Reisavonturen Benin

Home > Benin > In de ban van de Voodoo > Reisverslag dag 17

Reisverslag In de ban van de Voodoo

21 dec 2010 - 12 jan 2011 (23 dagen)


Benin > De Koning van Ketou

Dag 17 - Donderdag 6 januari 2011

Als ik de bus in stap staat Abass al te wachten bij de deur. Zoals iedere ochtend geven we elkaar een handshake. Hij heeft mij het protocol geleerd, maar ik heb nog wat moeite met de laatste knip met de vingers. Als ik in mijn beste Frans aan hem vraag hoe het met hem gaat, geeft hij aan zich niet zo goed te voelen. Hij heeft mogelijk malaria opgelopen. Hij laat zich voor in de bus in zijn stoel zakken. We rijden weer in oostelijke richting en passeren opnieuw Cové. Dit keer rijden we door tot aan Ketou. De stad Ketou ligt tegen de grens met Nigeria. In Ketou hebben we een ontmoeting met de Koning van Ketou. Om klokslag half elf arriveren we bij zijn paleis. De koning is nog niet gereed en voor de ingang wachten we geduldig. Vanuit de naastgelegen kleuterschool roepen kinderen naar ons. Sommige rennen spontaan naar buiten om ons te begroeten. Van alle kinderen krijgen we keurig een handje. Uiteindelijk komt de leraar met de overige kinderen naar ons toe.

Benin - De Koning van Ketou ontvangt ons op zijn troon

Gezamenlijk zingen de kinderen een liedje voor ons. In de tussentijd is de koning gereed om ons te ontvangen. Met een paars-wit gewaad zit de koning hoog op zijn troon. Het kijkt wat ongeïnteresseerd, maar legt ons wel uit dat zijn gebied ruim 200.000 inwoners telt. Hij beantwoordt onze vragen over het koningschap. Na een fotosessie nemen we beleefd afscheid. Ik loop naar de koning maak een buiging zoals het mij voorgedaan is. Met zijn staf tikt de koning zacht op mijn schouder ter bevestiging. Ik loop weer naar buiten. In het typisch onderweg plaatsje Peda lunchen we in een restaurant. Zoals gebruikelijk zorgt Toto voor de lunch vanuit de keuken van het restaurant. Als ik naar toilet ga, blijkt dat een flinke opgave. Via een binnenplaatsje kom ik bij een klein hokje met, zoals gebruikelijk, alleen een gat in de grond. Nu ben ik tijdens de reis al vele vieze toiletten tegen gekomen, maar dit toilet spant de kroon. Ik loop om het hokje heen en kies voor de vrije natuur. Als ik verder door Peda wandel, zie ik vooral de winkeltjes en de kraampjes. De mensen zijn langs de zanderige wegen vooral van alles aan het maken of repareren. Soms kijken ze even op als ik voorbij loop en groeten. Daarna zetten we koers naar de hoofdstad Porto Novo. Het verkeer op de weg wordt langzaam intensiever. Vooral het aantal verkeersdrempels neemt toe. Voor iedere drempel moet de bus afremmen tot bijna stilstand om te passeren. Langs de kant van de weg staan veel benzine verkopers. In grote flessen wordt de benzine getoond voor eventuele kopers. In veel benzinestations is de benzine op. De straathandel wordt gesmokkeld uit het buurland Nigeria. Ook wordt veel houtskool in grote zakken aangeboden en verkoopt men 'Gari' een soort meel. Naar mate we dichter bij Porto Novo komen, neemt ook het aantal politiecontroles toe. We zijn nog geen twee kilometer van de vorige stop als het fluitje al weer klinkt. Anani stapt weer uit met de passagierslijst en waarschijnlijk wat contant geld. Uiteindelijk bereiken we Porto Novo. Porto Novo is de officiële hoofdstad van Benin, maar met 250.000 inwoners, niet de grootste stad van het land. Cotonou is met één miljoen inwoners de economisch belangrijkste stad.

Benin - De kruiden en specerijen markt van Porto Novo

Het centrum van de stad ziet er netjes verzorgd uit. De brede wegen hebben gescheiden rijbanen met een brede grasstrook in het midden. Ook hier is de brommer verreweg het meest efficiënte vervoermiddel. Bij de kruidenmarkt aan de rand van Porto Novo stappen we uit. Op de markt worden allerlei natuurlijke producten verkocht. Ik wandel tussen de eenvoudige kraampjes door. Ik begroet de mensen die mij verrast aankijken. Achter in de markt is ook een stukje ingericht voor de voodoo. Ik herken de indringende geur van de voodoo markt al van een afstandje. Ik koop twee kleine voodoo poppetjes, nadat de verkoopster mij verzekerd heeft dat ze geen slechte uitwerking op mij hebben. Verderop in de stad bezoeken we het Museum of Ethnography. Isabella leidt ons langs de collectie van Yoruba maskers en langs de historie van de stad en Benin. Door de uitleg begrijp ik ook meer van de maskerdans van Guèlèdè van gisteren. Tenslotte rijden we naar het hotel. Het hotel, met uitzicht vanaf het terras op de lagune, ziet er luxe uit, maar heeft toch ook een vergane glorie. De tuin naar de lagune is compleet verwaarloosd en in bezit genomen door zwerfhonden. Op het terras bestel ik een bier en besluit dat dit een prima plek is om te verblijven.



Togolaise vrouwEen jonge vrouw kijkt toe tijdens de voodoo dans in Togo
School MalfakassaOndanks de vakantie laten de kinderen enthousiast hun klasje zien
WaterputRond de waterput in Djamdé
Oude man DjamdéEen oude man in Djamdé