Home > Iran > In de voetsporen van Marco Polo > Reisverslag dag 16
28 april - 1 juli 2012 (65 dagen)
Als ik 's morgens wakker word, zijn de darmen van slag. Zou de yoghurtsoep van gisteren toch niet zo goed geweest zijn? Ik doe voorzichtig met het ontbijt. Andere reisgenoten blijken ook relatief veel voor de was betaald te hebben. Gelukkig verlaten we dit hotel en rijden we richting Hamadan. Ik voel me nog moe en sluit mijn ogen. Na drie uur rijden stoppen we bij Taq-e-Bustan in Kermanshah. Oude reliëfs zijn in de bergwand uitgehouwen. De reliëfs dateren uit de tijd van de Sassanieden. De dynastie van de Sassanieden vormde het koningshuis van het Perzische rijk tot de 7de eeuw. Vooral in de derde grot, de grootste en diepste, zijn de reliëfs mooi gedecoreerd
. De Koning is hier afgebeeld samen met de god Ahuramazda. Ik voel me inmiddels weer een stuk beter en de darmen houden zich rustig. Het is nog te vroeg voor de lunch. De restaurants zijn nog gesloten. Ik koop in een winkeltje wat biscuitjes voor een eenvoudige lunch onderweg. Daarna rijd ik door naar het twintig kilometer verder gelegen Behistun (of Bisotun). Op zestig meter hoogte is een relief op de bergwand waarop de Perzische koning Darius I (500 vC) staat afgebeeld met al zijn overwinningen. Boven hem staat de beeltenis van de oppergod Ahuremazda. Als ik de bergketen nader, zie ik een grote steiger staan. Men is bezig met de restauratie. Door de steiger is praktisch niets te zien van dit werelderfgoed. Wel kan ik nog net de afbeelding van Ahuremazda zien boven de steiger uit. Iets teleurgesteld vervolg ik richting Hamadan. In de namiddag bezoek ik het Joodse mausoleum van Esther en Mordecai. De Frans sprekende beheerder opent de deur. Ik volg hem naar de tombe. Ik moet flink bukken om door de kleine opening naar binnen te gaan. “Uit eerbied”, vertelt de caretaker. Hierdoor moet je wel gebukt de tombe betreden. De tombes van de Joodse koningin Esther en haar nicht Mordecai staan in een kleine ruimte. De tombes zijn een belangrijke pelgrimage voor de Joden in Iran. Ik ben verrast dat er nog zoveel Joden zijn in het islamitische Iran. De caretaker legt mij uit dat Iran niets heeft tegen het Joodse geloof, maar op staat van oorlog leeft met het land Israël.
Hij vraagt mij of ik ook de synagoge wil bezichtigen. Ik ben nog nooit in een Joodse synagoge geweest en maak dankbaar gebruik van zijn aanbod. De kleine ruimte biedt plaats aan de vijftien Joodse volgelingen in Hamadan. Ik bedank de man en neem afscheid. Ik wandel door naar de Imamzadeh-ye Abdullah moskee. De moskee met gouden dome ligt in het midden van een drukke rotonde. Het dak en de koepel zijn nog niet af. Toch is de moskee al volop in gebruik. Ik betwijfel of aan de afronding wordt gewerkt. Vrouwen zitten in groepjes op het plein bijeen. Ik zie een groepje oudere mannen op een muurtje zitten. Ze kijken mij na als ik aan de andere kant van het plein de rotonde weer oversteek. Daar ligt de Alaviyan Dome. Een wat log vierkant mausoleum van de Alaviyan familie. Uit de informatiefolder, die ik bij de ingang krijg, begrijp ik dat de tombe vroeger een grote groene dome heeft gehad. Toen deed het gebouw nog dienst als moskee. Ik betreed het overgebleven deel. Direct valt mij het bloemmozaïeken stucwerk op. Mooi vind ik het niet. Via een smalle stenen trap, kom ik bij de tombe in de kelder. Via verschillende straatjes, loop ik naar de bazaar van Hamadan. De winkeltje zien er netjes en verzorgd uit. Naarmate ik dichter bij de bazaar kom, zie ik steeds meer kraampjes en stalletjes op de stoep. Het is druk op straat, Iedereen doet nog even snel inkopen. Regelmatig wordt mij gevraagd waar ik vandaag kom. Iemand tikt op mijn schouder. Of hij met mij op de foto mag? Natuurlijk. Een winkelier wil trots met zijn uitstalling op de foto.
Er heerst een gezellige sfeer. Vanuit de bazaar betreed ik de toegangspoort van de Jamah moskee. Ik kom op de mooie binnenplaats. De moskee zelf staat in de steigers, maar het avondlicht valt precies op de even zo mooie overzijde. Terug in de bazaar ontmoet ik Vahit. Hij is student aan de universiteit en wil graag Engels oefenen. Of hij mag gidsen? Ik leg hem uit dat ik net een snelle stadstour gemaakt heb en op zoek ben naar een restaurant. Vahit helpt met het vinden van een traditioneel Iranees restaurant. Ik heb enkele restaurants op mijn stadsplattegrond staan. De eerste twee zijn gesloten. Overigens had ik deze zelf nooit gevonden. Vahit wijst op een trap omhoog. Nergens maak ik uit op dat dit een restaurant is. Laat staan dat ik deze trap op zou gaan. Alle aanduidingen zijn in het Farsi. Vahit verontschuldigt zich voor de dichte restaurants. Het is pas acht uur en het is nog erg vroeg om te eten. Hij eet zelf meestal pas tegen tien uur 's avonds. Daarnaast kent Hamadan nauwelijks toeristen en Iraniërs zelf eten gewoon thuis. Vahit heeft nog één voorstel voor een restaurant. Het is wel weer een stukje lopen. Gelukkig is drie keer scheepsrecht. Hoewel niemand in het restaurant zit, is het restaurant wel open. Ik nodig Vahit uit om mee te eten. Dit komt direct van pas bij het vertalen van de menukaart. De keuze is beperkt tot kebab. Na de maaltijd lopen Vahit en ik terug naar het centrale plein. Het mausoleum van wetenschapper Avicenna is 's avonds mooi verlicht. Bij het mausoleum neem ik afscheid van Vahit. Met een taxi rijd ik terug naar het hotel.