Reisavonturen Armenië

Home > Armenië > Rondreis Kaukasus > Reisverslag dag 17

Reisverslag Rondreis Kaukasus

13 eptember - 3 oktober 2025 (21 dagen)


Armenië > Naar het Sevan meer

Dag 17 - Maandag 29 september 2025

Om half tien verlaten we het hotel in Goris. Mateos, de chauffeur is wat verkouden. Dit is niet zo vreemd, want er wordt flink gehoest en gekucht in de bus. Hij niest en zucht tegelijk. Toch is het vooral vervelend voor hem, want vandaag hebben we een flinke rit voor de boeg. Allereerst rijden we de Voroton bergpas weer terug. Ook vanochtend beginnen we in de mist. Al snel rijden we de bewolking uit en schijnt de zon. Ik zit vandaag voorin en heb daardoor prachtig uitzicht over de bergpas. Het is niet echt druk op de weg. Sporadisch passeren we andere voertuigen. Wanneer we weer afgedaald zijn aan de andere zijde van de pas, komen we uit bij het food-court. Hier waren we twee dagen geleden ook. Het is nog wat vroeg voor de lunch. Ik bestel een soort wrap met vlees en laat het inpakken. Dit eet ik later op. Ook bestel ik koffie. Na het food-court slaan we af en rijden richting het Sevan meer. Hiervoor moeten we een tweede bergpas over, de Vardenyats pas. De weg is slecht. Zorgvuldig probeert Mateos de gaten in het asfalt te ontwijken. Hierdoor rijdt hij hele stukken op de andere weghelft. Met scherpe haarspeldbochten komen we hoger en hoger. Het uitzicht is prachtig. Bijna aan de top van de bergpas ligt de oude Orbelian karavanserai. De voormalige herberg en schuilplaats dateert uit 1332 en staat er nu wat verlaten bij. Ik neem plaats op een steen en kijk uit over het diepe dal. Ik zie de weg slingerend omhoog lopen. Ondertussen eet ik mijn wrap. Een hond komt aangewandeld en gaat op gepaste afstand van mij op de grond liggen. Een nette vorm van bedelen. Ik geef hem het laatste stukje van mijn broodje. Hij herhaalt zijn kunstje bij de andere reisgenoten. Wanneer we de bergpas overkomen hebben we direct zicht op het Sevan meer. Het bergmeer op een hoogte van 1.914 meter is één van de grootste en hoogste meren ter wereld. Het meer is vermoedelijk ontstaan bij een vulkaanuitbarsting in het Geghamgebergte. Ik zie het heldere blauwe water weerspiegelen in het zonlicht. We dalen af tot aan de oever van het meer. Hier ligt het plaatsje Noratus. Op de begraafplaats van het dorp staan oude grafzerken uit de negende eeuw. Deze “Khachkars” zijn recht opstaande Armeense gedenkstenen waar het kruis centraal staat. Op de begraafplaats ligt ook het graf van de monnik Karapet Hovhanesi, die zich op 90-jarige leeftijd liet begraven om aan te tonen dat de dood niet angstig is. Zijn graf vormt een bedevaartoord. Bezoekers drinken bij zijn graf en gooien het glas daarna kapot. Overal rond het graf liggen scherven. Ik wandel verder over de begraafplaats. Er bevinden zich duizenden graven. Naast de historische graven ook hele recentet. Vanuit Noratus rijden we nog een klein stukje naar het hotel aan het Sevan meer. Het zomerseizoen duurt hier maar kort. We zijn in de nadagen. Veel hotels zijn al gesloten. Wanneer we arriveren, blijkt de stroom uitgevallen te zijn in de omgeving van het hotel. Hopelijk wordt dit snel hersteld. We hebben een compleet appartement op de vierde verdieping met twee slaapkamers, een woonkamer en een keukentje. Aan de oever van het meer staat een flinke wind. De leidt tot een forse golfslag op het meer. Aan het einde van de middag staat een boottochtje op het meer gepland. Wanneer we aan boord gaan, zijn de plastic zijschermen naar beneden. Hierdoor hebben we minder zicht op het meer en het tochtje. Al snel raken we onderling in gesprek, terwijl de schipper ons een rondje over het Sevan meer vaart. Na een uurtje zijn we weer terug. In de bar bestellen we een wijntje. Ondertussen wordt de tafel voor het avondeten gereed gemaakt. Uitgebreide salades, groentes en vlees en vis verschijnen op tafel. Het smaakt allemaal verrukkelijk.