Home > Albanië > Van Amsterdam naar Tokyo > Reisverslag dag 9
1 mei 2016 - 8 augustus 2016 (100 dagen)
We besluiten vandaag om niet alleen naar Gjirokaster te rijden, maar daarna ook verder over de grens met Griekenland. We willen doorrijden tot Metsovo, zodat we de dag er na meer tijd overhouden voor Meteora. Net als we weg willen rijden, blijkt de motor van Milko niet meer te starten. Een accu probleempje. Met de startkabels uit Brutus wordt de accu weer aan de praat gekregen. Iets later dan gepland gaan we op pad. Vlak bij de camping ligt een terrein waar oude Mig straaljagers staan.
Het is niet duidelijk of we er bij kunnen komen, maar het is het proberen waard. Via een slechte onverharde weg vol kuilen komen we bij het militaire terrein. Het hek is gesloten en in de verte zien we direct militairen opstaan. Ze komen onze kant op lopen. Bij het hek gebaren ze dat we het terrein niet op mogen en dat we geen foto's mogen maken. Dit was te verwachten, maar toch is het jammer. Hopelijk maakt de dashcam ondertussen nog wel opnames. Via Fier rijden we richting Gjirokaster. Een route deels over een oude en slechte weg, maar ook voor een groot deel over een nieuwe snelweg. Tegen half twee rijden we Gjirokaster binnen. Via een zeer steile en smalle weg worden we door de navigatie naar het kasteel geleid. We rijden in de lage gear langzaam omhoog. Ik schat de hellingshoek meer dan 20 graden. Als we een haakse bocht moeten maken, besluiten we de auto te parkeren en te voet verder te gaan. Bouwvakkers wijzen ons naar een trap naar de ingang. Het kasteel van Gjirokaster is een kasteel uit de 12de eeuw en ligt tegen de berghelling. Sinds 2005 staat het kasteel en de binnenstad op de Unesco werelderfgoedlijst. Op het middenterrein van het kasteel staat een oud Amerikaans vliegtuig. De piloot kwam in 1957 in de problemen en moest landen in Albanië. Het vliegtuig werd geconfisqueerd. Aan de andere zijde van het kasteel staat een mooi Orthodox kerkje. Op de weg terug komen we langs de oude gevangenissen en de gewelven. Hier staan veel oude kanonnen en zelf een kleine tank.
Voor het kasteel eten we snel een lunch. De Qebab blijkt niet de verwachte kebab te zijn. Het is een soort soep met vlees. Niet heel bijzonder. Voor we de grens over gaan, tanken we de auto vol. We leggen alle resterende Leks bij elkaar en kopen hiervan brandstof. Enkele kilometers verder komen we bij de grens. Er is niemand voor ons. De Albanese douanier wenkt ons vanuit zijn huisje. Wij hadden de verkeerde doorgang gekozen. Hij zet een stempeltje in ons paspoort. Ook aan de Griekse kant gaat het snel. Ha Holland. Ajax of PSV Eindhoven?, vraagt de beambte lachend. Net als we door willen rijden worden we weer teruggeroepen. Er is nog een loketje. Als we achteruit terugrijden, komt iemand naar buiten dat het allemaal wel goed is. We mogen doorrijden. We zijn in Griekenland. Een brede glooiende weg loopt tussen de bergen door. In de dorpjes is het goed oppassen. Er staan veel flitspalen langs de kant van de weg. Dit terwijl het niet altijd even duidelijk is hoe hard we precies mogen. Vanaf Pedini nemen we de snelweg naar Metsovo. Een weg dwars door het Pindosgebergte. We passeren tunnel na tunnel. Uiteindelijk rijden we rond half zeven Metsovo binnen. Het is dan in Griekenland een uurtje later dan in Albanië. Om bij het hotel te komen moeten we een steile smalle weg in. Langzaam rijden we omhoog. Als we de bocht naar de parking willen maken, blijkt de auto te hoog voor de garage. Met toestemming parkeren we de auto strak voor de ingang van de garage. Er worden waarschijnlijk geen gasten meer verwacht vandaag. Metsovo is een klein bergdorpje waar de oude tradities van houtsnijwerk, borduurwerk, kaas en wijn bewaard zijn gebleven. Kinderen spelen voetbal op een veldje naast de kerk. Oudere mannen zitten gebroederlijk naast elkaar de dag door te spreken. De souvenirwinkeltjes sluiten hun deuren. Er hangt een gemoedelijk sfeertje in het dorpje.