europa. Wij twijfelen of dit in de Alpen niet hoger is.
De weg er naar toe is slecht. Door de recente regenval van de afgelopen dagen is de weg er zeker niet beter op geworden. Het eerste gedeelte is nog verhard, maar de laatste vijfentwintig kilometer zijn onverhard. De weg zit vol met kuilen gevuld met regenwater. In een zeer rustig tempo rijden we over de weg. Onvoorstelbaar dat dit de enige route is die naar Ushguli leidt. De andere bergpas is nog afgesloten door sneeuwval. Beekjes stromen over de weg, plassen liggen over de breedte van de weg. Het is een ware uitdaging om hoger en hoger in de bergen te komen. Als we bijna bij Ushguli aankomen, na bijna drie uur rijden, zien we een camper met Nederlands kenteken staan. Als we stoppen, wordt er direct gevraagd: 'Zijn jullie van Hiero naar Tokio?'. Marleen en Roderick reizen met een oude Mercedes bus en hebben al eerder via internet contact gehad met ons. Zij noemen hun camper Circumbendibus. Vorige week zijn ze ook vrienden van ons tegen gekomen in Batumi en hadden over onze reis gehoord. Het is een kleine wereld. Zij kamperen in hun camper net buiten Ushguli. In het dorp was geen vlak stukje grond. Wij overnachten in een guesthouse in Ushguli. Net als in Mestia hebben de meeste huizen oude wachttorens staan. Het dorp doet armoedig aan en heeft iets weg van de Middeleeuwen. Toch is het een prachtige omgeving zo tussen de bergtoppen. Door de regenval zijn de straten veranderd in modderige paden. Geen wonder dat inwoners zich per paard verplaatsen. 's Avonds blijkt tijdens het eten dat er geen stroom is. Geen licht en geen warm water. Er zit niets anders op dan op tijd naar bed te gaan. Maar dat is na zo'n intensieve rit niet vervelend.