Home > Tadzjikistan > Van Amsterdam naar Tokyo > Reisverslag dag 49
1 mei 2016 - 8 augustus 2016 (100 dagen)
Ik heb het koud 's nachts. Serieus koud, terwijl ik al mijn thermokleding al aan heb. Ik schat de buitentemperatuur op deze hoogte maar net een paar graden boven het vriespunt. Ik moet moed verzamelen om 's nachts naar het toilet te gaan. De bijna volle maan verlicht het kale berglandschap. Een prachtig gezicht onder de sterrenhemel. Lang blijf ik niet kijken. Snel duik ik mijn warme slaapzak weer in. De volgende morgen, bij het openen van de tent, kijken enkele marmotten mij aan.
De nieuwsgierige beestjes blijven op een voor hen veilige afstand. Ik was mij in de beek. De beek is de doorvoer van het Bulunkul meer en het Yashilkul meer. Ik ben direct wakker door het koude bergwater. Nadat we de auto weer ingepakt hebben, rijden we over een karrenspoor naar het Yashilkul meer. Dit meer is ooit ontstaan na een landverschuiving. Het helder blauwe water steekt prachtig af tegen de bergen. Wat een mooie locatie. Ook het kleinere Bulunkul meer ligt er mooi bij. De besneeuwde bergtoppen weerspiegelen in het licht rimpelende wateroppervlak. We rijden nog even het plaatsje Bulunkul in. In het winkeltje hadden we karton gezien. Misschien kunnen we dit als kentekenplaat gebruiken. We mogen een stuk van een bananendozen afsnijden. Iedereen is bezig met onze kentekenplaat. De buurjongen die ons gisteren een brood bracht, gebaart dat we moeten wachten. Hij gaat naar binnen en komt met een nieuw brood aan. Vers dit keer.
We bedanken hem hartelijk. Bij het opdraaien van de M41, de Pamir Highway, valt de kwaliteit van de weg tegen. We hoopten dat het asfalt goed zou zijn. Naast de kuilen en gaten golft het asfalt behoorlijk, waardoor onze auto begint te stuiteren als we te hard rijden. Veel harder dan veertig kunnen we niet. Door het gehobbel en waarschijnlijk ook door de hoogte voel ik een lichte hoofdpijn. Jammer, want het uitzicht op de bergen is wederom schitterend. We passeren een canyon. Vanaf de rand bekijken we de diep uitgesleten kloof. Vanuit de andere rijrichting nadert een motorrijder. Hij stopt. Het is Sven uit Nederland. Hij rijdt op de motor van China naar Nederland. Hij heeft gisteravond van de motorrijders al over ons gehoord. Op de zijkant van zijn motor staat al 'Van Hiero naar Tokio' geschreven. Sven gaat nog naar Azerbeidzjan en hij wil graag ons Azerbeidzjaans geld overnemen. Handig! Halverwege de middag naderen we Murgab. Bij de controle- en registratiepost voor het dorp, valt men over het ontbreken van de kentekenplaat.
De politie moet eerst gebeld worden voordat wij verder mogen, zeggen ze. Waarschijnlijk hebben beide mannen geen zin om te bellen. We mogen toch doorrijden. Hang wel iets op met jullie nummer, adviseren ze. Dit waren we al van plan met de kartonnen plaat. In het centrum van Murgab zijn we verbaasd om Milko daar aan te treffen. We hadden begrepen dat de mannen al door waren naar Karakul. Milko was nog even een foto aan het maken. Wilco dacht dat hij al weg was en is al gaan rijden. Door een gebrek aan telefoondekking konden ze elkaar niet meer bereiken. Het gevolg: Wilco staat in Karakul. Milko is teruggekeerd naar Murgab. Wilco kan in Karakul geen benzine krijgen. Er zit niets anders op dat hij daar blijft en dat wij morgen een extra jerrycan benzine voor hem mee nemen. In het Pamir hotel in Murgab komen alle toeristen samen. Ook Reinier en Anna komen aanrijden. Vier Zwitserse fietsers die we onderweg ontmoet hebben arriveren en verschillende Russische motorrijders slapen hier. In de kamer hangt 's avonds een vieze lucht. De uitlaatgassen van het aggregaat komen precies uit in onze kamer. Het gebroken raam kan niet afgesloten worden. We kunnen naar de naastgelegen kamer verhuizen. We laten de bagage staan en verkassen alleen van bed.