Home > Indonesië > Indonesië: Sumatra, Java en Bali > Reisverslag dag 17
6 mei 2015 - 4 juni 2015 (30 dagen)
's Morgens rijd ik weer met de kleine busjes de bergpas af. De wegen zijn te steil en hebben te veel bochten om met de eigen bus te rijden. Beneden aan de pas staat de chauffeur weer op mij te wachten. Snel stap ik over in de eigen bus. Ik ga vandaag door naar Madang. Madang is de tweede grote stad van Java met 1,2 miljoen inwoners. Naar verwachting kom ik pas aan het einde van de middag aan. Ik bekijk het verkeer op de weg. Regelmatig schrik ik bij onbesuisde inhaalacties. Hoewel ik vaak situaties zie die net goed aflopen, zie ik negens ongelukken. Het overige verkeer anticipeert verrassend goed op het weggedrag van de kamikazen. Ook de talrijke brommertjes wurmen zich door het verkeer.
Een brommer kan voor alles gebruikt worden. Hele families zitten op één brommer, vader, moeder en drie kinderen. Anderen hebben grote bossen hout opgebonden of hebben hele constructies achterop voor een kraampje om eten te verkopen. Het toppunt is iemand die een compleet ledikant met zijn brommer vervoert. Bij wegwerkzaamheden wordt het verkeer met verkeersregelaars geregeld. Door met rode of groene vlaggen te zwaaien geven zij aan welke rijrichting door mag rijden. Ondertussen loopt iemand met een fooienpot langs de wachtende auto's. In de steden staan jongeren ook met zo'n emmertje als zij het verkeer helpen doorstromen op kruispunten. Waarschijnlijk gewoon op eigen initiatief om wat bij te verdienen. Tegen vijf uur nader ik de grote stad Madang. Ik rijd de stad in via de Via Ijen. Vroeger was dit de wijk waar de Nederlanders woonden in hun koloniale huizen. Tegenwoordig wonen hier vooral de gegoede Indonesiërs aan de met palmbomen omgeven boulevard. In het centrum ligt het café Toko Oen. Hier is de sfeer van de jaren dertig bewaard gebleven. Niet alleen is de menukaart in het Nederlands, maar ook het meubilair, de balie en de ramen zijn nog in de koloniale sfeer. In de Katholieke Hati Kudu Yesus kerk er pal tegenover is net een mis bezig. Van achteren werp ik voorzichtig een blik in deze kathedraal. Indrukwekkend. Ik overnacht bij Ennys Guesthouse. Het Guesthouse wordt gerund door een wat oudere mevrouw Enny. Zij heet mij in het Nederlands welkom. De gemeenschappelijke ruimte en de kamers zijn sfeervol ingericht. 's Avonds ga ik met een taxi naar een typisch Javaans restaurant. Onder het genot van Javaanse muziek eet ik mijn Atah Satteh.