Home > Israel > Israël het Heilige land > Reisverslag dag 3
3 - 10 april 2014 (8 dagen)
Na het opstaan pak ik met enige tegenzin mijn koffer weer in. Ik breng mijn bagage naar de receptie. De manager komt mij al tegemoet rennen om mijn koffer over te nemen en verontschuldigt zich nogmaals. Als ik in de bus zit blijkt dat praktisch iedereen van kamer moet wisselen. Ik rijd via het centrum van Bethlehem weer naar Jeruzalem. Viraz kiest de route zo dat we de grens passeren bij rustige grenscontroles. Dit scheelt veel tijd. Vreemd eigenlijk dat hier zo'n verschil in zit. In Jeruzalem stad stapt Dafne weer in. Daarna zet de bus koers naar de Dode zee. Om bij de Dode zee te komen moet flink gedaald worden. De Dode Zee is met ruim 400 meter onder zeeniveau het laagste punt op aarde. Het waterpeil in het meer daalt nog altijd met bijna een meter per jaar. Enerzijds komt dit door verdamping, maar anderzijds komt dit ook doordat het water gebruikt wordt voor irrigatie. Het zeer zoute en mineraal houdende water geeft een bijzondere ervaring om in te drijven. De bus stopt bij een fabriekje langs het meer. Een ware toerist-trap. Talrijke bussen staan hier op het parkeerterrein voor een film en het winkeltje. Een ergernis dat je zo verplicht wordt hier tijd te besteden. Ongetwijfeld levert dit de chauffeur en de gids provisie op. Ik besluit niet eens naar binnen te gaan. Ik wandel het terrein af en volg de weg om hoog. In de verte zie ik het water van de Dode zee. Heel inspirerend is de omgeving niet. Ik zie vooral veel kale rotsen in de brandende zon. Ik keer terug naar de handycraft en koop een colaatje. Ik wacht tot de medereizigers uitgewinkeld zijn. Aan de zuid zijde van de Dode zee ligt Masada. Masada is een oude vesting uit de tijd van Herodus rond de jaartelling. Bij de belegering van het fort door de Romeinen, wist men drie jaar stand te houden in het fort.
Toen de Romeinen uiteindelijk binnen wisten te komen had iedereen zelfmoord gepleegd. Voor mij is het eenvoudiger het fort op de 400 meter hoge rots te betreden. Er loopt een kabelbaan omhoog. Per keer kunnen tachtig mensen tegelijk in een gondel. Als ik op de rotspunt kom, zie ik de restanten van het oude fort van Herodus. Hier hebben zo'n duizend mensen geleefd. Ik wandel tussen de ruïnes door naar de noord punt. Hier ligt het paleis van Herodus. Een zwarte lijn op de muren geeft aan hoe de archeologen het complex aangetroffen hebben. Alles boven deze lijn is gerestaureerd. In het badhuis zie ik hoe de vloer vernuftig in elkaar steekt. Onder de op palen gebouwde vloer wordt de warme buitenlucht geleid. Hierdoor ontstaat een vloerverwarming, die de ruimte opwarmt. De ruimte fungeert als een soort sauna. Ook voor het water had met een vernuftig systeem. Het water werd afgetapt van de omliggende hellingen en via kanaaltjes naar het fort geleid. In uitgehakte grotten werd het water opgeslagen. Ondanks dat het maar enkele dagen per jaar regent, was er hierdoor altijd voldoende water. Ik besluit niet met de kabelbaan terug te gaan, maar te gaan lopen. Ik ga met enkele reisgenoten de zogenaamde Snake-trail af. Via een zigzaggend pad daal ik de berg Masada af. Ondanks de warmte daalt het redelijk makkelijk.
Beneden in het restaurant bestel ik een sandwich. Dit is een goede basis voor een zwemtrip in de Dode zee. Bij het resort nabij Ein Geli is het druk. Het parkeerterrein staat vol met auto's en bussen. Ik kleed mijzelf om en loop naar het water. Dit is nog een flink stuk lopen. Doordat het waterpeil ieder jaar zakt, wordt ook de afstand naar het water ook steeds verder. Onder de parasolletjes zie ik honderden mensen zitten. Velen drijven in het water of smeren zich in met de speciale Dode zee modder. Ik loop het extreem zoute water in en laat mij in het water drijven. Hoewel ik al eerder in de Dode zee gezwommen heb in Jordanië, vind het weer een bijzondere belevenis. Lang blijf ik niet in het water. Ik zoek een stoel onder een rieten parasol met uitzicht op het water. Ik bestel een biertje en kijk naar de mensen in het water.