Home > Turkije > Van Amsterdam naar Tokyo > Reisverslag dag 15
1 mei 2016 - 8 augustus 2016 (100 dagen)
Ik heb vannacht prima geslapen. Ik heb zelfs de pal naastgelegen moskee oproep rond half vijf niet gehoord. Ik loop de trap af om te kijken of mijn was droog is. De twee nog wat vochtige shirtjes hang ik nog even in het zonnetje. Na het ontbijt nemen we afscheid van de hospita. Vanuit Safroubolu rijden we eerst in noordelijke richting. Hier moet een oud aquaduct liggen, maar we kunnen het niet op de kaart vinden. Na ongeveer zeven kilometer staat er alleen een bordje naar 'kristal teras'. We volgen de bewegwijzering. Bij het parkeerterrein staat het vol met auto's en bussen. Deze mensen zijn niet via dezelfde route gekomen als wij. Daar reed verder niemand. We volgen de lokale toeristen naar een loketje. Zou het aquaduct hier ook zijn? Als we het vragen, blijkt dit een glazen platform te zijn boven een canyon en ligt het aquaduct aan de andere zijde van het parkeerterrein. Door de krassen in de doorzichtige ondergrond heeft het platform iets aan haar waarde verloren, maar het uitzicht vanaf het platform is prachtig. Er staan zeker tachtig mensen op het platform. Hoeveel zouden er op kunnen? Als ik een beetje spring, beweegt het platform, tot ongenoegens van omstanders. Het aquaduct stamt uit de Byzantijnse tijd, maar is in de 18de eeuw volledig gerestaureerd. Het aquaduct werd vroeger gebruikt om water te transporteren naar Safranbolu. Na dit bezoek zetten we koers richting Amasya, ruim 350 kilometer verderop.
Bij het tanken is de bediende vol lof over onze eindbestemming. Hij praat onafgebroken in het Turks en heb ik nauwelijks een idee wat hij bedoelt. De snelweg gaat ook vandaag door verschillende dorpjes. Het blijft een wir-war van snelheidslimieten. Vooral bij wegwerkzaamheden zijn de borden regelmatig tegenstrijdig. Bij de politiecontroles ontspringen wij iedere keer de dans. Wel worden auto's achter ons er uit gehaald. Misschien willen ze het taalprobleem ontlopen of worden toeristen ontzien? In Tusla, ongeveer halverwege de route, rijden we het stadje in. In een klein eettentje gaan we lunchen. Uit de kaart worden we niet veel wijs. De vijf personeelsleden, best veel voor zo'n klein zaakje, prijzen van alles aan. Uiteindelijk kiezen we wat vanuit de vitrine. De gerechten gaan de met hout gestookte oven in. Rond vier uur rijden we Amasya binnen. Aan de noordkant van de Yesilimak rivier staan de oude Ottomaanse huizen. Ze weerspiegelen prachtig in het water van de rivier. Net achter en boven deze wijk liggen de Ponitische koningsgraven. De Tombs of the Pontin Kings zijn hier uit de rotsen gehouwen. Terwijl we naar boven klimmen, worden we vergezeld door talrijke schoolkinderen. De graven zelf zijn niet zo heel bijzonder, maar het uitzicht vanaf de heuvel is fabelachtig mooi. Net op het moment dat we van het uitzicht genieten, begint de oproep voor het gebed. Niet vanuit één moskee, maar vanuit tientallen moskeeën. Het geluid echoot over de stad. Het hotel ligt vlak bij de tombes. Het valt nog niet mee om hier met de auto te komen. De straat die we in moeten rijden, is afgesloten met een slagboom.
Als we een politieagent wijzen op ons hotel gaat de boom open. We rijden door een smal straatje naar ons hotel. De eigenaar staat ons al op te wachten. Hij staat met zijn iPad foto's van ons en onze auto te maken. Een medewerker krijgt de opdracht ergens bier voor ons te gaan halen. We gaan zitten op de binnenplaats. Voor we er erg in hebben staan er ook verschillende hapjes op tafel. Via Google translate begrijpen we dat er op één van de schaaltjes gebakken kikkererwten liggen. Vanuit de hotelkamer horen we later op de avond gejuich. Voetbalsupporters kijken massaal naar de laatste Turkse competitiewedstrijd van het seizoen. Telkens als er gescoord wordt, klinkt er een hard gejuich door de stad. Bezitas wint met 3-1 en is kampioen geworden van Turkije. Luid toeterend rijden de auto's door de straten. Mensen hangen met vlaggen uit de auto's. Tot laat in de avond gaat het feest door.