Reisavonturen Togo

Home > Togo > In de ban van de Voodoo > Reisverslag dag 6

Reisverslag In de ban van de Voodoo

21 dec 2010 - 12 jan 2011 (23 dagen)


Togo > De vuurdans bij de Tem-stam

Dag 6 - Zondag 26 december 2010

Opnieuw een vroeg vertrek. Het nadeel van de route van gisteren is, dat we de weg van Badou naar Atakpamé weer terug moeten tussen de kuilen door. De meningen zijn verdeeld of de waterval opweegt tegen de extra reistijd. Er is in ieder geval vandaag ook ruimte om dorpjes te bezoeken. Na een uurtje stoppen we in Ilé, een klein plaatsje langs de weg. We maken een wandeling door Ilé. Wij zijn hier duidelijk de bezienswaardigheid. Vooral de kinderen komen massaal uit de rieten huisjes om ons gade te slaan. Foto's maken is over het algemeen geen probleem en vooral de kinderen vinden het leuk om de foto's terug te kijken. Ik laat ook foto's uit Nederland zien met familieplaatjes. We gaan weer verder. In de dorpjes waar we doorheen rijden worden we nagezwaaid. 'Jové, Jové' klinkt het steevast. In Atakpamé is het een stuk drukker op straat. Atakpamé ligt op een kruising van twee belangrijke wegen. Hierdoor concentreert de handel zich tot deze plaats.

Togo - Een band verwisselen in Atakpamé

Iedereen probeert iets mee te pakken. Wij brengen allereerst een bezoek aan de Kenté weverij. Kenté zijn kleurige katoenen of zijden weefsels oorspronkelijk van de Asante stammen uit Ghana. De Kenté wordt op smalle banen geweven en daarna aan elkaar genaaid, zodat het als kleiding gedragen kan worden. De kleuren en patronen van de Kenté hebben een symbolische betekenis. In de weverij demonstreert een meisje het weven van de stof. Het is een arbeidsintensief proces. In het centrum van Atakpamé stoppen we voor de lunch. Bij een restaurant bestellen we drankjes en Toto deelt sandwiches uit. We zitten heerlijk onder een grote boom, terwijl voor ons een flinke bedrijvigheid is aan de doorgaande weg. Na de lunch wandel ik langs de doorgaande weg. Er is een Christelijk festival aan de gang. Een groepsleider legt uit wat er gaande is. Ik wandel verder langs de stalletjes. Als iedereen weer bij de bus is rijden we door richting Sokodé. We rijden weer op de hoofdroute, maar ten noorden van Atakpamé is de weg een stuk slechter. Hierdoor verloopt de reis minder snel en het is nog een redelijke afstand. Het landschap buiten verandert. Het is hier veel droger en dorder. Op sommige plaatsen zijn de gevolgen van de recente overstromingen nog te zien. Het land is ingeklinkt en de bodem is gebarsten. Op sommige plaatsen wordt het droge grasland in brand gestoken, zodat de grond weer bebouwd kan worden voor de start van de regentijd. Ik verbaas me er over hoe je branden onder controle kunt houden in zo'n droog landschap. Het is duidelijk te zien dat richting het noorden meer Islamieten wonen. In ieder dorpje is ook wel een kleine moskee te vinden. In het zuiden zijn vooral aanhangers van het voodoo geloof te vinden. Ook heeft bijna iedere plaats een Katholieke kerk. De kerken zijn in verhouding tot het dorp allemaal fors van omvang. Ik heb niet de indruk dat de afmetingen van de kerken en de moskeeën overeenkomen met de verhouding van het geloof.

Togo - Een jongetje volgt onze aanwezigheid door het open raam

Gelukkig zie ik ook bij de meeste dorpen dat met hulp van het buitenland goede schoolgebouwen neergezet zijn. We stoppen bij een dorpje van de Kotokoli stam. Zij onderscheiden zich door hun bijzondere graansilo's. In kleine met riet afgedekt hutjes ligt het graan en maïs opgeslagen. Ik wandel tussen de hutjes door en groet de inwoners terug. Het laatste stukje van de route naar Sokodé is een tolweg. Dit blijkt geen garantie te zijn voor een goede asfaltweg. Ook hier moeten de kuilen ontweken worden. Uiteindelijk rijden we rond half zes het terrein van het hotel op. Het hotel ligt anderhalve kilometer buiten het centrum van Sokodé. Snel neem ik een douche, want ik voel mij vies door al het stof. 's Avonds is er champagne geregeld bij het diner en proosten we alsnog op de kerst. De maaltijd zelf laat wat op zich wachten, waardoor we later dan gepland vertrekken voor de vuurdans. Met de bus rijden we naar een dorpje van de Tem-stam ten oosten van Sokodé. Het is donker onderweg en alleen de koplampen verlichten de weg. Als we arriveren, worden we al opgewacht door een grote menigte. Direct start de trom-muziek en we worden naar een bankje geleid. Bij de vuurdans van de Tem-stam laten mannen zien dat zij het vuur kunnen trotseren. Vroeger - zo gaat het verhaal - was dit nodig om gezinsleden te redden als hun huis bij een vijandige aanval in brand gestoken werd. In tranche laten de mannen zien dat zij fakkels tegen hun lichaam kunnen houden, door het kampvuur kunnen rollen en dat ze stukken af kunnen bijten van smeulend hout. Enigszins bizar is het wel. Even snel als het begon is het ook weer afgelopen.

Peul meisjeEen meisje van de Peul nomaden stam
Akloa watervallenZwemmen bij de 35 meter hoge Akloa falls bij Badou
Lokale bevolkingOmringd door de lokale bevolking tijdens de maskerdans in Cové
School MalfakassaOndanks de vakantie laten de kinderen enthousiast hun klasje zien