Home > Indonesië > De Kleinde Sunda eilanden > Reisverslag dag 7
5 - 26 maart 2025 (22 dagen)
Bij het ontbijt ontmoet ik alle reisgenoten weer. Althans bijna alle. Eén reisgenoot ontbreekt. Hij blijkt zich verslapen te hebben. Snel maakt hij zich ook gereed, zodat we toch nog om acht uur kunnen vertrekken. Met de bus rijden we de straat uit tot de haven. Een kort stukje. Op de steiger verdelen we ons over twee kleine bootjes. Met een slinger wordt de motor gestart. Er klinkt een flink kabaal wanneer de motor het doet en een zwart pluim roet komt uit de zijkant van het schip. De zee is rustig en het is zonnig weer. Er is nauwelijks golfslag. De schipper vaart de boot naar het eiland Palau Ontoloe. Op dit eiland binnen het nationale park komen vliegende honden voor. Wanneer we aan komen varen zien we honderden groot uitgevallen vleermuizen in de bomen hangen. De dieren komen hier overdag om te rusten en vliegen bij de schemer uit op zoek naar voedsel. Ze eten vooral fruit, legt gids Chris, uit. Op de eilanden is geen fruit voorhanden. Ze vliegen daarom naar het hoofdeiland Flores.
Het is bizar om zoveel vliegende honden bijeen te zien. Waarom spreiden ze zich niet meer over de omliggende bomen? Voor sommige honden is onze aanwezigheid spannend. Nerveus vliegen enkele beesten rond om daarna weer een plekje in de bomen te bemachtigen. Een mooi schouwspel. In zo’n twintig minuten varen we naar een van de eilanden in het National Park. Dit eiland valt op door de steile rots en het mooie witte zandstrand. We leggen aan bij het strand. Ik trek met flippers aan en zet mijn masker op. Direct links van de boot zie ik prachtig kleurrijk koraal. Ook de kleurrijke vissen zijn mooi om te zien. Ik stoei een beetje met mijn snorkelmasker. Via de neus loopt er langzaam water in. Van een van de reisgenoten mag ik een gezichtsmasker uitproberen. Dit bevalt direct een stuk beter.
Dit moet ik ook aanschaffen wanneer ik terug ben in Nederland. Het anker wordt opgehaald en we varen naar een ander eiland. Hier kunnen we ook snorkelen. We snorkelen over het koraal naar de lunchplek op het strand. Het koraal is hier ook mooi, maar minder kleurrijk dan op de eerste spot. Wanneer we bij het strandje aankomen, geeft Chris aan dat we nog wat vroeg zijn voor de lunch. Of we nog zin hebben om aan de andere zijde van het strand te snorkelen. Dit heb ik wel. Met een klein groepje volgen we Chris. Al snel zwem ik weer boven het prachtige koraal. Het koraal is hier aan de rand van een rif. Ik zwem langs het diepere water. In de diepte zie ik grotere vissen. Die laten zich tussen het koraal niet zien. Plots wijst Chris in de diepe. Ik probeer zijn vinger te volgen, maar weet niet waar naar hij wijst. Pas wanneer hij boven water komt, zegt hij dat er een schildpad zwom. Hij had gehoopt dat ik hem ook zag.
Helaas. We zwemmen terug naar het strand. Hier is ondertussen de lunch gereed. Op een houtvuur is vis bereid, samen met rijst en courgette. Het smaakt voortreffelijk. Ook heb ik vooraf een Bintang bier besteld. Dit maakt de lunch compleet. Na de lunch varen we weer terug naar de haven. We hebben wind en stroming tegen. Het water spat over de reling. Heel erg is dit niet, want ik heb mijn zwemkleding nog aan. In de middag rijden we met de bus naar Bajawa, weer aan de zuidzijde van het eiland. De weg is slecht. Regelmatig moet Harris stapvoets met de bus de gaten in de weg ontwijken. Aan het einde van de middag komen we aan in Soa, in de nabijheid van Bajawa. Bij Soa liggen warmwaterbronnen. Het is wel zo handig dat ik mijn zwemkleding nog aan heb. Een groep Indonesische jongens zit al in de hotspring. Ze moeten lachen wanneer we aankomen. Er worden direct foto’s gemaakt. Helemaal als ze zien dat we ook het water in willen gaan. Eén van de jongens wijst mij hoe ik het beste het water in kan gaan. De waterbron is heet.
Ik schat het water tegen de veertig graden. Voorzichtig laat ik mij in het water glijden. Dit gaat bijna goed. Ik schaaf met mijn tenen langs één van de rotsen onder water. Al snel zijn we één familie in het water en wordt er een gezamenlijke groepsfoto gemaakt. Voorzichtig klim ik het water weer uit en droog mij af. Ik trek droge kleren aan voor het vervolg van de busrit. We zijn nog 22 kilometer verwijderd van Bajawa, maar het kost toch nog bijna een uur om deze stad te bereiken. Het is al schering wanneer we het centrum inrijden. Ik heb een grote kamer op de eerste en bovenste verdieping van het hotel. Ik schat het bed 240 x 240 cm. De badkamer daarentegen is relatief klein. Naast mij woont de familie die het hotel beheert. ‘s Avonds gaan we met de bus naar een restaurant in de stad. We zijn de enige gasten in het restaurant. De serveerster zet haar telefoon onopvallend op de bar om een foto te maken. Ze is verheugd wanneer we zeggen dat ze wel gewoon een foto kan maken. Terwijl we ons eten uitzoeken, vraagt Stickman om ook alvast de keuze voor de lunch van morgen door te geven. Het voelt wat dubbel om met twee menukaarten van verschillende restaurants te zitten.