Home > India > Ladakh - Klein Tibet > Reisverslag dag 10
20 juli - 15 augustus 2012 (27 dagen)
Ik heb vannacht prima geslapen. Met 3.700 meter hoogte was dit de hoogste overnachting tijdens de trekking. Ik merk dat ik ook geen spierpijn heb van de lange wandeling van gisteren.
Ik krijg weer thee op bed. Het is een geweldige crew. Terwijl ik mij was, aankleed en mijn spullen opruim, hebben zij het ontbijt al weer klaar staan. Om iets over achten loop ik de campsite af. Vandaag ga ik op weg naar Themisgang. Ik volg Dadul Hemis Shukpachan uit. Aan de rand van het dorp toont Dadul de oude cederbomen. Volgens de legende heeft God de bomen geplant. Het dorpje Hemis Shukpachan is vernoemd naar deze bomen. Ik vervolg met de eerste pas van vandaag. De route loopt langzaam omhoog naar de top van de Meptekpas op 3.750 meter. Over de pas daal ik de vallei in. Het bergpad daalt langs de helling. Aan de overzijde zie ik de volgende pas al liggen. Het zigzag pad ligt tegen de berghelling geplakt. Als ik onderaan de tweede beklimming van de dag sta, kan ik kiezen uit een wat steilere route of een iets minder steile, maar langere route.
Ik kies voor de steile variant. De klim is vergelijkbaar met de klim van gisteren, alleen is de ondergrond veel meer los zand. Bij iedere stap zak ik een stukje terug. Gelukkig is de klim maar honderd meter omhoog. Boven op de pas neem ik de tijd. Ik ga zitten op de bergpas en geniet van het prachtige uitzicht. In een lange afdaling, kom ik in het plaatsje Ang. Onder de schaduw van een tentdoek neem ik mijn lunch. Daarna wandel ik nog in ongeveer een uurtje door naar de campsite in Themisgang op 3.
200 meter.In de namiddag klim ik naar het klooster van Themisgang. Het klooster ligt op een rotspunt ruim honderd meter hoger dan het dorp. Oorspronkelijk is het in de 15de eeuw gebouwd als paleis maar later als klooster in gebruik genomen. Ik loop door het dorpje omhoog. Ik begroet de mensen op straat met een vriendelijk “Juley”. Ik sla het zigzag pad in naar boven. Het oudste gedeelte van het klooster is in gebruik bij de rood-kap monniken. Het naast gelegen klooster behoort tot de geel-kap orde. In de tempel van de rood-kap orde legt Dadul de betekenis van de Boeddha beelden uit. Vanaf de balustrade van het klooster kijk ik uit over de vallei. Dadul wijst mij de route voor morgen. Ik zie de bergpas, die ik morgen over moet. Aan de andere zijde van het klooster loop ik via de asfalt weg weer naar beneden. Onderaan ligt een nonnenklooster langs de weg. Ik loop de binnenplaats op. Enkele oude nonnen verwelkomen me en laten de Nunnery zien. De jongere nonnen hebben vakantie en zijn terug naar hun eigen familie. Ik laat ze mijn familie foto's uit Nederland zien.