Home > België > Stedentrip Luik > Reisverslag dag 1
6 -7 november 2021 (2 dagen)
Tegen half twaalf rijden Rene en ik de parkeergarage Opéra Royal binnen in het centrum van de Belgische stad Luik. We parkeren de auto in één van de wat krappe parkeervakken. Het IBIS Liège Centra Opéra hotel ligt pal boven de parkeergarage. Wanneer we de garage uitlopen komen we in een winkelcentrum. Waar is de ingang van het hotel? We kunnen de ingang niet vinden en lopen het winkelcentrum uit. Via de straat lukt het wel. Hoewel we te vroeg zijn, blijkt onze kamer al beschikbaar. Een smalle kamer op de zesde verdieping. We kijken uit over Luik en zien de citadel boven de stad liggen. Snel gaan we de stad in. Het is fris vandaag, maar het weer is mooi. De zon schijnt. In de straatjes tegenover het hotel vinden we een mix van gemoedelijke en vervallen huizen. Menig pand snakt naar een opknapbeurt. Het straatbeeld komt wat onoverzichtelijk over. Er is weinig leven op straat. Dit is duidelijk niet het winkelhart van Luik. Van de mensen die op straat lopen, dragen veel mensen een mondkapje. Zou dit verplicht zijn op straat in België? De regels veranderen zo snel. Deze regio voert qua corona cijfers de boventoon aan in België en Nederland.
Voorzichtigheid is geboden. We komen uit op de Place Saint-Lambert. Het voormalige paleis van de Prinsbisschop prijkt dominant aan de noordzijde van het plein. De oorsprong van het gebouw ligt in de elfde eeuw. Het paleis in de huidige vorm dateert uit de achttiende eeuw. Tegenwoordig gebruikt de provincie en het gerecht het monument. Het plein voor het paleis komt rommelig over. Moderne pilaren breken het plein. Een autoweg loopt er tussendoor. Langs de randen van het plein zijn veel wegwerkzaamheden gaande. Overal zijn afzettingen. Op het naastgelegen Place du Marché, staat het zeventiende eeuwse stadhuis. Hier tegenover bestellen we een drankje op één van de terrasjes op het plein. Vanaf het terras voelt de stad Luik al veel vriendelijker aan, dan onze eerste indrukken. Net achter het plein, ligt de Montage de Beuren. Een 374 treden tellende brede trap naar de citadel. We beklimmen de steile trap. Links en rechts staan huizen langs de helling. De bewoners moeten dagelijks over de trappen naar hun huis.
Vanaf de top hebben we een prachtig panoramisch uitzicht over Luik. Het is goed te zien hoe de Maas de stad in tweeën splitst. In het park achter ons ligt de Coteaux de la Citadelle. Langs de muren van de citadel en via het oorlogsmonument komen we bij een uitkijkplatform. Hier kijken we naar het meer oostelijke deel van de stad. Onder ons zien we de Saint-Barthélemy kerk liggen. Deze kerk, uit de elfde eeuw, is het oudste religieuze gebouw van de stad. Via een zigzag pad door een park dalen we af tot aan het kerkplein van de Saint-Barthélemy. In de kerk staat een 500 kilo zwaar doopvont. Het doopvont is één van de zeven wonderen van België. De kerk is gratis te bezichtigen, maar voor het doopvont moeten we een kleine toeslag betalen. We besluiten dit te doen. Hier hoort ook een video bij over het doopvont en de restauratie van de kerk. De video wordt speciaal voor ons gestart in het Nederlands. Het volume staat nogal hard. Wat de dame ook probeert, ze krijgt het geluid niet zachter. Ze besluit het zo te laten. Het geluid van de video schalt door de kerk. Gelukkig zijn wij de enige bezoekers.
Op het doopvont wordt in vijf scènes de dooptraditie uitgebeeld. Via het Cour Saint-Antoine komen we in de Rue Hors-Château. Vanmorgen in het hotel had de receptioniste enkele highlights in de stad aangegeven op onze plattegrond. Naast de trappen en de Barthélemy kerk, streepte ze ook de Impasses aan. Ze had wat moeite met de vertaling. “Straatjes”, zij ze aarzelend. Wanneer we een poortje vinden, blijkt er achter een smal sfeervol steegje te liggen met aan weerszijde kleine knusse huisjes. Het is een soort langgerekt hofje. Via een ander steegje keren we weer terug naar de straat. In totaal liggen er drie steegjes naast elkaar. Leuk! Dit hadden we niet willen missen. Onder aan de trappen zit brasserie C. Een café en brouwerij in één. Het terras en het lokale bier wordt in veel reisgidsen aangeprezen. We bestellen een proeverij van drie soorten bier uit de brouwerij. Het Curtius bier is het bekendste bier van Luik. We bestellen er nacho’s en ‘boulets’, Luikse gehaktballetjes, bij. De boulets zijn een Luikse specialiteit. In de namiddag wandelen we naar de oever van de Maas. We steken de rivier over. Vanaf de brug zien we het historische centrum van Luik liggen. Het wordt duidelijk al frisser. Een koude wind steekt op. We lopen via de andere oever naar de Passerelle voetgangersbrug.
Vanaf de zuidzijde lopen we het winkelgebied weer in. Hier staat de imposante Saint-Paul’s kathedraal. De kerk is opgetrokken in laatgotische stijl. In 1240 begon men met de bouw van de kerk. Pas in 1430 was de kerk gereed. In de negentiende eeuw werd de torenspits toegevoegd. Voor de torenspits werden materialen gebruikt van de Saint-Lambertuskathedraal. De kathedraal op de Place Saint-Lambert werd tijdens de Franse revolutie volledig vernield. Vanuit de kerk is een doorgang naar de naastgelegen kloostergang. We wandelen het voormalige klooster in. Alles ademt hier historie. Het komt maar zelden voor dat de kloostergang direct te bereiken is vanuit een kerk. We laten de schatkamer van het klooster, de le Trésor de Liège, voor wat het is. Op het kerkplein voor de kerk staat een grote tent opgesteld. Het blijkt voor het Internationaal festival van de Speelfilm te zijn. Zouden hier later vandaag bekende filmsterren komen? Nu lijkt er nog niet zoveel aan de hand. Vanuit de winkelstraat slaan we de smalle Rue d’Amay in. Hier liggen cafés en restaurants naast elkaar. Het Carré kwartier is de uitgaanswijk van Luik. De horeca bereidt zich voor op een drukke zaterdagavond. Wij komen weer aan bij het opera gebouw. Bij de opening in 1820 was dit het theater. Sinds 1967 doet het dienst als operagebouw. In de parkeergarage halen we onze bagage en gaan naar onze kamer. Even een uurtje rust, terwijl de duisternis langzaam over de stad valt. ‘s Avonds wandelen we opnieuw de stad in. Waar vinden we een gezellig restaurantje? We proberen eerst het Carré kwartier. Sommige restaurants zitten vol, anderen zijn juist helemaal leeg. We proberen twee gezellig ogende restaurants, maar in beide zaken zijn alle tafels gereserveerd. We besluiten terug te lopen naar de Place du Marché. Een goede keuze. Op een terras en onder de terrasverwarming, bestellen we een lekkere maaltijd. We nemen er een Luiks Curtius biertje bij. Na het eten wandelen we nog even door de stad. De lichtjes op de boulevard weerspiegelen in het water van de Maas. Bij de tent van het filmfestival is een feest gaande. We kunnen niet zien wat er binnen gebeurt. Beveiligers houden iedereen op afstand. De sfeer in de wijk Carré kwartier is veranderd. De kroegen zitten vol en veel mensen staan op straat. Aan de andere zijde van de wijk, blijkt het kermis te zijn. In een langgerekt lint staan de eetkraampjes en kermis attracties opgesteld. Het is druk op de kermis en er hangt een gezellig sfeer. Hier lijkt niemand zich te bekommeren om de corona regels. We lopen tussen de attracties door. We hebben niet de behoefte om in één van de attracties te stappen. We sluiten de avond af op een terrasje op de Place de Marché. Tegen middernacht zijn we weer in ons hotel.