Home > Japan > Betoverend Japan > Reisverslag dag 112
8 augustus 2016 - 21 augustus 2016 (13 dagen)
Ik ga vandaag naar het aquarium. De twee Amerikaanse meisjes die ik in Kyoto ontmoet heb, vonden het een aanrader. Ik ga op de fiets. Bij mijn hostel huur ik een fiets. De man bij de receptie adviseert mij om op de stoep te fietsen. Het is zowel toegestaan om op de weg als de stoep te rijden, maar dit is veiliger.
Hier rijdt men links voegt hij er waarschuwend aan toe. Als ik hem lachend vertel dat ik mijn eigen auto tot Tokyo gereden heb, kijkt hij mij vol ongeloof aan. Als ik net op pad ben, loopt de ketting er af. Doordat de beschermer helemaal met boutjes vast zit, kan ik hem ook niet terug leggen. Ik probeer de postbode nog te vragen, met de vertaalapp, voor een fietsenwinkel, maar hij kijkt heel bedenkelijk. Of er is niets in de buurt of ze zijn vandaag gesloten begrijp ik er uit. In ieder geval geen winkel om mij te helpen. Er zit niets anders op dan terug te lopen naar het hostel. Ik krijg een andere fiets mee. Deze lijkt beter. Ik ga opnieuw op pad. Ik volg de weg tot de rivier en sla daar rechtsaf. Daarvandaan is het ongeveer acht kilometer rechtdoor naar de haven. Heel snel gaat het allemaal niet. Op ieder kruispunt staat een verkeerslicht. Ik tel er op de hele route naar het aquarium tweeënzestig. Na een uurtje kom ik aan bij het zeeaquarium. Ook hier is het hoogseizoen. Voor de kassa staan lange rijen. Ook binnen is het druk. Eigenlijk te druk om rustig te kunnen kijken. Het hoogtepunt zijn twee walvishaaien in een enorme aquarium in het midden. De looproute draait er om heen zodat je de dieren van alle kanten kunt bekijken.
Ook zwemmen er pijlstaartroggen, verpleegsterhaaien, dolfijnen en zeehonden. De pinguïns staan bijeen onder een straaltje kunstmatige sneeuw. Wat een grappige beesten. Ik rijd dezelfde weg op mijn fiets weer terug. Ik heb geen heel gedetailleerde kaart bij me en via deze weg weet ik zeker dat ik weer in het centrum uit kom. Halverwege stop ik bij een restaurantje. Er hangen enkele plaatjes op de muur en er wordt naar het menu gewezen. De menukaart is in het Japans. Waarschijnlijk heeft zij niet eens door dat ik dit niet kan lezen. Twee jongen eten een soort bami en gefrituurd vlees. Ik vraag ze het op de kaart aan te wijzen. Rond half vier ben ik weer bij mijn hostel. Direct wordt belangstellend gevraagd hoe mijn fietstocht was. Er hangt een gezellige sfeer en iedereen is oprecht geïnteresseerd. Ik neem een biertje uit de automaat en ga in de gemeenschappelijke ruimte zitten. Voorzichtig, na de val in de automaat, open ik mijn biertje. Heerlijk. Op nog geen tweehonderd meter van het hostel staat de Umeda Sky Tower.
Een modern gebouw met op de 40ste verdieping een uitkijkpunt. Op het sky-Decker ontmoet ik Allert en Carla weer. Onze laatste avond samen. De zon gaat langzaam onder en de lichten van Osaka gaan aan. Wat een geweldig uitzicht. Terwijl ik eerder vanavond naar de toren liep, viel mijn oog op een klein restaurantje. Misschien iets om vanavond te gaan eten. Het restaurant is typisch Japans. Schoenen uit en op een kussentje op de grond zitten. Een familie naast ons, die er duidelijk vaak komt of er bij hoort, helpt ons met de keuze. De kinderen van amper zeven jaar komen zich netjes in het Engels voorstellen. Wij tellen ondertussen zorgvuldig wat we bestellen bij elkaar op. We hebben nog maar 7.000 yen. De rekening is 6.820 yen (ongeveer 60 euro). Het is zaterdagavond in Osaka. Tijd om afscheid te nemen. Morgen scheiden onze wegen. Allert en Carla vliegen door naar Austalië. Ik vlieg morgen door naar de Verenigde Staten. Best wel een raar moment na ruim honderd dagen met elkaar gereisd te hebben.