Home > Benin > In de ban van de Voodoo > Reisverslag dag 13
21 dec 2010 - 12 jan 2011 (23 dagen)
Als ik wakker word, hoor ik al volop inpak-geluiden om mij heen. Snel kleed ik mij aan, was me en breek de tent af. Na het ontbijt rijden we Koussou-Koungou uit in oostelijke richting. De eerste twintig kilometer verloopt over een stoffige zandweg. Het stof hangt als een mistlaag in de bus. Net voor Natitingou draaien we een asfaltweg op en rijden Natitingou binnen. Natitingou is een van de grotere steden in noord Benin.
Bij de benzine pomp houden we even stil voor inkopen van Toto. Ik wandel langs de kraampjes langs de brede hoofdweg. Het is nog voor negenen en het is zondag. Het is rustig op straat. Zelfs de markt moet nog op gang komen. Aan de overzijde van de straat hoor ik gezang. Een kinderkoor zingt in de Jerusalem Evangelische kerk. Als ik het terrein op loop om naar binnen te kijken, word ik direct uitgenodigd binnen te komen. Ik hou het op een bescheiden blik-naar-binnen. We rijden verder in zuidelijke richting. De lokale gids Mohammed begeleidt ons langs enkele dorpjes. Langs de doorgaande weg bezoeken we een Peul-stam. Peulen zijn nomaden en trekken rond. Sommige Peulen trekken met hun vee mee, andere Peulen blijven een langere tijd op een locatie. In dit dorpje hebben de nomaden zich langer gevestigd. Het dorpje bestaat slechts uit enkele huisjes. We worden begroet door de twee aanwezige kinderen. Helaas voor hen wil iedereen ze op de foto zetten. Ze vinden het nog wel leuk. Ook ontmoeten we de stam-oudste. Ook mag ik in een keukentje een foto maken onder het rieten dak. Even verderop bij de afslag ontmoeten we het stamhoofd van Taneka-Beri. Hij rijdt een stukje met ons mee in de bus naar zijn eigen dorp. Taneka-Beri is een enigszins uitgestorven dorpje. Veel mannen zijn vertrokken naar de stad omdat er te weinig inkomsten te verdienen zijn in het dorp. Veel huisjes zijn daardoor vervallen en staan leeg. Mohammed leidt ons door het dorp. Het dorp telt naar schatting zo'n honderd huisjes. We bekijken binnenplaatsjes, ontmoeten de inwoners en de lokale kinderen begeleiden ons naar het onderkomen van het stamhoofd. Het stamhoofd Tiniguassawa heet ons van harte welkom in zijn ontvangstruimte. Hij is gekleed in een blauw-wit gewaad met een sierlijk hoofddeksel. In zijn hand houdt hij een gegraveerde staf met de afbeelding van een leeuw en olifant.
Met een kleurrijke waaier wappert hij de warmte van hem af. In zijn eigen taal vertelt Tiniguassawa trots over zijn stam. Mohammed vertaalt het naar het Frans en Anani vervolgens in het Nederlands. Via deze constructie beantwoordt hij al onze vragen. Na afloop mogen we foto's maken. Dat doen we dan ook allemaal tegelijk. Een beetje gênant. Ons stamhoofd kijkt recht voor zich en met trots naar de camera's. Ik vraag mij af wat hij van binnen denkt. Verderop in het dorp ontmoeten we de feticheur oftewel de lokale genezer. Alleen gekleed in een geitenvel staat hij ons te woord. Onder belangstelling van vele dorpskinderen vertelt hij over het fetisj en zijn gaven. Naar eigen zeggen is hij negentig jaar oud. We rijden terug naar de doorgaande weg voor een lunch. Toto en Abbass hebben een heerlijke omelet klaargemaakt. Na de lunch keren we terug in Natitingou en arriveren bij het hotel Tata Somba. Dit hotel is het meest luxe hotel van het noorden van Benin. Hoewel het een prima hotel is, heeft het hotel deze titel vooral te danken aan de kwaliteit van de andere hotels. Ik neem een - helaas ook koude - douche om het stof van de afgelopen dagen af te spoelen. 's Middags neem ik een duik in het zwembad bij het hotel en lees in mijn boek. 's Avonds eten we ook gezamenlijk bij het hotel.