Home > Turkije > In de voetsporen van Marco Polo > Reisverslag dag 3
28 april - 1 juli 2012 (65 dagen)
's Morgens bij de bus ontmoet ik Murat. Hij is de chauffeur voor de komende dagen. Helaas is zijn Engels beperkt. Ik kan net 'merhaba' (hallo) tegen hem zeggen. Murat rijdt de bus Ankara uit in zuidoostelijke richting. We rijden richting Cappadocië. De wegen zijn prima. Het valt mij op dat de bebouwing buiten Ankara al snel ophoudt. Buiten Ankara staan nauwelijks huizen. De weg cirkelt door het heuvelachtige landschap heen. Bomen staan er nauwelijks langs de weg. Ik zie hooguit wat struiken staan. Ronduit opvallend vind ik de vele benzinestations langs de weg.
Het lijkt wel of er om de paar kilometer een station ligt. Nergens zie ik klanten. Het is bewolkt buiten. Jammer voor Cappadocië. Ik wil morgenochtend een ballonvaart gaan maken. Hopelijk is het weer goed genoeg voor de vlucht. Na twee uur rijden, naderen we het Tuz Gölü meer. Dit meer is een van de grootste meren van Turkije. Door afzetting van mineralen, is het water extreem zout. We volgen de oever van het meer. Ik zie steeds meer zoutafzettingen aan de oever. Bij een parkeerplaats stoppen we om de zoutvlakte te bekijken. Ik koop een blikje cola en loop de zoutvlakte op. Om mij heen staan nog enkele honderden andere toeristen. Waarschijnlijk is dit een stop voor alle bussen richting Cappadocië. Een voorproefje voor Cappadocië. De witte zoutvlakte heeft iets weg van bevroren water. Mijn voetstappen in het zout laten een mooi reliëf achter. Als we Nevsehir passeren, komen we in het bergachtige gebied van Cappadocië. De rotsformaties worden grilliger. Ook kan ik de verschillende kleuren steenlagen goed onderscheiden. De landstreek Cappadocië is een van 's werelds grootste natuurwonderen. Het gebied bestaat uit een tufsteenlandschap en kalksteen. Door langzame verwering en de verschillende gesteentetypen die elk met een andere snelheid eroderen, is een bijzonder en grillig landschap ontstaan. In de rotsen zijn in de loop der tijd kerken uitgehouwen.
Bij Uçhisar bezoek ik Uçhisar Castle. Het kasteel of citadel ligt hoog op een rotspunt. Rondom zijn veel rotswoningen uitgehouwen. In de vallei liggen ook rotswoningen. Veel woningen hier worden tegenwoordig gebruikt door duivenmelkers. De ingangen zijn grotendeels dichtgemetseld. De uitwerpselen van de duiven worden verzameld als mest. Ik geniet volop van het mooie landschap van Cappadocië. Als ik uiteindelijk aan het begin van de middag Göreme binnen rijd, zie ik dat het toerisme sterk ontwikkeld is in het plaatsje. Ik zie verschillende luchtballonaanbieders, quad- en fietsverhuurders, terrasjes en restaurants. In het Dora Hotel in het centrum van Göreme reserveer ik mijn ballonvlucht voor morgen. Ik moet morgenochtend om 06:15 uur klaar staan. 's Middags maak ik een wandeling door de omgeving. Net buiten Göreme, tegenover het openlucht museum, sla ik linksaf. Ik beklim de rotsen en bekijk de restanten van de grotwoningen. Uit het zachte tufsteen zijn talrijke woningen gehouwen. Op de top van de rotsen kijk ik uit over de vallei. Verschillende stenen pilaren, al dan niet uitgehouwen, staan verspreid in de vallei. Een mooi gezicht. Ik klim naar beneden en loop tussen de pilaren door. Ik merk al snel dat de vallei dood loopt. Er zit niets anders op dan weer omhoog te klimmen en via dezelfde weg terug naar Göreme te lopen. 's Avonds bestel ik bij het eten Testi Kebab. Een lokale specialiteit waarbij de kebab klaar gemaakt wordt in een klein terracotta potje in de oven. Het potje wordt aan tafel stuk geslagen. De ober laat zien hoe het moet. Hij reikt mij het hamertje uit. Ik mag mijn eigen potje breken. Met een flinke tik breek ik de kop van het potje af. Mijn gerecht komt te voorschijn.