Home > Griekenland > Van Amsterdam naar Tokyo > Reisverslag dag 12
1 mei 2016 - 8 augustus 2016 (100 dagen)
Als we de stad Xanthi uitrijden, nemen we ook afscheid van deze stad. Dit is zeker een plek waar langer blijven de moeite waard zou zijn. Bij een tankstation gebaart de bediende dat hij uit Rusland komt. Hij wil direct alles van onze reis weten, al spreekt hij geen woord Engels. Ik moet met hem mee naar binnen. De man bij de kassa, waarschijnlijk zijn baas, kijkt ook belangstellend naar de plannen. Hij spreekt wel wat Engels. Tourist? Vraagt hij. Voordat we weg kunnen rijden wordt onze voorruit nog even extra gepoetst. Net op de snelweg naar Turkije zien we een motorrijder aan de kant staan. Het is Milko. Zijn motor sloeg compleet uit toen hij de snelweg op draaide. We parkeren achter hem en zetten onze gevarenlichten aan. Het is geen fijne plek om stil te staan met verkeer dat met 130 km/u voorbij raast. Na enig zoeken blijkt de regelaar kortsluiting gemaakt te hebben. Met een nieuwe zekering en wat ingetapete draadjes, start de motor gelukkig weer. We zetten opnieuw koers naar Turkije. Bij de grens moet de achterbak open. Wat is dit?, wat is dat? De beambte kijkt in de bagageruimte en vindt het uiteindelijk allemaal wel goed. Waarschijnlijk ligt er zoveel in dat het niet mogelijk is alles te bekijken. Nadat ook het stempeltje in het paspoort staat, rijden we Turkije in. Het negende land op onze reis. De wegen zijn direct slechter. Veel gaten in het asfalt en hobbels van primitief gerepareerde weggedeelten. Ook de voorruit is lang niet schoon meer. Het lijkt wel of er vandaag extra veel insecten tegen de voorruit slaan. Ook een vogeltje komt net te laat omhoog. Sorry vogelliefhebbers. Dat het oppassen is op de Turkse wegen blijkt even verderop. Een bus is door de middenberm geschoten en in de berm gecrasht. Hij wordt net geborgen. Hopelijk zijn er geen slachtoffers gevallen. In Eceabat moeten we met de veerboot de Bosporus over. De veerboot van drie uur is al vol. We moeten één uur wachten. We pinnen alvast wat Lira en eten een broodje Döner aan de kade. We staan praktisch vooraan om de volgende boot op te rijden. Ook deze boot gaat helemaal vol, voornamelijk met touringcars met schoolkinderen. In ongeveer 25 minuten vaart de ferry ons naar het Aziatische deel van Turkije. We komen aan in de stad Canakkale. Net naast de haven, op de boulevard, staat een groot houten Trojan horse. We kunnen geen parkeerplaats vinden om even te stoppen. We rijden heel langzaam voorbij om een foto te maken. We rijden snel weer door als een agent aanstalten maakt om naar ons toe te komen. Het verkeer in Turkije is anders dan tot nu toe. Er wordt meer getoeterd in het verkeer en men maakt ook meer onverwachte manoeuvres. Inhalen, voor langs kruisen en vol in de remmen omdat ze ergens af willen slaan. Het blijft goed opletten. Zonder problemen komen we in Troje aan. Troje was voor de jaartelling een belangrijke vestingstad en diende als verdediging van de Bosporus. Troje kende verschillende tijdperken. Ieder rijk bouwde de stad uit op de vesting van het vorige rijk. Zo werd de stad groter en groter. Vooral in de tijd van Troy VI breidde de stad sterk uit.
De Grieken probeerden de stad talrijke keren te veroveren. Het verhaal gaat dat zij met een list met het houten paard hierin geslaagd zijn. Bij de ingang van Troje staat een 15 meter hoge replica. Leuk voor de foto om er even in te klimmen. Van de restanten van de oude Trojaanse rijken is weinig te herkennen. Borden geven aan hoe het er vroeger uitgezien moet hebben. Hier is enige inleving voor nodig. Net buiten de stad Troje in het plaatsje Tevfikiye zit een pension annex camping. De kamers zijn wat aan de dure kant. Omdat er regen dreigt en de eigenaar iets van de prijs af doet, besluiten we de kamers te nemen. De eigenaar serveert vervolgens een prima maaltijd. Als we naar bed gaan regent het flink.