Home > Kirgizië > In de voetsporen van Marco Polo > Reisverslag dag 44
28 april - 1 juli 2012 (65 dagen)
Bij het uitrijden van Karakol merk ik al direct dat we vandaag niet zo'n haast hebben. Ik overnacht vannacht in een yurt en ik denk dat we daar niet al te vroeg kunnen aankomen. Zo'n vijfentwintig kilometer buiten Karakol slaan we af richting Jeti Oguz. Langs de weg ligt een roodzandstenen rotsformatie. De hoge rots is precies in het midden gespleten. De rots heeft hierdoor de vorm van een gebroken hart. Aan de andere zijde liggen de Seven bulls rotsen. Zeven grillig gevormde rood zandstenen rotsformaties. Door de vorm wordt deze rotsformatie in de volksmond de Seven bulls genoemd. Het is bewolkt vandaag. Het zou mij niet verbazen als er zelfs een spat regen zou gaan vallen. Door het bewolkte weer zijn de foto's van de rotsen erg donker.
Met de bus ga ik verder de vallei in. De weg volgt een snel stromend beekje. Af en toe gaat de weg aan de andere zijde verder en gaat de bus over een houten brug. Aan weerszijde zijn hoge bergen. Ik zie verschillende nomadenfamilies langs de kant van de weg. Zij zitten rond hun yurts. Aan het einde van de vallei stap ik uit. Ik trek er op uit en volg in mijn eentje het karrenspoor verder de bergen in. Prachtig om zo in de stilte van de vallei te lopen. Ik word toegewuifd vanuit een yurt. Als ik dichterbij kom, blijkt het een groep jongeren uit Bishkek te zijn. Of ze met mij op de foto mogen? Ook laten ze mij de yurt zien, die ze gehuurd hebben voor het weekend. Verderop zitten drie jongetjes langs de kant van de weg. Op een grote steen spelen zij een soort kaartspelletje. Ik kijk even met ze mee, maar begrijp weinig van het spel. Zij moeten lachen. Het begint een klein beetje te spetteren. Ik keer om en loop terug naar de bus. Daarvandaan volg ik lopend het watertje tot ik weer helemaal terug ben bij de Seven bulls rotsen.
De mensen die ik tegenkom zwaaien enthousiast, auto's toeteren en een man op een paard komt naar me toe om een handje te geven. Op een stukje gras langs het bergbeekje pak ik mijn lunchpakket. 's Middags passeer ik een dorpje om wat inkopen te doen voor de komende dagen. In een plaatselijk café bestel ik een biertje. Het flesje wordt eerst gekocht in de nabij gelegen supermarkt, alvorens het geserveerd wordt. Daarna zet ik koers richting het yurtenkamp. Ik rijd langs het Issyk Kul meer aan de zuidzijde. Het blauwe water ligt er prachtig bij. Langs de oevers van het meer staan veel resorts uit de Russische periode. Veel van deze gebouwen zien er vervallen uit. Aan de westzijde van het meer buigt de weg af. In het dorpje worden we al verwacht. Een personenauto rijdt voor ons uit de bergen in. Net buiten het dorp passeer ik de vuilstortplaats en een begraafplaats. Daarna gaat de zandweg dieper de vallei in. Ik zie op de groene velden verschillende groepjes yurts staan. Ik stap uit bij een groepje tenten tegen de berghelling aan. Ik word hartelijk ontvangen door de familie. Er zijn vier yurts beschikbaar om in te slapen. Ik had de tenten iets minder primitief voorgesteld. De yurts zijn echt authentiek. Ik praat wat met de familie. Ik laat mijn fotoboekje uit Nederland zien en ik moet verschillende mensen op de foto zetten.
's Avonds steekt er een frisse wind op. Het wordt koud. Het tentenkamp ligt op 2.600meter hoogte en dat is goed te merken aan de temperatuur. Ik trek snel mijn trui aan en doe mijn jas aan. Als de schemer al invalt, komt er een wagen aangereden met een yurtpakket in de laadklep. Iedereen komt helpen om de yurt op te zetten. Ik ook! Ik houd een van de zijkant vast, terwijl met touwen alles aan elkaar gesjord wordt. Nu merk ik pad goed hoe koud het is. De rand staat, maar nog niet tot ieders tevredenheid. Er volgt een discussie en het touw wordt weer losgemaakt. Ik houd het voor gezien. Ik ga naar mijn eigen yurt. Ik kruip in mijn lakenzak met verschillende dekens er overheen. Buiten begint het te regenen. Ik hoor de druppels op het yurtdak. Hoewel het pas negen uur is, val ik snel in slaap.