Home > Maleisië > Maleisisch Borneo > Reisverslag dag 3
15 december 2011 - 6 januari 2012 (23 dagen)
Ik word gewekt door de wekker. Na een douche en een simpel ontbijtbuffet stap ik in de bus. Bij het uitrijden van Kuching vertelt Omar over het bezoek aan de oerang oetans. In Maleisië zijn er drie opvangreservaten voor oerang oetans. Apen die in gevangschap geleefd hebben, worden hier weer geleerd om voor zich zelf te zorgen in de natuur. De oerang oetans worden tweemaal daags bijgevoederd. Dit is een mooi moment om deze indrukwekkende beesten te aanschouwen. Later op de reis zal ik ook nog het reservaat Sepilok bezoeken in het noorden van Borneo. Omar waarschuwt mij wel dat het niet het meest gunstige seizoen is. Er hangt momenteel volop fruit aan de bomen. het is voor de oerang oetans eenvoudiger om zelf aan voldoende voedsel te komen. Ik waag het er op en ik ben hierbij zeker niet alleen. Het is vakantietijd in Maleisië. In kleine busjes blijven mensen aan komen rijden.
Ik schat de groep al gauw op zo'n 250 bezoekers, die vanochtend hopen de oerang oetans te kunnen zien. Een lichte teleurstelling over dit bezoek met al die mensen maakt zich over mij meester. De ranger vertelt nogmaals dat het seizoen niet zo gunstig is en dat het geen dierentuin is. De natuur laat zich niet leiden. Hij geeft ook aan dat er geen refund plaats vindt, mocht ik ze niet zien. In een colonne volg ik hem zo'n 200 meter naar de voederlocatie. Een andere ranger staat al op het platform. Hij probeert de apen te roepen maar zonder resultaat. Het platform is een houten stellage in het bos. Van verschillende kanten zijn touwen gespannen zodat de oerang oetans het platform goed kunnen bereiken. Op vijftig meter afstand is een uitkijkpunt gemaakt voor de toeristen. De ranger roept en roept maar geen aap laat zich zien. Ik denk ook niet dat het gaat gebeuren. De enorme groep mensen maakt best veel geluid en ik kan mij voorstellen dat dit de beesten afschrikt. Plotseling krijgt de ranger via de walkie talkie gemeld, dat er oerang oetans gesignaleerd zijn op het platform bij het parkeerterrein. De hele stoet begeeft zich weer terug. Als ik bij het parkeerterrein aankom, zie ik twee jonge oerang oetans in de boomtoppen zitten. Wat een mooi gezicht. Mijn eerdere teleurstelling is direct verdwenen. Ze bewegen van tak tot tak. Af en toe klimmen ze naar het platform om eten te pakken. Plotseling vragen de rangers iedereen naar achteren te gaan. Richie, het dominante mannetje van de troep, is gesignaleerd en komt in mijn richting.
Even later zie ik de boomtoppen flink heen en weer gaan. Ik kijk gespannen naar boven. Via het touw klimt Richie over mij heen naar het platform. Als hij wijd gespreid aan het touw hangt, is zijn omvang goed te zien. Hij doet niets onder van een volwassen mens. De kleppen naast zijn ogen geven hem een indrukwekkende uitstraling. Hij gaat rustig op het platform zitten. Hij pak een kokosnoot en bijt hem doormidden. Hij trekt zich niets aan van alle toeschouwers vanaf het parkeerterrein. Na een uur is het bezoek afgelopen. Richie zit nog steeds op het platfrom. Ik neem afscheid. Met de bus rijd ik vervolgens in een uurtje naar de ingang van Bako National Park. Een natuurgebied aan de Chinese Zee. Om bij het eigenlijke park te komen stap ik in een kleine bootje. Over de Zuid Chinese Zee vaar ik richting de headquarters van het nationale park. Als ik de bocht omvaar en op volle zee kom, nemen de golven ook toe. De boot klapt af en toe hard op de golven. Ik schat het bootje niet al te zeewaardig in. De schipper vaart dichter naar de kust om de ergste golven te mijden. Veilig nader ik Bako. Het is eb en de boot kan niet aan de steiger aanleggen. De schipper verontschuldigt zich, dat hij mij op het strand moet afzetten. Ik stap in het water en loop het laatste stukje naar het strand. Via het strand kom ik bij de kantine van Bako National Park. Hier staat al een lunchbuffet klaar. De makaken apen hebben duidelijk ook trek. Zij houden mij aandachtig in de gaten en wachten hun kans af om eten te scoren. Ik besluit om voor de lunch binnen te gaan zitten. In verschillende bakken staat het eten klaar.
Het gangbare buffet met rijst, kip, vis en ei. Afhankelijk van wat ik neem betaal ik. De rekenwijze lijkt enige willekeur te bevatten en ontgaat mij. Het kost echter maar enkele euro's dus echt druk maak ik me er niet over. Ik slaap in een eenvoudige kamer met vier bedden. Aan het einde van de veranda is een gemeenschappelijk keuken, douches en toiletten. Ik span een touwtje tussen de raamkozijnen waar ik mijn klamboe aan bevestig. Ook controleer ik of de ramen goed gesloten zijn voor de apen. Zij kunnen anders de ramen open schuiven en de kamer doorzoeken voor voedsel. 's Middags volg ik een hiking trail door het Bako National Park. Via een houten balustrade loop ik tussen de drooggevallen mangrovebossen door. In het zand lopen krabbetjes en spinnen. Bij de berghelling zie ik een groep neusapen op het strand. De mannetjes neusaap of proboscis aap is bekend om zijn opvallend grote uitstekende neus. Hoe groter de neus hoe aantrekkelijker het mannetje is voor de vrouwtjes. De neusapen zijn schuw en worden bedreigd in hun voortbestaan. Als ik ze bekijk, trekken ze zich terug tussen de bomen en struiken. Ik volg de route naar de Paku Beach. Een wandeling van 'maar' 800 meter maar een pittige trail over alle rotsen, gladde boomstronken en trappetjes. De drukkende en vochtende warmte maakt de tocht extra inspannend. De zon schijnt volop en het is natuurlijk niet het meest handige moment op de dag om te gaan wandelen. Hoewel de route prachtig is, ben ik toch blij als ik na een klein uurtje het strand bereik van Paku Beach. Ik neem een duik in het warme zeewater van de Chinese Zee. Op het strand laat ik mij door de zon weer opdrogen. De terugweg loopt over dezelfde route. Dit lijkt een stuk makkelijker te lopen. Waarschijnlijk weet ik nu meer wat me te wachten staat en het is al wat later op de middag. Op de veranda voor ons huisje sluit ik de middag af met een biertje. 's Avonds na het eten in de kantine, ga ik op tijd naar bed. Ik ben gewoon moe. De avondwandeling met de ranger laat ik aan mij voorbij gaan. Morgen is er weer een dag.