Home > Denemarken > Naar het uiterste noorden van Europa > Reisverslag dag 25
1 juli 2017 -26 juli 2017 (26 dagen)
Het is vijf uur in de ochtend. De wekker loopt af. Nog een beetje slaperig staan we op. We pakken onze spullen in de auto en rijden naar de veerboot. Het is nog rustig op straat in Kristiansand. Bij de terminal is het drukker. Hoewel het nog geen zes uur is, zijn de meeste auto's al geladen. Omdat wij een tent op de wagen hebben, vallen we onder hoog vervoer. Dit betekent dat we samen met de campers en busjes geparkeerd worden. Een meisje op de fiets gebaart ons te volgen. Zij leidt ons naar de boot. Daar moeten we weer wachten. Campers voor ons moeten achteruit de laadklep op. Maar zo te zien gaan daar verder geen auto's meer bij passen. De mensen met de hesjes die verantwoordelijk zijn voor het laden, tellen de auto's en kijken moeilijk. Zou het wel passen? De personenauto's mogen voor. Uiteindelijk krijgen wij ook het signaal dat we de veerboot mogen oprijden. Dan blijkt dat eerst alle lage auto's aan boord moeten zijn voordat de laatste hogere voertuigen geplaatst kunnen worden. Alle auto's staan schots en scheef. Waarschijnlijk is dit het meest praktisch. Wij vinden het in ieder geval best. We gaan naar het bovendek en zoeken twee vrij stoelen. Voor we boven zijn, is de boot al vertrokken. De overtocht met Fjordline is met een snelle ferry. De overtocht duurt iets meer dan twee uur. Buiten spat het water tegen de ramen. Het is ook bewolkt. Er is niet veel te zien van de Skagerrak zeedoorgang.
In het kleine restaurantje bestellen we twee koffie. De prijzen zijn in Deense Kronen. We hebben geen idee wat de prijs precies is. De kassiers geeft duidelijkheid. Acht euro voor twee koffie. Als de kust in zicht komt wordt iedereen verzocht om weer naar de voertuigen te gaan. Het uitrijden verloopt verrassend soepel. Behalve een Duits busje. Hun auto wil niet starten. Ze duwen hem naar buiten. Bij het naar beneden rollen slaat de motor aan. Wij rijden de Deense wegen op. We volgen een prima snelweg. We hebben lange tijd geen honderd meer gereden. Na een half uurtje zoeken we een parkeerplaats op. We hebben nog niet ontbeten. We klappen de stoeltjes uit en eten crackers en brood. We rijden vandaag over Jutland van noord naar zuid. Onderin, nabij de grens met Duitsland, willen we het Sønderborg slot bezoeken. Onderweg begint het te regenen. Aan de lucht te zien lijkt het ook geen kort buitje. Rond één uur rijden we Sønderborg binnen. Het regent nog steeds. We rijden door naar het kasteel. Precies voor de ingang is een parkeerplekje vrij. Nergens is een betaalautomaat te zien. Een beetje ongelovig informeren we bij de kassa of we hier mogen staan. Geen probleem! Al blijven jullie de hele dag. Het Sønderborg Castle dateert uit de Middeleeuwen, maar is in de 16de eeuw flink uitgebreid tot renaissancekasteel. Pronkstukken zijn de kasteelkerk en de grote ridderzaal. We lopen door de ruimtes. Het kasteel op zich is mooi, maar de collectie gaat vooral over Jutland. Verschillende thema's in verschillende kamers. Aan de oever van de Alssund rivier, onder een afdakje bestellen we een lunch. Vanuit Sønderborg is het nog tachtig kilometer naar onze overnachting net over de Duitse grens. Met de ruitenwissers aan rijden we het laatste stukje voor vandaag. Als de navigatie aan geeft dat we een smal weggetje in moeten slaan, doen we dit. We hebben tijdens de reis al eerder op wat vreemdere wegen gestaan. Het asfaltweggetje met kuilen gaat over in onverhard pad. We zien wel waar we uitkomen. Brutus heeft in ieder geval geen last van de slechte ondergrond. Aan het einde van de weg steekt iemand een stopbord omhoog. We moeten stoppen. We blijken voor de ingang van een militair oefenterrein te staan. De mevrouw zegt al: 'navigatie zeker?'. Zij wijst ons hoe we om het terrein heen kunnen rijden. Even later staan we bij ons hotel. Een nette, maar wat vreemde kamer. Het toilet is op de gang, maar in onze kamer staat een douchebak afgeschermd met een gordijntje. Wie bedenkt zoiets?