Vietnam > De citadel van Hué

Vandaag is een vrije dag in Hué. Een prima gelegenheid om eerst lekker uit te slapen. Wat later dan gebruikelijk gaan we de stad in voor een ontbijt. Helaas regent het licht. Jammer! Na het ontbijt wandelen we door richting de Citadel. De bouw van de Citadel van Hué is in 1804 gestart in opdracht van keizer Gia Long. Duizenden dwangarbeiders werden ingezet om het complex, omgeven door een tien kilometer lange muur, te bouwen. Het centrum van de Keizerlijke Stad is de Verboden Purperen Stad, met de privé vertrekken van de keizer.

Vietnam - De toegangspoort van de Citadel van Hué

Tijdens het Tet-offensief in januari 1968 tijdens de Vietnam Oorlog is de Citadel zwaar beschadigd. De Viet Cong startte een offensief tegen de Amerikanen en verdedigde zich vanuit de Citadel. Na 25 dagen veroverde de Amerikanen de Citadel weer op de Vietnamezen, maar hiermee lag ook het grootste gedeelte van de Citadel in puin. We komen in de Keizerlijke Stad via de Ngo-Monpoort, de hoofdpoort tegenover de vlaggentoren. We steken het plein van de grote ceremoniën over en bezoeken het Thai-Hoapaleis in de verboden Purperen Stad. Hier staat de vergulde keizerlijke troon. We dwalen verder door het complex en sluiten het bezoek af met een bezoek aan het Hien-Lampaviljoen. Deze tempel is gewijd aan iedereen die het leven gegeven heeft voor de stichting van de Nguyen-dynastie. Op de binnenplaats staan de negen dynastieke urnen. Iedere urn stelt een vorst voor van de Nguyen-dynastie. 's Middags gaan we met de bus naar enkele keizerlijke tombes en pagodes in de nabijheid van Hué. Iedere keizer liet een buitenverblijf bouwen en een tombe voor zijn overlevering. Iedere keizer probeerde zijn voorganger hiermee te overtreffen. De tombe van keizer Khai Dinh ligt zo'n tien kilometer buiten Hué.

Vietnam - De graftombe in het Thien-Dinhpaleis is versiert met mozaieken

De tombe is een praalgraf in de meest letterlijke zin. Door de vermenging van Vietnamese en Europese stijlen wijkt de begraafplaats af van overige tombes. We een grote trap komen we op de binnenplaats. Eén niveau hoger ligt het erehof met stenen beelden van paarden, olifanten en mandarijnen. Erg fotogeniek. Ik klim naar het hoogste niveau en treed het Thien-Dinhpaleis binnen. Het paleis bestaat uit zalen volledig voorzien van prachtige mozaïeken. In de middelste zaal staat het standbeeld van keizer Khai Dinh om zijn tombe. Hoewel er eigenlijk geen foto's gemaakt mogen worden, besluit ik deze pracht snel vast te leggen. De tweede tombe die we bezoeken is de tombe van Tu Duc. Het complex is imponerend en heeft meer gediend als buitenverblijf voor de keizer, dan echt een toekomstige begraafplaats. Uiteindelijk ligt de keizer hier ook niet begraven, uit angst voor rovers en grafschenners. Als we binnen komen, lopen we langs het Luu-Khiemmeer naar Hoa-Khiemtempel. Deze tempel gebruikte keizer Tu Duc als zijn paleis met privé vertrekken enhier is zelfs een eigen theater. Schuin achter het paleis bezoeken we het erehof met de graftombes. Als laatste bezoeken we de Thien-Mu-pagode. Dit is de beroemste pagode van Vietnam. De 21 meter hoge Phuoc-Duyenstoepa is een achthoekige toren is gewijd aan de reïncarnatie van Boeddha.

Vietnam - Wachters staan bij de tombe van Khai Dinh

De stoepa is nu ook het symbool van de stad Hué. In de tuin staat de prachtige Dai-Hungtempel. Voor de pagoda stappen we in een drakenboot en varen in ongeveer een uurtje terug naar Hué over de parfumrivier. De hele schippersfamilie is aanwezig en ze maken gebruik van de overtocht om souvenirs aan ons te verkopen. Tot vervelens aan toe komen ze langs met T-shirts, beeldjes en andere prullaria. Ondertussen wordt het schemerig. Helaas is het bewolkt, dus een fraaie zonsondergang met de rivier zit er niet in. 's Avonds eten we bij “Little Italy”. Een leuk restaurantje, totdat we een rat zien lopen over de versieringen boven de tafels. We rekenen snel af. In het postkantoor bericht ik het thuisfront met een e-mailtje en ga ik terug naar het hotel.