Home > Turkije > In de voetsporen van Marco Polo > Reisverslag dag 11
28 april - 1 juli 2012 (65 dagen)
Het ontbijt wordt opgesierd met taart van Jeroen. Hij is jarig vandaag. Na het ontbijt rijden we Van uit. We volgen het Van meer in noordoostelijke richting. De route voert vandaag langs het meer richting Dogubayazit. Dogubayazit is de laatste overnachtingplaats in Turkije. Morgen gaan we de grens over naar Iran. Bij de Muradiye waterval pauzeren we even. Ik stap uit de bus.
Ik zie het bergwater van de brede waterval kletteren. Vanaf de hangbrug heb ik een mooi uitzicht op de hele waterval. Onder mij door stroomt het smeltwater naar het Van meer. Iets verderop stoppen we opnieuw. Een groot gestold lavaveld ligt hier tussen de weilanden. De lava is eeuwen terug bij een uitbarsting over het land gestroomd. Ik klim over de lavarotsen. Ik moet goed uitkijken voor de scherpe stenen. Vanaf de rotsen zie ik aan de andere kant van de weg jongetjes met grote groepen schapen naar het dorp komen. Ik klim weer naar beneden en kijk hoe zij hun schapen behendig de weg laten oversteken. Luc heeft vorig jaar foto's gemaakt. Hij herkent de jongens en geeft hen de foto's. Zij kijken eerst verbaasd maar daarna zeer dankbaar. Als we Dogubayazit naderen zie ik de hoge Mount Ararat. De 5165 meter hoge berg is bedekt met een laag sneeuw. Naar het schijnt is Noach met zijn ark tegen deze berg gestrand na de zondvloed.
Terwijl ik sta te kijken, passeert een schaapsherder. Hij nodigt mij en de reisgroep uit voor een thee bij hem thuis. Op zijn erf is de familie bezig om de schapenvachten te wassen, te drogen en te verwerken. Snel worden er wat stoelen bij elkaar gezet. De dochters zetten de thee neer. Ook krijgt iedereen bijna een eigen suikerpotje. De Turkse gastvrijheid. Rond het middaguur rijd ik Dogubayazit binnen. Ik wandel het hotel uit en bestel een Döner kebab in een zijstraatje. Ook bestel ik de Aryan drank, een soort zoute karnemelk. 's Middags ga ik naar het Ishak Pasha Paleis. Dit paleis ligt in de heuvels zes kilometer buiten de stad. Het paleis werd in 1784 in opdracht van Colak Abdi Pasha voltooid. Het ontwerp van een Armeense architect was een mengeling uit verschillende bouwstijlen en gold als voorbeeld van de Ottomaanse architectuur. Ik dwaal door de gerestaureerde kamers van het paleis. Een groep jongeren wil met mij op de foto.
Ik raak in gebrekkig Engels en Turks in gesprek. Samen met Yusuf en Halime loop ik naar de naastgelegen moskee. Of ik hun vrienden op de moskee muur kan fotograferen? Of ik nog een keertje met hen op de foto kan? Als ik bij de moskee ben en vraag of ik ook naar binnen kan, openen zij de deur. Een eenvoudig en sober interieur. Later begrijp ik dat de moskee normaliter niet toegankelijk is voor bezoekers. Bij het parkeerterrein wisselen we emailadressen uit. Ik neem afscheid van de vriendengroep. Voor Yusuf scheur ik mijn Turks-Engelse woordenlijst uit mijn reisgids. Hiermee kan hij zijn Engels oefenen. Ik keer terug naar Dogubayazit. Aan het einde van de middag wandel ik door het centrum. Eigenlijk is het een heel gewone stad. Ik loop langs de winkels in de autovrije hoofdstraat. Veel kleding winkels en veel kebab restaurants. Vanuit de hoofdstraat kijk ik naar de bergreus Mount Ararat. De besneeuwde bergtop ligt er prachtig bij in de middagzon. Na goed zoeken ontdek ik een uithangbord met Efes. Ik betreed het achteraf cafeetje en neem een biertje. Nu echt de laatste voor Iran.