Home > Tanzania > Kenia en Tanzania > Reisverslag dag 16
14 januari - 4 februari 2023 (22 dagen)
Bij het ontbijt geeft de manager aan dat zijn baas wil dat er 300 dollar betaald wordt voor onze groep in totaal, voordat wij mogen vertrekken. De baas is echter niet op de locatie, dus wij geven bij de manager aan dat hij verantwoordelijk is voor het dicht houden van de poort. Hij kijkt stoïcijns voor zich uit. Rond negen uur, het geplande vertrekmoment, staan we rond de manager. Er ontstaat een impasse, die niet op te lossen lijkt. De irritatie bij iedereen neemt toe. Op de balie staat een QR-code voor reviews. Misschien hadden ze die even weg moeten halen? Vijftien zeer ontevreden en boze gasten. Wanneer Patrick met zijn manager belt, blijkt de resort eigenaar gezegd te hebben dat Patrick gisteren dronken was. Patrick barst in tranen uit. Hij had geen druppel gedronken en deze beschuldiging kan hem zijn baan kosten. Sommige medewerkers van de lodge lopen ook met betraande ogen. De manager van de lodge wordt belaagd door boze Hollanders. Iedereen praat op hem in. Hij zegt dat hij zijn baas gaat bellen en loopt zijn kantoortje in. Als ik even later zijn kantoortje in loop om te vragen of het al opgelost is, mompelt hij nog over de betaling. Er volgt een diepe zucht en een OK”. Hij loopt naar de poort en laat het hek openen. Bij de gate geeft hij nog wel aan dat hij er niets aan kon doen en alleen de instructies opvolgde. De boze reacties van ons deed hem inzien dat er geen andere optie was. Ook hij staat met tranen in zijn ogen. Een vervelende situatie met alleen verliezers. Ondanks de situatie, laten we toch een fooi achter bij de medewerkers, zoals we bij alle hotels doen. We geven dit bewust aan de medewerkers zelfs. We gaan op pad. De reisafstand naar Arusha is ongeveer drie uur rijden. De weg is prima, zeker in vergelijking met de hobbelige wegen door de natuurparken de afgelopen dagen. In Mto-Wambu stoppen we bij de Masai market. Ik probeer de souvenir verkopers vooraan te mijden. Het nieuw geleerde: ‘Jambo, Mambo, Pao’ (hallo, hoe gaat het?, goed), werkt goed. Bij de volzin in het Swahilisch, die daarna volgt, haak ik af. Lachend zeg ik in het Nederlands dat ik er niets van begrijp en door loop. Achteraan de markt is een vrouw chapati’s aan het bakken achter een omheining van gaas. Een chapati kost 1.000 shilling (ongeveer 40 cent). Hoewel ik helemaal geen honger heb, besluit ik er een te kopen. De chapati wordt in een oude krant gerold. Hij is erg warm, waarschuwt de man des huizes. Als ik een foto wil maken, moet hij eerst zijn jasje uit doen en zijn overhemd recht trekken. Ook moet zijn vrouw erbij komen staan. Ik moet er zelfs moeite voor doen om de vrouw, die aan het bakken is ook op de foto te krijgen. Met de warme kleffe krant loop ik over de markt. Ik kom bij het fruit. Ik vraag een oudere vrouw of zij mijn chapati wil? Ze knikt instemmend en begint direct te eten. Ook weer iemand blij gemaakt. Rond één uur rijden we Arusha binnen. Er staan opeens verkeerslichten op de kruispunten. Ook zijn er verschillende snelheidscontroles. Politieagenten met laserguns. Bij de grote markt stoppen we op een parkeerterrein. We hebben twee uur de tijd om de markt te verkennen en om iets te eten voor de lunch. De markt oogt chaotisch. Rommeliger dan de andere markten, die we tot nu toe betraden. Vrouwen zitten naast een kleedje met een stapeltje uien, terwijl iedereen eromheen loopt. Op de vismarkt wemelt het van de vliegen en er hangt een onaangename geur. Het is goed opletten, want de straten zijn ongelijk of door water uitgesleten. Potten en pannen, auto-onderdelen, tweedehands kleding tot naaiateliers. Alles is verkrijgbaar. Een jongen probeert mij een zak uien van dertig kilo te verkopen. Als ik hem zeg dat dit wat lastig in het vliegtuig is, ziet hij de ook in. Bij het busstation staan tientallen busjes klaar om iedereen naar alle windstreken te vervoeren. Het ene busje is nog ouder dan de andere. Wel zijn alle busjes kleurrijk versiert. Vaak ook met de naam of afbeelding van God of jezus. Bij het parkeerterrein bevinden zicht enkele kwalitatief betere restaurantjes. Ik bestel een sandwich met ei. Het duurt even voordat de bestelling komt, maar het smaakt prima. Vanuit het centrum van Arusha, rijden we naar het hotel in de buitenwijken. Het hotel is ruim opgezet. Wij lijken in de nieuwe vleugel te slapen. De eerste blik in de kamer oogt goed. Daarna vallen de Afrikaanse aspecten op. Het raam sluit niet en hangt te hoog. De bedden staan voor de schakelaar van de bedlampjes en de badkamer door kan nauwelijks gesloten worden. Al met al een prima kamer, maar jammer dat weinig oog is voor de afwerking. In de bar bestel ik een Kilimanjaro bier en ga in schaduw in de tuin zitten. Het biertje smaakt me niet. Ik voel mij niet zo lekker, maar kan eigenlijk niet zo goed achterhalen wat eraan scheelt. Misschien is het nog de nasleep van eergisteren. Diarree is het in ieder geval niet. Misschien eerder het tegenovergestelde. Vanavond is de laatste maaltijd met Zak en Silvia. Zij brengen ons morgen naar de luchthaven en rijden daarna terug naar Nairobi. Voor het eten neem ik met Silvia de uitgaven door voor de keuken. Zij wil graag de uitgaven uit onze fooienpot verantwoorden. Ze heeft alle bonnen bijeen en de bedragen zowel in schilling als dollars genoteerd. Er is zeven dollar meer uitgegeven, maar dit blijkt geen probleem. Voor de formaliteit wijs ik twee regels aan om de bijbehorende bon te controleren. Dit klopt allemaal. Ik teken namens de groep voor akkoord. In de eetzaal deel ik het resultaat van de controle met de reisgroep. Iedereen vindt het prima. Ik merk dat ik mij steeds minder goed voel. Vooral de lucht maakt mij meer misselijk. Toch bedanken Gert en ik, namens de groep de chauffeur en de kokin voor hun verrichtingen. We hebben met de groep een fooi verzameld. In een soort van envelopje, gevouwen van een a4 papier, reiken we onze fooi uit. Silvia en Zak bedanken ons ook voor de ontzettend leuke en gezellige groep. Altijd stond wel iemand klaar om te helpen. Nog voordat we aan het eten beginnen, verontschuldig ik mij. Ik ga het avondeten niet trekken. Ik spurt naar mijn kamer en ben net op tijd op het toilet. Alles komt er uit. Ik duik mijn bed in, maar kan de slaap niet vatten. Verschillende keren moet ik terug naar het toilet. Zelfs de paracetamol blijft niet binnen. Na een paar uur draaien en woelen val ik in slaap. Een mindere avond zit er altijd wel een keer bij tijdens een reis.