Antigua en Barbuda > De St Johns kathedraal op Antigua

Dag 8 - Dinsdag 28 januari 2025

Even vriendelijk als iedere ochtend worden we onthaald door het personeel bij het ontbijtbuffet. Ik krijg een boks. Beide jongens komen uit de Filipijnen en zijn al enige maanden aan boord. Vandaag liggen we afgemeerd op het eiland Antigua dat samen met het buureiland Antigua en Barbuda vormt. Omdat we vanmiddag een excursie hebben, hebben we alle tijd om vanochtend de hoofdstad St. Johns te bezoeken. Het is relatief rustig. Alleen onze boot ligt aan de pier. Er is ruimte voor zes cruiseboten en nog twee schepen net buiten St. Johns. Als alle plekken bezet zijn, zijn dat ruim 20.000 passagiers. Doordat er vandaag minder reizigers zijn, zijn er ook veel taxichauffeurs zonder klanten. Direct wanneer we St. Johns inwandelen worden we tientallen keren gevraagd of we geen taxi naar het strand willen. Sommigen fluisteren dat ze het ook voor vijfentwintig dollar doen. Wij hebben geen belangstelling. Vorig jaar waren we ook in St. Johns. Toen besloten we de kathedraal niet te bezoeken omdat het al laat in de middag was. Toen we ons bedachten, was de kerk al gesloten. De St. Johns Anglican Cathedral is een indrukwekkende barokke kathedraal. De kerk steekt boven de stad uit. Van buiten is de kathedraal opgetrokken uit Britse steen. Van binnen is de kerk volledig afgewerkt met mahoniehout. Een prachtige combinatie. Het voelt niet erg dat we een toegang moeten betalen om de kathedraal te bezichtigen. Het geld is hard nodig voor het onderhoud en de kerk kan wel een opknapbeurt gebruiken. Vanuit de kerk lopen we naar het koloniale Gouvernance house. Het gebouw wordt gerestaureerd. Vanaf het toegangshek mogen we van de beveiliger een foto maken, maar het park is niet toegankelijk. We lopen door naar de markt. We passeren het oude cricket stadion en het ministerie van financiën. We zijn niet eens zo ver uit het centrum, maar het voelt als de buitenwijken. We kiezen voor de zekerheid voor de drukste straatjes. In de markthal is het rustig. We ontmoeten een Canadees. Het vertelt dat hij met een boot van eiland naar eiland vaart en in totaal zes maanden onderweg is. Het vertelt ook dat de markt vooral levendig is op vrijdag en zaterdag. Doordeweeks werken veel mensen. We lopen naar de andere zijde van het centrum. Overal is bedrijvigheid al komt het wat chaotisch over. We komen uit bij het Antigua en Barbuda museum. Het museum is gevestigd in een oud koloniaal pand. Binnen wordt in een eenvoudige tentoonstelling het leven van de Arawaks indianen uitgelegd, de komt van Columbus in 1493 en de koloniale overheersing die daarop volgde. Met trots wordt ook Vere Cornwall Bird geëerd, de eerste premier na de onafhankelijkheid in 1981. Na de stadstour keren we weer terug naar het schip. We bestellen koffie. Om één uur zijn we weer op de pier. Chaimaca begeleidt ons tijdens de middagexcursie. Op weg naar de bus raken we al in gesprek. Wanneer zij iets tegen de groep zegt, vraagt ze ons vertwijfelend: ‘verstaan de groep eigenlijk wel Engels?’ Waarschijnlijk niet. Ze besluit de uitleg in een rustig tempo te vervolgen. De eerste stop is in het plaatsje Parham. Dit was de eerste nederzetting op het eiland. We bekijken de St. Peter’s Anglican Church. De oorspronkelijke houten kerk werd gebouwd in 1711, maar werd later door brand verwoest. Een vervangende structuur werd in 1754 afgebroken. De huidige stenen kerk werd voltooid in 1840. De kerk liep aanzienlijke schade op tijdens een aardbeving in 1843, maar werd daarna hersteld. Via de haven, waar vissersboten aan de kade liggen, rijden we verder naar Betty’s Hope. Dit is een voormalige suikerrietplantage. De naam is vernoemd naar de dochter van de plantage-eigenaar. Slaven werden op de kolonie te werk gesteld. Het suikerriet werd met behulp van windmolens gemalen en in de distelerij tot rum gestookt. Tot in de twintigste eeuw heeft de plantage dienstgedaan. De molen is gerestaureerd. De overige gebouwen zijn tot ruïnes vervallen. De laatste stop is aan de oostkust. De golven van de Atlantisch zee rollen hier tegen de rotsen. Hier ligt ook de Devil’s Bridge, een natuurlijke rotsbrug. Verschillende slaven die sprongen hier van de rots in zee om zelfmoord te plegen. Zo konden zij aan de koloniale dwang ontkomen. De zee beukt het water onder de stenen overspanning door. Ik raak in gesprek met een familie. De opa wijst trost op zijn kinderen en kleinkinderen. Helaas is de familie bijeen omdat ze gisteren zijn moeder begraven hebben. Ik condoleer hem. Toch wil hij nog wel een foto met mij erop. In zo’n veertig minuten rijden we weer terug naar het schip. Bij de bar bij het zwembad is het gezellig druk. We bestellen een drankje. ‘s Avonds eten we bij het Donna Bella buffet restaurant. Dit restaurant is wat kleiner van opzet en daardoor knusser. We raken in gesprek met een Nederlands echtpaar. Zij hebben al tientallen cruises gemaakt. We moeten ons haasten om op tijd bij het theater te zijn. We kunnen geen vrije plekken meer vinden. Een stel waar we gisteren naast zaten roept ons. Zij hebben nog twee plekken over met goed zicht. Hun vrienden hebben besloten niet meer te komen. Max Olbrich treedt op als komediant en goochelaar. Het doet verschillende trucs met het publiek. Het is een leuke show. We sluiten de avond af bij de beach bar bij het zwembad. Hier is om tien uur een laser show. Grappig om dit te zien boven het zwemwater.

Caribische zeeDe AIDA Perla op de Caribische zee
Drankje WillemstadEen drankje op een terras in Willemstad Curaçao
Curaçao bij avondCuraçao vanuit het cruiseschip
Owia Salt PondDe rotsen aan de noordzijde aan het eiland