Home > Noorwegen > Naar het uiterste noorden van Europa > Reisverslag dag 22
1 juli 2017 -26 juli 2017 (26 dagen)
Doordat we reistijd in moeten halen door onze vertraging met de auto in Hammerfest, hebben we vandaag een lange reisdag voor de boeg. Doordat we ook alle hotels moesten omboeken, was het lastig geschikte slaapplekken te vinden. Het is immers hoogseizoen en ook alle Noren hebben vakantie. Het lukte niet om een overnachting dichterbij te reserveren. Al voor half acht staat de auto gepakt. De olie en de koelvloeistof zijn al gecontroleerd. Nog voordat de ontbijtzaal open is, proberen we de deur. Hij is open. We mogen naar binnen. Snel pakken we een ontbijt bij elkaar. Twintig minuten later rijden we weg. We willen de boot van kwart over acht nemen over het Romsdalsfjord naar Vestnes. Volgens de timetable van de boot gaan er ook veerboten om acht uur en om kwart voor negen. Als we bij de veerboot aankomen staan enkele auto's te wachten. De veerboot komt net aangevaren. We zien echter geen boot van acht uur. Het blijkt zaterdag te zijn en dan varen de boten minder frequent. We hebben geluk dat onze boot gewoon vaart. Vijfendertig minuten later rijden we aan de overzijde weer van boord. Via een nieuwe brug en een nieuwe tunnel, beide nog niet bekend in de navigatie, rijden we naar Andalnes. Hier begint de Trollstigen (Trollenroute). De Trollenroute is een bergachtige weg met op één stuk elf haarspeldbochten achter elkaar. Veel toeristen rijden speciaal om voor deze route. Brutus rijdt moeiteloos de weg omhoog en draait soepel door de scherpe bochten. We maken snel hoogte. Op de top is een bezoekerscentrum en een uitkijkpunt. Vanaf een plateau zien we de elf haarspeldbochten goed liggen. Talloze auto's en campers cirkelen omhoog of omlaag. Wij vervolgen onze weg naar Valdall. Hier gaan we opnieuw aan boord van een veerboot.
De boot is net vol als we aan komen rijden. We moeten twintig minuten wachten. In het lekkere weer is dit geen probleem. Aan de overzijde in Eisdal zit een supermarkt. We kopen brood, kaas en melk voor de lunch. We hadden gehoopt door dit uitstapje niet in een stroom auto's naar Geiranger te hoeven rijden, maar helaas treffen we net de stroom auto's van de volgende boot. In een sliert auto's rijden we over de bergweg. Geiranger ligt aan de Geirangerfjord en is alleen via bergwegen met haarspeldbochten te bereiken. In de eerste bocht is een uitzichtpunt. Een buschauffeur geeft aanwijzingen zodat we de auto nog net in een klein gaatje naast zijn bus kunnen parkeren. Het is druk en chaotisch. Overal staan auto's. Dit is niet voor niets. Het uitzicht over de smalle fjord met steile rotswanden is fantastisch. Via een groot aantal scherpe bochten dalen we af tot in Geiranger. In het stadje is het overal druk en hectisch. We rijden snel door en gaan aan de andere zijde weer omhoog. Vanaf de andere zijde hebben we ook een mooi beeld op het plaatsje Geiranger en het achtergelegen fjord. Wat is dit mooi! De weg gaat verder omhoog. Bocht na bocht komen we hoger. De begroeiing verdwijnt en we zien meer en meer sneeuwresten. Links en rechts, ieder uitzicht is prachtig. We dalen weer af naar de doorgaande weg naar Lom. Langs de kant van de weg zetten we de auto stil voor een lunch. We klappen de stoeltjes uit, warmen de knakworsten op en snijden het brood. Even lekker rustig aan in het zonnetje. We rijden door naar Lom. Midden in het dorpje staat een Stavkirke. We wandelen om het oude houten kerkje heen. De toegang van 8 euro vinden we net even te veel. Gisteren hebben we er ook al één bekeken. Vanuit Lom slaan we rijksweg 55 in. Deze bergweg heeft de hoogste bergpas van Noorwegen. Langzaam draait de weg de bergen in. De begroeiing neemt weer af en de sneeuw toe. Met haarspeldbochten dalen we weer af. Bij Turtagrø kunnen we via Sogndal rijden of via de Tindevegen bergweg naar Årdal. Via Sogndal is het zestig kilometer langer en we moeten met een veerboot.
We kiezen voor de 32 kilometer lange bergweg. Dit is een particuliere tolweg. Met een continue stijging van 8 tot 10% rijden we omhoog. Brutus heeft geen moeite met het omhoog gaan, maar we moeten ook weer naar beneden. Bij het dalen merk je het gewicht van de auto goed. Op het hoogste punt passeren we een tolhuisje. Hier rekenen we 80 kronen (ongeveer 9 euro) af. Daarna dalen we voorzichtig af. De weg is smal en bij tegenliggers lukt het passeren maar net. Bocht na bocht komen we dichter bij het dal. Een tegenligger schrikt zo van onze komst in een bocht dat hij opzij stuurt. De auto staat slechts enkele centimeters van de rotsen stil. Gelukkig geen schade. Al met al zijn de bergwegen prachtig om te rijden, maar qua kilometers schiet het niet op. Het is inmiddels half zes en we hebben nog zo'n 140 kilometer voor de boeg. Gelukkig blijkt de weg naar Lærdal minder bochtig te zijn. We rijden door verschillende tunnels. De tunnels zijn altijd recht door een berg. De langste en laatste tunnel van ruim zes kilometer brengt ons in Lærdal. Vanuit Lærdal loopt een 24 kilometer lange tunnel naar Aurland. Wij besluiten om de oude weg te nemen over de berg heen. Deze smalle route leidt opnieuw naar de top van de bergen. De weg is zo smal dat twee auto's elkaar niet kunnen passeren. Regelmatig moet iemand achteruit. Bovenop het plateau rijden we tussen de sneeuwresten door. Het water van de bergmeren weerspiegelt de zon. Het is bijzonder mooi om hier te rijden. De route bovenlangs is de extra reistijd zeker waard.
Bij het Stegastein-viewpoint hebben we uitzicht over het Aurlandfjord. Het 30 meter platform met aan het einde een glazen ruit is op zich al een bezienswaardigheid op zichzelf. Tegen half acht dalen we met scherpe haarspeldbochten af tot in Aurland. Het enige restaurant dat hier aangeven staat, blijkt een bakkertje en is gesloten. We rijden door naar het verderop aan het fjord gelegen Flåm. Hier verblijven veel toeristen voor de spectaculaire treinrit door de bergen. In een restaurant in een treinwagon bestellen we eten. Daarna maken we ons op voor het laatste stukje. We rijden door een vijf kilometer lange tunnel. Daarna slaan we af richting Undredal. Net naast het kleinste nog in gebruik zijnde houten staafkerkje ligt ons appartement. Het was een prachtige dag, maar ook een erg intensieve reisdag. We zijn blij dat we gearriveerd zijn.