Home > Kirgizië > Van Amsterdam naar Tokyo > Reisverslag dag 56
1 mei 2016 - 8 augustus 2016 (100 dagen)
We gaan op pad voor het laatste stukje door Kirgizië. We rijden nog ruim een uurtje door langs het Issyl Kul meer. Het water is vandaag veel rustiger. Aan de overzijde van het meer zijn nu ook de besneeuwde bergtoppen te zien. Het stadje Karakol is de grootste stad rond het meer.
Het plaatsje ligt aan de oostzijde van het meer. We gebruiken deze plaats alleen om inkopen te doen, koffie te drinken en de brandstof bij te vullen. Daarna zetten we via Tyup koers richting de grens. De kwaliteit van de weg is opvallend goed. Pas de laatste 25 kilometer tot de grens, wordt de weg onverhard. Althans er heeft hier voorheen wel asfalt gelegen, maar als op zoveel plaatsen, het rijdt beter in de berm dan door de kuilen in de weg. Precies rond twaalf uur naderen we de grens. Op het smalle weggetje, staan vier slagbomen achter elkaar. Kirgizië uit gaat relatief snel. Er is één auto voor ons. Het stempeltje is snel gezet en een controle van de bagage is niet nodig. Aan de Kazakse zijde kost het meer tijd.
Er staat een rij mensen voor het douane-loketje. Nadat we ook hier een stempeltje hebben, volgt de controle van de auto. Praktische iedere kist en ieder vakje moet open. Toch kost het ons alles bij elkaar maar anderhalf uur om beide grensposten over te komen. We zijn officieel in Kazachstan. Net voorbij het grensplaatsje Kegen stoppen we langs de kant van de weg voor een lunch. Heerlijk in het zonnetje. Daarna zetten we koers naar de Kolsai meren. Dit is nog een flinke trip. Niet zozeer qua afstand, maar de weg is slecht. Heel slecht. We rijden ruim tachtig kilometer over onverhard terrein. Dit kost uren. Onderweg treffen we een oude truck met Kazakken. Zij willen weten waar we naar toe gaan en of we wodka willen? Nou nu nog even niet. Lachend stappen zij weer in en rijden verder. Wij ook. Vanaf het dorpje Saty is het nog twaalf kilometer over een zandpad naar het Kaindy meer. De weg is niet veel meer dan een karrenspoor. De tegemoet komende auto's kunnen we via de bermen passeren. Plotseling staan we bij een rivier.
Van andere chauffeurs begrijpen we dat we beter de rivier verderop kunnen passeren. Hier is het water te hoog. We rijden een stuk door de rivier bedding. Voor de motoren is het een uitdaging. Gelukkig halen zij zonder problemen de overzijde van de rivier. Even verderop hebben zij het makkelijker. De brug over de rivier is deels weggevaagd. Motoren kunnen er over, maar voor onze Landrover is de brug te smal. We moeten opnieuw door de rivier. De voorzijde van de auto gaat onder water. Zonder problemen rijdt Brutus aan de andere zijde weer omhoog. Tegen zeven uur naderen we de toegang van het Nationale park. Hier moet toegang betaald worden. Daarna volgen de laatste kilometers naar het Kaindy meer. Het Kaindy meer is in 1910 ontstaan bij een landverschuiving. De bomen die op de plek van het huidige meer stonden, staan nog altijd als rechte pilaren in het meer. Een bijzonder gezicht in combinatie met het helder blauwe water. In de nabijheid van het meer kamperen meerdere mensen. Veel lokale Kazakken zijn speciaal voor het weekend naar deze plek gekomen. Na het eten sluiten we aan bij een kampvuur. Enkele van de mannen spreken een beetje Engels. Direct krijg ik vodka aangeboden. Er wordt gezongen, gelachen en gedronken. Een mooie kennismaking met de Kazakken.