Home > Nieuw-Zeeland > Fiji en Nieuw Zeeland > Reisverslag dag 15
28 december 2018 - 2 februari 2019 (39 dagen)
Om kwart over zeven checken we in voor de boottocht naar de White Island volcano. De check in is bij de receptie van ons hotel. Hier kunnen we ook direct de kamer uitchecken. Aan de kade ligt de Pee Jay VI, het schip dat ons naar het eiland vervoert. Ik schat dat er nog zo'n veertig toeristen gereed staan bij de boot. Ik neem plaats op het achterdek. De schipper vaart de boot rustig de haven uit en geeft daarna gas op volle zee. Via de luidspreker vertelt hij dat de tocht één uur en veertig minuten duurt en dat de boot 20 knopen vaart (ongeveer 35 km/pu). Het is bewolkt vandaag. In de verte lijkt zelfs een regenbui te hangen. Hopelijk komt de bui niet naar het vulkaaneiland. Er staat weinig wind en de zee is rustig. Misschien wel hierdoor krijgen we halverwege de tocht bezoek van een groep dolfijnen. De schipper mindert vaart. Ze zwemmen voor, achter en naast de boot. Overal om ons heen duiken de kleine dolfijnen op. De schipper geeft met zijn claxon een teken dat hij weer door wil en iedereen van het voordek moet. Waarschijnlijk herkennen de dolfijnen dit signaal. Direct zwemmen ze weg. De boot vaart verder naar het White Island. Hoe dichter we bij het eiland komen hoe beter het weer wordt. Op de open zee straalt de zon.
Dit vind ik niet erg. Bij het vulkaaneiland worden groepjes reizigers met een rubberen motorboot naar het eiland gebracht. Hier begint de tour. Amy, de gids, vertelt over het eiland, over de laatste uitbarsting in 2000 en legt uit waar we wel en zeker niet kunnen lopen. De vulkaan is nog steeds actief, vertelt ze. Regelmatig komen kleine aardbevingen en uitbarstingen voor. De activiteit van de vulkaan wordt continu gemeten. De vulkaan is momenteel relatief rustig. Toch blijft het opletten. Rond mij voel ik de warmte uit de grond komen.
Ook ruik ik de zwavel. Als de zwavelwolk te heftig wordt, kan ik een gasmasker opzetten. Ook draag ik een helm voor eventuele uitbarstingen. Het is prachtig om hier te kunnen lopen. Amy nodigt iedereen uit om het ijzerhoudende water te proeven. Het smaakt vies en lijkt naar bloed te smaken. Na anderhalf uur door de vulkaankrater gelopen te hebben zijn we weer bij de boot. In ruim anderhalf uur varen we weer terug naar Whakatane. Onderweg worden lunchboxen uitgedeeld. Ik eet mijn broodje terwijl ik van de zee geniet. Vanuit Whakatane is het net iets meer dan een uurtje rijden naar Rotorua. De omgeving van Rotorua is omgeven door geothermische velden. Net voor Rotorua stoppen we bij Hells gate. Het park is eigendom van een Maori stam en bestaat uit een thermisch gebied met borrelende modder en zwavelpoelen. Overal lijkt warme stoom uit de grond te komen. Niet voor niets staan overal waarschuwingen om op het aangegeven pad te blijven.
De Kakahi waterval is de enige hete thermale waterval op het zuidelijk halfrond. Aan het einde van de middag komen we aan in Rotorua. Rondom het centrum liggen verschillende warmwaterbronnen en zwavelvelden. Ook zijn er verschillende badhuizen. We wandelen langs het gelijknamige meer naar het Sulphur point. Een plek aan het meer waar veel water en stoom omhoog komt. Ook in het park in het centrum dampt de zwavellucht van de meertjes. We hebben genoeg bronnen gezien voor vandaag. We nemen plaats op een terras in de horeca straat. Restaurant aan restaurant zitten hier naast elkaar. Ieder terras zit gezellig vol. We bestellen een biertje en iets te eten. Ondertussen kijken we naar de mensen die voorbij lopen. Dit op zich is al vermakelijk genoeg.