Home > Kirgizië > In de voetsporen van Marco Polo > Reisverslag dag 47
28 april - 1 juli 2012 (65 dagen)
Het is vannacht rond de vijf graden geweest buiten. Regelmatig tikte de regen op het vilten dak. Ik kijk met bewondering naar het doek op de tent dat de regen er niet door heen lekt. Hoe blijft vilt eigenlijk waterdicht? Met twee dikke dekbedden heb ik het niet koud gehad. De houtkachel heeft niet gebrand vannacht. Wel vind ik het onaantrekkelijk om mijn bed uit te komen voor het ontbijt. Ik was mijn gezicht bij het wateremmertje. Ondertussen kijk ik uit over het meer. De bewolking hangt laag boven het meer. In de verte lijkt het te regenen. Met de wind en geen beschutting maakt het een wat rusteloze indruk.
Toch besluit ik een wandeling te maken langs het meer. Na een half uurtje trekken donkere wolken zich samen. Snel loop ik naar een ander yurtenkamp . Net als ik wil vragen of ik even kan schuilen, begint het te hagelen. Zonder dat ik iets hoef te vragen, word ik naar de grote tent verwezen. De familie is binnen bezig het eten klaar te maken. Op een houtvuur wordt brood gebakken. Ik krijg een stukje vers brood aangereikt. Als het weer droog is wandel ik weer terug. De oever van het Sol Kul meer is drassig. Ik kijk goed uit waar ik mijn schoenen neer zet. In de middag wordt het weer er niet beter op. Regen, hagel en natte sneeuw wisselen elkaar af. Ik trek mij terug in de yurt. Ik vraag de jongen van de familie of hij de houtkachel aan kan steken. Met een knapperig houtvuur blijf ik in de tent. Het Sol Kul meer is een prachtige locatie, maar niet met regenachtig weer. Regelmatig haal ik extra hout voor de kachel bij de houtvoorraad. De jongens zijn bezig het hout te hakken. Ik vraag me wel af waar het hout vandaag gehaald is. In de verre omtrek is geen enkele boom te bekennen. Het avondeten is weer in de centrale tent. Helaas is hier de kachel niet aan. Het is onbehagelijk koud. Snel eet ik het eten op en ga snel weer naar mijn eigen yurt. Ik duik al voor acht uur mijn bedje in. De jongen komt het kacheltje nog even goed opstoken. Het is lekker warm als ik in slaap val. Tijdens de nacht ontkom ik niet aan een toiletstop. Als ik de yurt uit ga, zie ik een heldere maan en een prachtige sterrenhemel. Ook de melkweg is goed te zien. Onder mijn voeten kraakt het gras. Het vriest!