Home > Portugal > Met tram 28 door Lissabon > Reisverslag dag 1
30 april - 4 mei 2013 (5 dagen)
Ik land even over twee uur in de middag op de internationale luchthaven van Lissabon. Ik heb mijn horloge dan al één uur teruggezet. In Portugal is het één uur vroeger. Buiten de aankomsthal volg ik de bordjes naar de Aerobus. Een shuttlebus naar het centrum van de stad. Ik heb geluk. Direct als ik arriveer bij de halte komt de Aerobus aangereden. Ik koop een ticket bij de chauffeur. Als de bus in beweging komt, probeer ik op de bij het ticket gekregen plattegrond de route te volgen. Het duurt even voordat ik mij op de kaart kan oriënteren, Hierdoor zie ik de bus de Avinuda de Liberdada opdraait. Aan het einde van deze brede avenue ligt het Praça de Restauradores. Een groot centraal plein in het centrum en mijn eindbestemming in de bus. Ik druk op de stop-knop. Mijn hotel ligt precies één straat achter dit plein. Ik loop de gezellige straat vol restaurantjes en terrasjes in. Verschillende obers proberen mij te overtuigen op hun terras te komen zitten. Ik bedank ze vriendelijk en loop voorbij hen naar mijn hotel. In de namiddag wandel ik het centrum van Lissabon in. Via de verschillende pleinen kom ik in de Rua Augusta, de brede winkelstraat van de stad. Deze straat leidt mij naar de Triomfboog, de doorgang naar het Praça do Comércio. Zowel de Triomfboog als het ruiterbeeld op het Praça do Comércio staan ingepakt in de steigers. Jammer. Ik steek het plein over en loop naar de Taag rivier. Het is met amper veertien graden frisjes op straat. Aan de rivier maakt de wind het er niet aangenamer op. Ik trek mijn zomerjas goed dicht. Hopelijk wordt het de komende dagen warmer, want hier heb ik met mijn kledingkeuze geen rekening mee gehouden.
Als ik terug loop, valt het mij op hoe relatief klein het centrum is. Aan de ene kant ligt de wijk Alfama met het kasteel op een heuvel. Aan de andere kant de wijk Bairro Alta en er tussenin het centrum en de pleinen. De hoger gelegen wijken zijn te bereiken door steile wegen en trappen. Ik koop een toeristisch duur kaartje voor een kabeltram en laat mij naar boven vervoeren. Het gele trammetje rijdt gestaag omhoog door het smalle straatje. Bovenaan word ik beloond met een uitzicht vanaf de Miradouro de São Pedro. Ik zie het centrum van de stad onder mij liggen. Ik zie aan de overzijde duidelijk het kasteel liggen en in de verte zie ik een cruiseschip over de Taag rivier varen. Ik dwaal door de oude smalle straatjes van de wijk Bairro Alto. Door de lage temperatuur zijn veel buitenterrassen van de restaurants leeg. Ik vind een leuk restaurantje met een prima menukaart. Ik bestel – hoe kan het ook anders zo dicht bij de rivier – een heerlijke visschotel.