Home > Kazachstan > Van Amsterdam naar Tokyo > Reisverslag dag 62
1 mei 2016 - 8 augustus 2016 (100 dagen)
Om acht uur ontbijten. Net op dat tijdstip komt ook een grote, hele grote groep, Kazakken ontbijten. Ik denk dat zij overnacht hebben voor een congres of zo. De rij voor het ontbijtbuffet blijft onverminderd lang. De enorme ontbijtzaal wordt tot de laatste stoel gevuld. Gelukkig wordt het buffet weer redelijk snel bijgevuld. Hoewel? Heel bijzonder is het buffet niet. In de supermarkt kopen we eten voor de avond. Als het lukt willen we kamperen bij het Akakol meer. De weg noordelijk is soms heel goed en even vaak vol met spoorvorming en kuilen. Men lost dit makkelijk op. Er wordt gewoon een bord geplaatst 'slecht wegdek' voor de komende tien kilometer. Binnen deze afstand staat wel weer een nieuw bord. Wanneer de navigatie aan geeft 'links aanhouden' en de rotonde op rijden, blijkt het links aanhouden tegen het verkeer in te zijn.
Direct een politieauto met zwaailicht. Documents! Met een boekje met verkeersborden wordt uitgelegd dat we op de verkeerde weghelft reden. Daar waren we zelf ook snel achter. Terwijl achterin de politiewagen nog de meloenen gelegd worden als buit van een ander slachtoffer, begint het spel bij ons. Stap in de auto, verzoekt de agent. Nee wij spelen het spel liever buiten de auto. Hij gebaart dat het rijbewijs in beslag genomen wordt en dat er een protocol uitgeschreven moet worden. Na twintig minuten proberen en dreigen mogen we weer door. Lachend zegt de agent, 'your are a bad driver!' Bij een restaurantje treffen we de motorrijders weer. Zij waren ons gepasseerd tijdens de controle. De koffie wordt geserveerd met een grote schaal koek, caketjes en snoepjes. Iedereen wil weten waar we vandaan komen. De eerst wat verlegen serveerster komt vragen of zij een selfie mag maken met ieder van ons. Natuurlijk. Bij de tweede kop koffie verschijnt er een schaal wortelsalade en een flinke schaal lamsvlees met aardappelen. De hele tafel staat vol. Wij hebben buiten de koffie niets besteld. Ook wordt er op aangedrongen dat we wat van de paardenmelk moeten proberen. Deze zure substantie laten we aan ons voorbij gaan. Bij het afrekenen hoeven we niet betalen. Jullie zijn onze gasten. Zelfs bij enig aandringen staat de familie er op dat wij niet betalen. We bedanken hen heel hartelijk. Wat een gastvrijheid. Het is nog ruim 180 kilometer rijden naar het Alakol meer. We vullen de brandstof weer bij. Dit is een lastig proces. Eerst moet je betalen, daarna kun je tanken. Dit betekent dat je zelf uit moet rekenen hoeveel brandstof er nog in de tank past. Je kunt dus niet gewoon vol tanken. We besluiten veertig liter bij te tanken.
Dat moet ruim voldoende zijn voor vandaag. Het Akakol meer is een natuurgebied ten oosten van Usharal. Het dorpje Akakol zelf, telt amper twintig huizen. Wanneer we bij de waterkant aankomen, heeft de locatie meer weg van een vuilstortplaats. Het heeft hier waarschijnlijk net flink geregend, want overal staan plassen. Niet echt een aantrekkelijke omgeving om de kamperen. De hond van het nabijgelegen huis vindt het wel leuk als we blijven. Hij komt ons enthousiast begroeten, maar wij denken er iets anders over. Verderop op de route ligt nog een plaatsje aan het meer: Kamiskala. Dit plaatsje is iets groter. In een klein winkeltje proberen we brood te kopen. 'Njet'. Misschien in de magazine verderop. De verkoopster wijst naar een bouwvallig gebouwtje. De deur staat open, maar de rest lijkt zwaar vervallen. Toch zit er binnen een soort supermarktje. Dit hadden we zelf nooit gevonden. Brood hebben ze helaas niet. De medewerkster loopt naar achteren en komt met een stuk brood aangelopen. Van haar zelf. We mogen het meenemen van haar. Wanneer we naar het meer willen rijden, blijkt de weg op te houden. Aan de overzijde van het water gaat de weg weer door. Er is geen verbinding meer, geeft een mevrouw langs de kant aan. We begrijpen er uit dat er vroeger een brug of ferry geweest moet zijn. Nu moet je ruim driehonderd kilometer omrijden om de andere zijde te bereiken. Ze waarschuwt ons ook dat er erg veel muggen bij het water zitten. Dit is jammer, want juist bij het water is een hele leuke kampeerlocatie. De muggen zwermen al direct om ons heen zodra we daar even uitstappen. We besluiten ons kamp op te slaan aan de zijkant van het dorpje. Met veel moeite scharrelen we hout bijeen voor een kampvuur. 's Avonds bereiden we de kip op het vuur. Onze eerste barbecue tijdens de reis. Verschillende mensen komen kijken wat er aan de hand is. Selfie? Of ze een selfie mogen maken. Natuurlijk. 'Instagram, Instagram', waarschijnlijk worden er verschillende foto's van ons gepost. Hoewel het weer al de gehele avond dreigend is, blijft het droog tot we de tent in gaan.