Home > Turkije > In de voetsporen van Marco Polo > Reisverslag dag 7
28 april - 1 juli 2012 (65 dagen)
Ik ben op weg naar Göbekli Tepe. Een prehistorische archeologische site, die pas sinds 1995 blootgelegd is. Als ik naar de opgravingen loop, zie ik verschillende ronde uitsparingen. Hier staat een van de oudste tempels ter wereld. Waarschijnlijk is de site 11.500 jaar oud. Het is bijzonder dat met in die tijd al zo goed in staat was om zulke strakke pilaren te maken. De pilaren zijn versierd met afbeeldingen van dieren. Terug in Sanliurfa wandel ik het stadje weer in. Ik volg de route naar de citadel. Als ik een theehuis passeer, gebaren mannen op het terras dat ik moet komen zitten. Snel wordt een tafeltje met een laag krukje geplaatst. Ik ben een bezienswaardigheid tussen de grote groep Turkse mannen. Het is vrijdag en veel mensen maken zich op voor het gebed. Ik volg de mensen naar de moskee. Ik loop de binnenplaats op. Hier is de ingang van de grot waar profeet Abraham geboren zou zijn. Hij is hier als kind jaren verborgen gehouden als toekomstige koning. Ik twijfel even of ik deze heilige bedevaartsplaats binnen mag. Op mijn twijfel, gebaren mannen dat ik hen gewoon moet volgen. We nemen de manneningang. De toegang kost 1 lire, maar bij de ingang hoef ik, om voor mij onduidelijke redenen, niet te betalen. Ik volg de mannen onder een klein poortje door. In de ruimte is de grot zichtbaar.
Er wordt gebeden op deze heilige plek. In de moskee wordt het ondertussen steeds drukker. Het vrijdaggebed gaat bijna beginnen. Op het binnenplein zijn kleden uitgerold. Hierop zitten mannen klaar voor het gebed. Ik loop via het park door naar de heilige visvijver. Door het gebed van Abraham zijn kolen veranderd in vissen. De karpers in de vijver zijn daarom heilig en worden door gelovigen gevoerd. De Rizvaniye moskee weerspiegelt prachtig in de vijver. Het valt mij op dat de mensen rond de vijver, in prachtige kleurrijke kleding lopen. Vooral de paarse hoofddoekjes zijn opvallend. Via de rozentuin nader ik de trap naar de citadel. Ik klim naar boven. Van boven heb ik een mooi uitzicht over de stad Sanliurfa. Ik bekijk de twee hoge pilaren op de citadel, die behoren bij de Throne of Nemrut. Ik verlaat de citadel weer via een oude tunnel. Een lange trap in de muur van de citadel brengt mij weer beneden. In de bazaar loop ik tussen de smalle straatjes door vol met kraampjes. Een gezellige buurt. Ik ga op zoek naar de karavanserai. Het is mij in het doolhof van straatjes niet helemaal duidelijk waar ik heen moet. Dit is geen probleem, want iedereen wijst al in de richting. Even later bereik ik de binnenplaats van de oude karavanserai.
Waar hier vroeger kamelen konden rusten, is nu een gezellig terras van het theehuis. Aan de tafeltjes worden door mannen verschillende spelletjes gespeeld. Ik bestel een thee en neem op het plein plaats. Vriendelijk wordt er om mij heen geknikt. Aan de oude gezichten van de mannen is het zware leven te zien. Via de bazaar vervolg ik richting de oude stad. Een doolhof aan kleine straatjes. Ik loop links, ik loop rechts. Al snel trek ik de conclusie dat ik verdwaald ben. Ik vraag een paar keer de weg, terug naar de doorgaande weg. Via deze weg kom ik weer bij het hotel. Snel pak ik zwembroek en handdoek. Ik ga naar het badhuis, de hamman. Als ik de hamman binnen stap, kijkt iedereen wat onwennig. Ik ook. Maar al snel wordt met gebaren een kleedhokje aangewezen. Met alleen een doek om, volg ik de oudere man naar het badhuis. Hij wijst mij de sauna. Ondertussen wordt de tafel gereed gemaakt. Als ik ga liggen, word ik geschrobd en gemasseerd. Na afloop zit ik ingepakt in handdoeken aan een orange juice.