Home > Mongolië > Van Amsterdam naar Tokyo > Reisverslag dag 83
1 mei 2016 - 8 augustus 2016 (100 dagen)
Vroeg op want er staat een lange dag voor de boeg. Of eigenlijk weten we niet precies hoe de weg is en of het een lange of kortere reisdag gaat worden. Om iets over zevenen staan we gepakt klaar om weg te rijden uit Choibalsan. Na enkele kilometers asfalt rijden we de zandweg weer op. Het rijden op zandpaden gaat ons steeds beter af. Hoe breder de midden grasstrook tussen de bandensporen, hoe beter de weg. Anders auto's zagen immers geen reden om het spoor te verlaten. Waar nieuwe sporen beginnen liggen meestal kuilen. Tijdens regen proberen auto's met nieuwe sporen de waterpartijen te mijden. De nieuwe sporen rijden vaak goed maar kunnen ook onverwachte kuilen hebben. De sporen zijn nog niet platgereden. En de donkere plekken tenslotte zijn vaak kuilen omdat hier het water het langst staat. We hebben afgesproken onderweg regelmatig op elkaar te wachten. Wanneer we na een uurtje rijden stoppen, zien we geen motorrijders.
Zelfs niet na één uur wachten. We besluiten terug te rijden. Als we bijna weer terug zijn bij het punt waar we elkaar voor het laatst gezien hebben, kunnen we alleen maar concluderen dat zij hier niet zijn. Ze moeten ons via een ander spoor gepasseerd zijn. Op de kaart zien we een andere mogelijkheid die ze genomen kunnen hebben. We draaien weer en rijden ook weer noordwaarts. Dit heeft alleen wel veel tijd gekost. De zandweg gaat door een relatief eentonig landschap. Zowel links als rechts ligt grasland. Er zijn hier nauwelijks heuvels. Bomen zijn er al helemaal niet. Sporadisch staat er een ger in het landschap of een kudde koeien. Aan onze linkerzijde rijden we langs de spoorlijn. Dit is de spoorlijn naar Rusland. Zolang we deze lijn blijven volgen komen we vanzelf in Ereentsay. Dit is de grensplaats aan Mongoolse zijde. Verderop op de route komen alle sporen weer bij elkaar. We zien de verse afdruk in het zand van de banden van twee motoren. De motorrijders zitten zeker voor ons. Een geruststelling. Bij het Hoh Nuur meer ligt het laagste punt van Mongolië. Het is hier nog altijd ruim 500 meter boven zeeniveau. We rijden dwars door het grasland naar de oever van het meer. We denken een strandje op te rijden, maar zakken met de auto weg tot aan de assen. Wat we ook proberen, we graven ons alleen maar verder in de klei. Wat nu? Er is hier verder niets in de wijde omgeving. Er zit niets anders op dan alle bagage uit de wagen te halen en de klei voor de wielen weg te graven. Een vader komt met zijn zoon te paard aangereden. Ze moeten lachen om onze situatie. We hadden om dit drassige stuk heen moeten rijden, gebaren ze. Er komt ook een man aanrijden op een brommertje. Gezamenlijk proberen we de auto los te krijgen. Een van de mannen gaat hout halen in de ger om onder de wielen te leggen.
Hiermee krijgen we uiteindelijk de auto weer los. De mannen helpen ook nog even om de bagage naar de auto te brengen. We bedanken ze hartelijk. Door alle vertragingen rijden we pas tegen vijf uur Ereentsay binnen. Een nietszeggend grensplaatsje. De motorrijders staan al bij de grens. Misschien halen we de grensovergang nog vandaag. Dan moeten we voor zes uur bij de Russische grens zijn. Mongolië uit zou niet zo moeilijk moeten zijn. Toch blijkt er een probleem met de visa. De visa nummers komen niet voor in de computer. Ook wijst men op de datum entry before 20 july. Wij leggen uit dat dit is om Mongolië in te komen. Vanaf dat moment is het visum 30 dagen geldig. Het komt niet over, maar uiteindelijk zet men de stempels. De Russische grens sluit anders. In Rusland worden we vriendelijk onthaalt en krijgen weer de nodige formulieren om in te vullen. Alle registraties duren lang. Vooral de declaratie voor de auto lijkt een eeuwigheid te duren. De motorinhoud is niet goed ingevuld, het model staat niet vermeld en waar het motorbloknummer staat moet chassisnummer staan en andersom. Het formulier in tweevoud moet opnieuw ingevuld worden. Dit gaat altijd nog sneller dan de registratie in de computer. Ondertussen wordt buiten de auto gecontroleerd. De bagage staat naast de wagen. Tent, open! Het laten zien van de foto helpt deze keer niet. Toch hoeft de tent uiteindelijk niet open. Waarschijnlijk omdat het net begint te regenen. Om kwart voor acht 's avonds rijden we Rusland in. Helaas, de weg is ook hier onverhard. Samen met de regen maakt dit het niet prettiger. Na zo'n twintig kilometer komt er iets van asfalt. Of iets dat het vroeger geweest moet zijn. Zorgvuldig ontwijken we de kuilen. Door het golvend patroon komt de auto zo nu en dan in een cadans. We laten de snelheid zakken. In Borzya, tachtig kilometer voorbij de grens, stoppen we bij een hotelletje. Bij het binnen lopen van het restaurant worden we geweigerd. Geen korte broek! We mogen wel in een achteraf kamertje. Dit willen we niet. We trekken snel een lange broek aan. De ober helpt met de menu kaart. Alles is in het Russisch. Wij zeggen wat we willen eten en hij wijst op de kaart aan waar het staat. Een prima oplossing.