Home > Kazachstan > In de voetsporen van Marco Polo > Reisverslag dag 39
28 april - 1 juli 2012 (65 dagen)
Met een four wheel drive jeep rijd ik naar het natuurpark Aksu Djabagly. Lammert en Elmira gaan ook mee. Zij zullen gidsen in het gebied. Al direct als we het dorpje uitrijden, wordt de weg slecht. Geregeld moet de chauffeur naar de lage versnelling. Ik schut flink heen en weer op de achterbank. De natuur is prachtig. Een glooiend groen landschap. Bij de entree van het park, blijkt de toegangsboom gesloten. Ik zie de beheerder verderop op zijn paard stappen. In een drafje komt hij de sleutel brengen. Waar maak je dat nog mee? Boven aan de kloof stap ik uit. Ik heb een prachtige uitzicht over de kloof en de Aksu rivier beneden.
Aksu betekent witte rivier. Ik zie het opvallend witte water door de vallei stromen. Lammert legt uit dat de beek veel mineralen uit de bergen mee spoelt. Hierdoor kleurt het water wit. Lammert gaat voor het bergpad naar beneden. Ik volg hem. De Aksu rivier ligt zo'n driehonderd meter lager. Langs het smalle pad naar beneden zie ik de mooiste bloemen. Ik moet wel goed uitkijken waar ik mijn voeten neer zet, want er liggen veel kiezels op het pad. Hierop glijd je snel weg. Naarmate ik lager kom, wordt het uitzicht over de rivier en vallei steeds mooier. Uiteindelijk sta ik op de brug over de Aksu rivier. Het water gaat met veel geraas onder mij door. Na een kleine pauze loop ik dezelfde route weer terug omhoog. Het is gelukkig licht bewolkt vandaag. Dit zorgt voor prima wandelweer. In een rustig tempo klim ik de driehonderd meter weer omhoog. Als ik bijna boven ben, zie ik rechts van mij donkere wolken naderen. Ik hoor het ook al donderen in de verte. Lammert geeft aan dat dit nog niets hoeft te betekenen. De wolken hangen aan de andere kant van de berghelling. Het is niet zeker of ze daadwerkelijk over de berg komen. Zonder problemen kom ik boven. Bij het oude presidentiële theehuisje - niet meer dan een eenvoudig afdakje - eet ik mijn lunchpakketje op. Net als ik mijn lunch op heb, steekt een frisse wind op. De bewolking komt over de bergen zetten. Als ik terug ben in het guesthouse breekt een flinke bui los. Ik zit droog en pak een biertje.