Home > Indonesië > Indonesië: Sumatra, Java en Bali > Reisverslag dag 9
6 mei 2015 - 4 juni 2015 (30 dagen)
Een vrije dag rond Lake Toba. De reisgenoten die gisteren de excursiereis niet gedaan hebben omdat zij zich wat minder lekker voelden, gaan vandaag. Voor de rest blijven sommigen rond het zwembad. Ik ga proberen te wandelen naar de grote waterval achter Tomok. De eigenaresse van de lodge heeft de route uitgelegd. Zij adviseert mij voor het laatste stukje iemand vanuit het dorpje te vragen om te gidsen. Ik begin de dag met een duik in het zwembad. Ik trek wat baantje voordat ik mij op het ontbijtbuffet stort. Het ontbijt is prima geregeld. Om tien uur ga ik op pad. Ik loop richting de doorgaande weg. Voor restaurant Marissa is mij geadviseerd een offroad pad te nemen. Ik loop een grasland in en klim tussen de geiten en buffels omhoog. Op de top heb ik een mooi uitzicht over het meer, maar ook op de donkere wolken die boven de kraterrand hangen. Het blijft waarschijnlijk niet droog. In de verte hoor ik kerkgezang. Ik zie onder aan de berg een kerkje. Het is Hemelvaartsdag en er is een mis gaande. Ik probeer, hoewel de route op de kaart anders aan geeft, direct naar beneden te klimmen in de richting van het kerkje.
Halverwege de heuvel strand ik. De afdaling wordt te steil en de begroeiing te dicht. Ik ga terug en loop over de bergkam terug naar de doorgaande weg. Ik sla alsnog een pad in richting de bergen. Een man op een terras wijst mij al met 'waterfall, waterfall'. Als ik richting het kerkje loop, zie ik boven mij een donkere wolk over de kraterrand komen. Het begint te druppelen. Vlak voor het kerkje breekt een enorme bui los. Het water komt met bakken naar beneden. Snel ren ik het laatste stukje naar het kerkportaal. De deur staat open en de mis is bezig. Een dame gebaart mij dat ik naar binnen mag. Ik ga zitten op de achterste bank. Verbaasd kijken mensen om maar glimlachen direct. Iedereen is gekleed in de zondagse kledij. Ik voel mij wat uit te toon vallen met mijn afritsbroek en bergschoenen. Na tien minuten is de mis blijkbaar afgelopen. Iedereen staat op. Het regent nog steeds. Verschillende mensen komen mij de hand drukken en zeggen 'Horas'. Zij spreken geen woord Engels of Nederlands. Ook buiten onder het afdakje waar iedereen schuilt, krijg ik vele handdrukken. Waar ik vandaan kom?, hoelang ik op Samosir blijf?, of ik christen ben?, getrouwd ben? en of ik kinderen heb?. Alles gaat vooral in steekwoorden. Als het weer bijna droog is loop ik in de richting van de waterval. Een jongetje, Pandi, wijst mij het begin van het pad omhoog. Ik stijg gestaag terwijl ik over een smal paadje door het tropische bos loop. Boven mij hoor ik de regen op de bladeren weer toenemen. Ook het pad wordt gladder en gladder. De klei vult het profiel onder mijn schoenen. Als het pad nog iets steiler wordt, besluit ik terug te keren. De regen maakt het pad te gevaarlijk. Ik zal het er mee moeten doen dat ik de waterval vanaf hier kan horen. Op de terugweg zet de bui even flink door en ik moet uitkijken niet weg te glijden. Weer beneden volg ik het paadje langs de traditionele huisjes richting Tomok. Het is mij niet precies duidelijk welke afslag ik hiervoor moet nemen, maar overal zitten wel mensen op de veranda's om mij verder te wijzen. Tegen half twee wandel ik Tomok binnen. Ik bestel een sandwich in het restaurantje, die ik gisteren al gespot had. Een prima keuze. Ik wandel via de doorgaande weg terug naar Tuk Tuk. Onderweg word ik enthousiast gedag gezegd. Passagiers achter op brommertjes verdraaien zich om even gedag te kunnen zeggen. Vanuit voorbijrijdende auto's klinkt 'hello sir' en kinderen zwaaien vanaf het erf. Ook een zwerfhond vind het gezellig en wandelt mee (al had dat van mij niet gehoeven). Als hij het honderden meters verder aan de stok krijgt met andere honden keert hij terug. Rond drie uur ben ik weer bij de lodge voor een welverdiende German kuche en een café latte.