Home > Oezbekistan > Van Amsterdam naar Tokyo > Reisverslag dag 41
1 mei 2016 - 8 augustus 2016 (100 dagen)
Milko heeft problemen met zijn motor. De uitlaat verbinding, die in Baku gerepareerd was, zit weer los. Ook heeft hij problemen als hij op wil trekken. De motor heeft dan minder power en slaat zelfs af. Dit moet eerst gerepareerd worden voordat we verder kunnen rijden. Terwijl de motorrijders de motor van Milko onder handen nemen, zetten wij de stoeltjes voor het hotel. Er zit even niets anders op dan te wachten
. Wel maken we van de gelegenheid gebruik om Brutus te controleren. Alle niveaus zijn in orde. In de luchtfilter treffen we naast talrijke insecten ook een vlinder en een steentje aan. Geen idee hoe zo'n steentje in de opening van de snorkel gekomen is. We maken de filter schoon en plaatsen hem terug. Rond half drie is er witte rook van de motorrijders. De uitlaat is weer gerepareerd en de brandstoffilter is schoongemaakt. De mannen kiezen er voor om vandaag niet meer te rijden en morgenochtend heel vroeg op pad te gaan. Zij geven de voorkeur om de lange dag naar Dushanbe in één dag af te leggen. Wij besluiten nu alvast een stukje te rijden en onderweg de stad Shachrisabz aan te doen. De stad waar Timur Lenk in de 13de eeuw zijn paleis had. Rond het mausoleum is het totaal veranderd in vergelijking met mijn bezoek vier jaar geleden. Luc had hier gisteren al voor gewaarschuwd.
Er ligt een groot park tussen het mausoleum en het voormalige paleis. Langs de kant worden allemaal nieuwe winkels gebouwd. Deze vernieuwing komt de sfeer niet ten goede. Het mausoleum zelf wordt ook gerestaureerd. Enkele deuren staan open door de werkzaamheden. Wij glippen naar binnen om te kijken. Aan de andere kant van het park staat het paleis en het standbeeld van Timur Lenk. Daarna gaan we op zoek naar een eetgelegenheid in Shachrisabz. Rond het paleis ligt alleen nog maar nieuwbouw. De restaurants zijn nog niet open. In het oude centrum zien we een klein restaurantje. Mannen zitten op ligbanken aan de thee. Ze wachten tot de zon onder gaat in verband met de ramadan. Zouden wij hier nu wel eten kunnen bestellen? De wat stevig uitgevallen ober knikt bevestigend. Half zittend en half liggend op een ligbank eten we een soep en lachman, een soort spaghetti. We besluiten aansluitend nog 90 kilometer door te rijden tot Guzar. Hierdoor hoeven we morgen maar 300 kilometer af te leggen tot Dushanbe. Bij een uitkijkpunt langs de kant van de weg komen direct verkopertjes aangesneld.
De jongetjes verkopen noten. We kopen een zak met pistache noten. Lekker voor vanavond. In Guzar kunnen we geen hotel vinden. Er zal toch wel een overnachting zijn? Als we het vragen, worden verschillende mensen bij onze vraag betrokken. Een man wenkt vanuit zijn auto. 'Volg mij maar', maken wij er uit op. Hij wijst ons even verder de inrit van een hotel. De portier doet het hek open. We parkeren de auto. De portier komt aangesneld. We staan niet goed geparkeerd. Net als hij aanwijzingen wil geven waar te parkeren, start Brutus niet meer. Het klinkt alsof de accu leeg is. De portier helpt de auto in een parkeervak te duwen. Met de beide accu's is niets mis als we ze doormeten. We hebben geen idee wat er aan de hand kan zijn. Zou het door de hitte komen? Na enkele minuten start de auto weer als vanouds. Vreemd. Het hotel lijkt meer op een sportinternaat. Het hotel ligt rondom sportfaciliteiten. Binnen zijn kleine kamers met een gedeelde doucheruimte. We denken eerst dat de man een grapje maakt als hij zegt dat het toilet buiten is. Maar als hij naar de andere kant van de parkeerplaats wijst, blijkt het echt te kloppen. Meer dan een gat in de grond is het niet. Hoewel het hotel simpel is, is het een prima plek om te slapen. Op het parkeerterrein klappen we de stoeltjes uit en genieten van de nootjes en een biertje. Het blijft lang zwoel warm buiten.