Home > Japan > Betoverend Japan > Reisverslag dag 105
8 augustus 2016 - 21 augustus 2016 (13 dagen)
Om tien uur heb ik afgesproken bij het station. Daar zijn fietsen te huur. De fietsen zijn wat aan de kleine kant, maar goed genoeg om de stad mee te verkennen. Voor de zekerheid vragen we het nog maar even: Moeten we op de stoep rijden of op de weg? Het schijnt allebei te mogen, zolang we de voetgangers op de stoep maar niet hinderen. Via de stoep rijden we naar de Toji tempel, net achter het Kyoto station. De Toji tempel is één van de oudste tempels van Kyoto en heeft zelfs met 55 meter hoogte de hoogste pagode van Japan. De pagode is het beeldmerk van de stad Kyoto. Helaas kunnen we de pagode niet van binnen bekijken. De pagode met relikwieën van Boeddha is alleen bij speciale gebeurtenissen open. In de Kondo (Main Hall) en de Kodo (bibliotheek) staan prachtige grote Boeddha standbeelden.
Via de tuin van de tempel kom ik weer bij mijn fiets. We rijden in noordelijke richting naar de andere kant van de stad. Een flink stuk rijden. Het verkeer houdt opvallend veel rekening met fietsers. Of misschien wel met toeristen op de fiets. Zolang we de doorgaande drukke wegen blijven volgen gaat het prima met de route, maar zodra we de smalle straatjes in gaan, zijn we de weg al snel kwijt. Het rijdt alleen veel leuker tussen oude houten huisjes door. Gelukkig weet iedereen de Kinkaku-ji tempel te vinden. Na drie keer de weg gevraagd te hebben, staan we voor de tempel. Direct wijst een suppoost waar we de fietsen moeten parkeren. Zomaar ergens je fiets neerzetten is er niet bij in Japan. De Kinkaku-ji tempel, of Rokuon-ji Temple zoals de officiële naam luidt, is vooral beroemd om het gouden palviljoen. Honderden andere, voornamelijk Japanse toeristen, weten dit ook. Het is vandaag de eerste dag van het Boeddhistische Obon festival. Tijdens het driedaagse Obon festival worden de voorouders vereerd. Officieel is het geen nationale feestdag, maar praktisch alle Japanners nemen drie dagen vrij. Met een stoet toeristen loop ik het tempelcomplex in. Het gouden paviljoen ligt aan de overzijde van de vijver.
Het paviljoen dateert uit de eind 14de eeuw periode. Het gouden dak weerspiegelt in het licht rimpelende water. Een mooi gezicht. Misschien is het nog wel mooier om te zien hoe iedereen zich in bochten wringt om met de tempel op de foto te kunnen. De overige tuinen, vijvers en tempels gaan aan de aandacht van de meeste bezoekers voorbij. Aan mij ook. Het is erg warm en ik ga op zoek om iets te drinken. Overal staan frisdrankautomaten. Handig om weer van mijn muntgeld af te komen. Doordat ons bezoek aan de twee tempels best wat tijd gekost heeft, besluiten we de beroemde tuinen van Ryoan-ji over te slaan. We rijden op de fiets terug naar het centrum. We moeten de stad schuin doorsteken. We kiezen er voor om bij ieder klein straatje afwisselend links en dan weer rechts te gaan. Zo komen we precies bij de Nishiki market uit. Een overdekte straat vol met kraampjes met etenswaar. We proberen verschillende lekkernijen. Ik probeer een stokje met een kleine octopus met daarin een kwartel-ei. Het smaakt nog lekker ook. Net buiten de marktstraat zit een heel klein shusi restaurantje. De ruimte is niet groter dan twee bij drie meter. De man maakt voor ons shusi klaar, terwijl zijn vrouw groene thee in schenkt. De tonijn- en makreel smaakt heerlijk. 's Avonds spreken we weer met z'n allen af. Het is de laatste avond van Milko en Saskia in Japan. Bij een typisch Japans restaurant bestellen we verschillende gerechten. Na een koffie in de Starbucks nemen we echt afscheid van elkaar. Een vreemd gevoel na vijftien weken.