Home > Oezbekistan > Van Amsterdam naar Tokyo > Reisverslag dag 42
1 mei 2016 - 8 augustus 2016 (100 dagen)
Het lukte de grote ventilator nauwelijks om het iets koeler in de kamer te krijgen. In het bed zat een vreemde middenbalk. Ik probeerde zo te gaan liggen dat ik er geen last van had. Echt goed heb ik niet geslapen. 's Morgens halen we met de laatste som's wat eten in de plaatselijke supermarkt. Dit valt niet mee voor omgerekend 1 euro 20. Om half negen rijden we het terrein van het hotel weer af. De auto start zonder problemen. De weg richting de grensplaats Termiz nabij de grens met Afghanistan is een rode route op de kaart. Een doorgaande weg. Zoals eerder in Oezbekistan is dit geen garantie voor een goede weg. Sommige stukken zijn goed, afgewisseld met stukken vol met kuilen. Door de kleine taxibusjes te volgen, die mensen oppikken en weer afzetten, rijden we over de beste stukken. Zij kennen hier de weg uit hun hoofd. Plotseling een prima stuk vierbaansweg met strak asfalt. Lekker vaart maken. Even plotseling als het stuk begon houdt het ook weer op. De weg gaat over met een diepe kuil in een gravel road. Vol in de remmen. Toch rijden we nog met een vaartje van zestig, zeventig de kuil in. Sorry Brutus. De wielen moeten losgekomen zijn. Wij houden ons hart vast voor de gele route, die we zo'n vijftig kilometer moeten volgen. Hoe zou die route zijn? Net na een politiecontrolepost, waar alle gegevens weer geregistreerd moeten worden, slaan we links af. Een agent geeft nog mee dat Frankrijk vannacht de openingswedstrijd van het EK gewonnen heeft. 'Holland no', zegt hij, terwijl hij met zijn armen een kruis vormt. Nee, Holland doet niet mee. De weg naar Termiz gaat hier rechtdoor. Tot onze verbazing is juist deze gele route redelijk goed. Waarschijnlijk is dit stukje gewoon recenter geasfalteerd. Wij klagen niet. Plotseling worden we ingehaald door een heftig gebarende man in een klein wit autootje. Hij wil dat we stoppen. Hij komt ons een handje geven. Hij loopt terug naar zijn auto. Hij komt terug met een vijf liter waterfles. Voor ons, voor onderweg. Even snel als hij stopte, rijdt hij ook weer door. Grappig. Weer terug op het laatste stukje rood naar de grens, nemen ook de kuilen weer toe. Ook de politiecontroles nemen toe. Hoewel wij vaak gewoon door mogen rijden, moeten we nog wel twee keer naar de kant voor registratie. Om half drie arriveren we bij de grens van Oezbekistan en Tadjzikistan. Het papierwerk verloopt vlot, maar bij de controle van de auto, stuiten de beambten op de medicijnbox. Op de inventarisatielijst staat codeïne. Omdat dit niet toegestaan is in Oezbekistan en als drugs gezien wordt, hebben we dit al eerder verwijderd. Het staat echter nog wel op de lijst.
De gehele koffer wordt leeggehaald. Wij geven aan dat het er niet meer in zit. Een douanier, die redelijk Engels spreekt, komt uitleggen dat ze de Landrover gaan doorzoeken. Mochten ze het toch tegen komen dan wordt dit gezien als een drugsdelict. Ondertussen worden ook de telefoons bekeken. Of wij pornografische video's op de telefoon hebben staan? Niet bewust, maar via Whatsapp komt er nog wel eens wat binnen. De man is behendig in het bedienen van de telefoons. Ik denk dat hij beter weet hoe mijn telefoon werkt dan ikzelf. Op één van de telefoons treft hij een sexualiteit getinte video aan. 'Problem, problem', zegt hij. De telefoon moet mee naar binnen. De tweede jongen gaat dapper door met het doorzoeken van de auto. De bagage wordt doorzocht, de drone, de klapstoelen en camera's. Hij lijkt het meeste geïnteresseerd in de foto's van Turkmenistan op de camera. De gascrater heeft hij waarschijnlijk niet eerder gezien. Wanneer de motorrijders ook de grens naderen en hij merkt dat wij bij elkaar horen, is hij klaar met het doorzoeken. De auto is akkoord en moet verderop parkeren. Binnen is het telefoonverhaal nog gaande. Voor het illegaal invoeren van porno moet een boete betaald worden. Hiervoor wordt in het Russisch een brief opgesteld. Deze moet weer vertaald worden door één van de medewerkers. Anders hebben we geen idee wat ondertekend moet worden. Alles duurt en duurt. Uiteindelijk rijden we bijna vier uur later Oezbekistan uit en hebben we een boete van 20 dollar gekregen. Wat een verschil bij de Tadzjiekse grens. 'Welcome in Tadzjikistan', klinkt aan de grens. Bij de registratie van de auto, blijkt het declaratie formulier niet nodig te zijn. De man pakt het van mij aan, maakt er een prop van en gooit het argeloos door het open raam naar buiten. OK dan niet. De stempel in mijn paspoort krijg ik wel. Even verder krijg ik twee formulieren voor de auto. Krijgen? Voor beide moet betaald worden. We moeten omgerekend iets rond de twee euro betalen. De formulieren zijn in het Russisch. Ik maak er uit op dat minimaal één voor 'garantuee' is. Zou dit een soort verzekering zijn? Bij het derde loket, de registratie van de auto in het computersysteem, treedt vertraging op. De stroom valt uit. Niemand lijkt zich er druk om te maken, behalve dat ook de televisie er mee gestopt is. We moeten wachten tot de stroom er weer is. Ook de slagboom kan niet meer open of dicht. In een restaurantje bij de vrachtwagenchauffeurs kopen we wat te drinken. Vrachtwagenchauffeurs willen weten waar we vandaan komen?, waar we naar toe gaan? Nadat de stroom hersteld is, kan de registratie afgerond worden. Voor de tijdelijke import van de auto moet 25 dollar betaald worden en wordt de auto bij de politie geregistreerd. Om acht uur rijden we Tadzjikistan binnen. Langzaam wordt het al schemerig. De weg is verrassend goed. Er zijn geen kuilen of bulten in de weg en zo nu en dan staan er zelfs lantaarnpalen. Dit hadden we niet verwacht in Tadzjikistan. In het donker rijden we Dushanbe binnen. Bij het centrale plein stoppen we even om te kijken hoe we bij het hotel kunnen komen. Direct komt er een agent aan lopen. Als we de auto aan de zijkant parkeren, mogen we wel een foto maken van het standbeeld op het plein. De agent maakt foto's met onze camera's. Ook mogen we achter het standbeeld foto's maken. Daar, afgezonderd van de andere mensen, komt de onvermijdelijke vraag. 'Money, money?' Het blijft wat vreemd om dit uit de mond van een agent te horen in plaats van een bedelaar. Net om de hoek van het hotel zit een gezellig restaurant. Omdat het al laat is besluiten we ook morgen in Dushanbe te blijven. Een lekker gevoel om morgen even rustig aan te doen. Ik ben moe.