Home > India > Diwali in India > Reisverslag dag 3
6 - 14 november 2023 (9 dagen)
Wanneer ik om kwart over zes wakker word van de wekker, zit ik nog vol indrukken van de dag van gisteren. Ook merk ik dat mijn ogen prikken door de zware smog in de stad. Dit kan toch niet gezond zijn. Om kwart voor zeven word ik opgepikt voor het hotel. Wanneer ik buiten kom zie ik geen chauffeur. Ik wacht tien minuten en bel Shiwan. De chauffeur is wat verlaat, verontschuldigt hij. Hij is er binnen tien minuten. Ik begin inmiddels al gewend te raken aan die rekbare ‘tien minuutjes’ en wacht in de lobby. Om iets over zevenen komt Promood, de chauffeur voorrijden. Het is rustig op straat op weg naar Assi Ghat, de plek waar ik gisteren de gids ook ontmoette. Bij aankomst blijkt hij even weg te zijn. Maak maar alvast foto’s, ik ben er binnen tien minuten, geeft hij via de chauffeur door. Best raar dat hij iedere keer met andere dingen bezig is. Gisteren was hij ook een paar keer weg om te bellen. De plek waar gisteren een dansoptreden was, vlak bij de ceremonielocatie, is afgezet. Er zijn filmopnames. De beveiliger gebaart dat ik nog snel over mag steken. Zijn collega’s aan de overzijde verzoeken om niet te blijven kijken en door te lopen. Waarschijnlijk om te voorkomen dat er toeristen in beeld komen. Boten vertrekken voor tochtjes over de Ganges. Veel schippers willen mij ook graag aan boord. De ceremonie plek is verlaten. Vrouwen maken onder een boom de kandelaren schoon van de ceremonie van gisteravond. Shiwan komt aangelopen. Hij kan mij er makkelijk tussen uit pikken. Er loopt hier maar een handje vol toeristen.
Samen lopen we langs de Ghats, de beroemde trappen waar Hindoes zich in de Ganges wassen. Ik zie verschillende mensen zich wassen in de heilige rivier. Maak maar geen foto’s van badende vrouwen, verzoekt Shiwan. Zij kunnen hier boos op reageren. Net achter de rivieroever neemt Shiwan mij mee naar een speciale badplaats. Een diepe trap leidt naar een bad dat in verbinding staat met de rivier. Hier kunnen ongehuwden vrouwen baden. Er vlakbij ligt het voormalige huis van Rani Lakshmibai, de koningin van Jhansi. Zij kwam in de 1857 in opstand tegen de Engelse overheersers tijdens de eerste Onafhankelijkheidsoorlog. Zij wordt in India gezien als een nationale heldin. Uiteindelijk komen we aan bij de kleine verbrandingsplaats. Gisteren heb ik de grotere crematie locatie al bezocht. Mannen ruimen de as van de verbrandingen op en schuiven de restanten de rivier in. Via de smalle straatjes komen we terug bij de taxi. Ik neem afscheid van Shiwan. Ik geef hem een fooi voor zijn gidswerk. Hij lijkt niet tevreden. Of ik niet iets meer heb? Hier ga ik niet op in. Ik ben op tijd in het hotel voor het ontbijt. De medewerker die mij gisteren vertelde dat er meer Nederlanders in het hotel zijn, komt enthousiast naar mij toe. De Nederlanders zitten aan die tafel, wijst hij. Ik zeg hen gedag. Zij zijn van Hindoestaanse afkomst en bezoeken belangrijke pelgrim locaties in India. Of ik ben hen wil komen zitten? Terwijl ik mijn omelet op eet, praten we over India, Nepal, Suriname en Amsterdam. Na het ontbijt rijdt Pramood mij naar de laatste locatie in Varanasi. Net buiten de stad ligt de tempel van Sarnath. Ik neem mijn bagage alvast mee. Vanaf de tempel ga ik direct door naar de luchthaven. De tempel van Sarnath staat op de plek waar Boeddha zijn verlichting onderging. Hier hield hij zijn eerste preek. Sarnath is één van de vier belangrijke pelgrimsoorden voor Boeddhisten.
Ik word afgezet in de buurt van de tempel. Ik zie vooral kraampjes en heel veel verkopers die iets aan mij willen slijten. Waar moet ik precies zijn? Ik ga eerst naar het grote Boeddha standbeeld in het park. Daarna steek ik de straat over. Ik hoef niet te zoeken, ik volg de andere toeristen. Ik passeer het museum en ga eerst naar de archeologische ruïnes van Sarnath. Bij de ingang word ik tegengehouden. Ticket? Aan de muur hangen QR-codes waarmee je een online ticket kunt bestellen. Dit is nog uit de contactloze periode tijdens corona. Heel handig voor toeristen is dit niet zonder Wi-Fi. Een jongen wijst op een verkoper die mijn ticket online kan bestellen voor 300 Rupees in plaats van de oorspronkelijk 250. Ik heb weinig keuze. De jongen loopt mee naar de ingang om het ticket te laten scannen op zijn telefoon. Ik mag naar binnen. De Dhamekh stoepa heeft de tand des tijds redelijk doorstaan. De tweede tempel, de Dharmarajika stoepa werd in 18de eeuw in opdracht van toenmalige koning afgebroken om de bouwmaterialen te kunnen hergebruiken. Onder de tempel ontdekte men restanten van tempels en kloosters uit de 3de eeuw. Iets verderop ligt een tempel. Ik dacht even dat dit de Sarnath tempel al is, maar dat blijkt niet zo. Een man past op mijn schoenen en plaatst ze met wat onhandig met een stok in een rek. Binnen verontschuldigt de beheerder dat hij alleen beschrijvingen in het Engels, Duits en Spaans heeft. De handgeschreven uitleg ziet er grappig uit. Ik bedank. De volgende tempel is de Sarnath Buddhist Temple. Op deze plek gaf Boeddha zijn eerste preek nadat hij in Bodhgaya tot verlichting was gekomen. Naast de tempel staat de heilige Bodhi-boom en hier ligt de hertenweide waar Boeddha tot zijn discipelen sprak. Ik besluit iets drinken te bestellen op een terrasje en het museum te laten zitten. Ik heb voldoende van Sarnath gezien. Rond half één ben ik weer bij de auto. Pramood rijdt mij naar de luchthaven. Voor de ingang van het luchthavengebouw spreken twee mannen mij aan dat ik eerst bij hun automaat moet inchecken. Waarom? Ze laten mij hun pasje zien dat ze echt bij de luchthaven horen. Ik word gefotografeerd en krijg een briefje met een scan-code.
Met deze code kan ik het gebouw betreden. Ik kan zo doorlopen naar de bagage drop off. Mijn bagage weegt 12,7 kg. Dat is minder dan de maximaal toegestane 15 kilo. In het restaurant bestel ik koffie en iets te eten. Ik ben ruim op tijd. Geduldig wacht ik af. Ik raak aan de praat met twee Indiërs. Het zijn broers en een van hen woont in de Verenigde Staten. Hij is terug voor Diwali. Bij het boarden behoort mijn rij tot de eerste groep qua boarden. Wanneer het eten uitgedeeld wordt, krijg ik een sandwich, een koek en wat te drinken. Dit krijgt niet iedereen. Aangezien mijn naam er ook bij genoemd wordt, is dit waarschijnlijk bijgeboekt. Ik klaag niet. De oudere meneer naast mij reist ook naar Jaipur. Hij stapt echter over op een vliegtuig. Hij is helemaal enthousiast over Jaipur en vertelt terloops dat hij 85 jaar oud is. Bij het uitstappen bedank ik hem voor de info. In de aankomsthal komt de bagage redelijk vlot. Niet veel passagiers reizen met hoofdbagage. Bij de uitgang zie ik enkele mensen met naambordjes staan, maar mijn naam staat er niet tussen. Ik kijk verder of er misschien nog een plek is waar mensen opgewacht kunnen worden. Ik kom uit bij de taxichauffeurs. Eén van hen wijst mij terug naar de eerdere plek. Hier staat inmiddels Giresh. Hij houdt een briefje met mijn naam vast. Samen lopen we naar de auto. Giresh is een jongen van rond de vijfentwintig. Hij laadt mijn bagage in en we gaan op weg. Hoewel het maar zeven kilometer is naar het treinstation, geeft Google aan dat dit een half uur duurt. Direct na het verlaten van de luchthaven, stokt het verkeer. Het gebruikelijke duw en trekwerk begint. In vergelijking met de vorige chauffeurs, rijdt Giresh beheerst. Dit betekent dat hij niet altijd de eerste is. Qua tijd maakt het allemaal niet uit. Ik verwacht bij het station afgezet te worden. Giresh loopt echter met mij mee. Om op het perron te komen, moet hij een kaartje kopen. Aan het muntje te zien is dit vijf of tien cent. We nemen plaats op een bankje en wachten tot de trein komt. Doordat we vroeg zijn, moeten er nog enkele andere treinen passeren. Ongeveer tien minuten voor vertrek verschijnt de indeling op het perron. Ik ga bij het bordje A3 staan. Wanneer de trein nadert blijkt de indeling niet te kloppen. Mijn coupe is twee wagons verder. Snel loop ik er heen, neem afscheid van Giresh en stap in de trein. Ik neem plaats op bed 25. Ik raak in gesprek met een Engelse reiziger. Zij woont al vier jaar in India. We praten over reizen en haar beroep: schrijven. Ook een Indische man op het andere bed, mengt zich in het gesprek. Zo schiet de reis flink op. Rond twaalf uur nadert de trein Jaipur. Ik loop alvast met mijn bagage naar het tussenplateau. De jongen vooraan heeft de deur al geopend, terwijl de trein nog op volle snelheid rijdt. Net na middernacht stap ik uit op Jaipur Railway station. Terwijl ik mijn bagage door de smalle deuropening wurm, zie ik al iemand met een handgeschreven briefje staan. Hier blijkt mijn naam op de staan. De chauffeur heet mij welkom in Jaipur. Hij heeft een vreemd Engels accent en ik moet moeite doen om hem goed te verstaan. Normaliter trekt iedere chauffeur mijn reistas uit mijn handen, maar hij vindt het best dat ik hem zelf de trap op til. Dit is ook geen probleem. In het donker rijden we naar het hotel. Waar de navigatie het hotel aangeeft, is geen hotel Maru Casa. Wij rijden een paar rondjes over een groot kruispunt. Ook vragen levert geen positief resultaat op. Plots ziet de chauffeur een bord naar een bar met de gelijknamige naam. In deze straat ligt ook het hotel. De deur is gesloten. De chauffeur tikt op de deur en er komt iemand aangelopen. Snel check ik in en ga naar mijn kamer. Het was een lange dag en ik ga snel slapen.