Home > Iran > In de voetsporen van Marco Polo > Reisverslag dag 28
28 april - 1 juli 2012 (65 dagen)
In de lobby van het hotel, zie ik een afbeelding van de heilige schrijn hangen. Door alle hectiek van gisteravond heb ik meer de sfeer en de emotie van de mensen rond de schrijn in mij opgenomen, dan de schrijn zelf. Een herkansing zal wel lastig worden. In de ochtend is er geen gebed en val ik eerder op tussen de pelgrims.
Maar ook de rest van het complex is een tweede bezoek waard bij daglicht. Ik wandel weer naar het heiligdom. Ik lever mijn rugzak met mijn fotocamera weer in bij het depot. Ik betreed het complex. Zonder alle biddende mensen lijkt het plein nog groter. Er loopt een stoet zingende mannen voorbij. Voorop gaat een vlaggendrager met zwarte vlag. Ik vermoed een begrafenisceremonie. Verderop zie ik een tweede stoet naderen. De laatste eer wordt in het mausoleum gebracht. Ik loop richting de wasruimte onder de gouden koepel. Ik loop langs de moskee. Ik ben weer op het plein bij de ingang van gisteravond. Ik waag het er op en loop naar binnen. Ook nu is het druk, maar minder hectisch dan gisteren. Ik heb meer tijd om de schrijn in mij op te nemen. Ik zie weer vele handen die proberen de schrijn aan te raken. Ik blijf op gepaste afstand. Als ik weer buiten sta, dwaal ik over de pleinen vol met biddende pelgrims. Het is vrijdag en vele pelgrims maken zich al op voor het vrijdaggebed. Andere reisgenoten waren vanochtend al bij de ingang opgevangen door een guide. Zij konden het complex alleen bezoeken onder begeleiding. Naast de uitleg ontvingen zij ook een informatiepakket. Ik informeer bij een informatiestandje naar het pakket. Dit standje blijkt alleen voor pelgrims. Door de taalbarrière kom ik niet verder. Ik besluit een gids aan te spreken met drie toeristen. Verschrikt vraagt hij of ik niet naar het International Office doorverwezen ben. “Not good, not good”, mompelt hij.
Hij heet Ali. Ik besluit bij hem aan te sluiten. Hij leidt mij door het museum en geeft uitleg over het complex. Uiteindelijk neem ik in het International office afscheid met een informatiepakket. Het is rond het middaguur en de meeste pleinen zijn ingenomen door gelovigen. Vanwege het vrijdagsgebed, vraagt Ali mij het heilige complex te verlaten vóór het vrijdagsgebed. Buiten het complex stap ik een klein restaurantje binnen. Ik laat mij een lokaal gerecht met rijst, erwten en vlees adviseren. Terwijl ik dit eet laat ik de ervaringen van de ochtend bezinken. Buiten het mausoleum is Mashhad een normale moderne stad. Ik ga de winkelstraten in. Ik wandel langs de kledingwinkels, speelgoedzaken en kruidenkraampjes. Met name rond het mausoleum zijn er veel winkels open. Verderop in de stad zijn de meeste winkels op vrijdag gesloten. 's Avonds ga ik naar een traditioneel theehuis om de laatste rials op te maken. De prijzen in dit restaurant zijn wat duurder dan wat ik tot nu toe gewend ben in Iran. Bij het afrekenen leg ik de laatste rials neer. Ik overbrug het laatste stukje met een biljet van vijf dollar.