Home > Montenegro > Een roadtrip door Europa > Reisverslag dag 6
8 juni - 7 juli 2018 (30 dagen)
Het onweert flink gedurende de nacht. Het regenwater klettert met flinke hoeveelheden op het afdakje naast onze kamer. ‘s Morgens als we naar het ontbijt lopen is het weer droog. Voorzichtig breekt het zonnetje door. Er staan drie auto's in het steegje naast het hotel. Onze Landrover staat als tweede. Wanneer wij de wagen gereed hebben, rijdt de hoteleigenaar de auto van Oostenrijkse gasten opzij. Wij rijden Sarajevo weer uit. Aan de overzijde van de Miljacka rivier klimmen we de heuvels in. Via binnendoor straatjes leidt de navigatie ons de bergen in. Sommige straatjes lopen steil omhoog. Ik schat het stijgingspercentage op sommige stukken ver boven de twintig procent. Gewoon een aanloopje nemen en hopen dat er geen tegenliggers komen. In het Trebevic gebergte werden in 1984 de Olympische Winterspelen gehouden. De Olympische voorzieningen zijn nu zwaar vervallen. Vooral de restanten van de bobsleebaan, vol graffiti, symboliseren dit. Het is bizar om door de betonnen bak van het bobsleeën te lopen waar tijdens de oorlog nog sluipschutters lagen. Vanaf de heuvel hebben we ook een prachtig uitzicht over de stad Sarajevo. Hiervandaan is goed te zien hoe groot de stad is.
We toetsen Montenegro in als volgende bestemming in de navigatie. De afstand naar Nikši? is nog geen tweehonderd kilometer, maar de navigatie voorspelt dat we hier door de bergen ruim vierenhalf uur voor nodig hebben. We gaan het zien. Het eerste stuk naar Fo?a rijdt prima. Dorpje in, dorpje uit. Het blijft af en toe gokken wat de maximum snelheid precies is. Vanaf Fo?a wordt de weg beduidend slechter. De weg naar de grens loopt door de bergen. Op verschillende plaatsen is de weg onverhard of is men bezig de weg weer wat op te lappen. Zonder enige vooraankondiging staan we opeens voor een slagboom. De grens van Bosnië en Herzegovina. Via een smalle brug komen we aan de overzijde bij de controlepost van Montenegro. De hele grensovergang neemt nog geen veertig minuten in beslag. Dat is maar goed ook, want het is nog best een eindje rijden naar Biogradska Gora National Park, de overnachting voor vanavond. We passeren een stuwdam en volgen het meer. Talrijke keren gaan we door tunnels heen. Soms korte, soms lange en soms verschillenden vlak achter elkaar. Geen van de tunnels is verlicht. We waren oorspronkelijk van plan om via de Tara kloof aan de noordelijke zijde van Montenegro naar Biogradska te rijden. De bergweg binnendoor naar Kolašin blijkt echter ruim een uur sneller. Hier kiezen we voor. Bij Šavnik verlaten we de hoofdroute en rijden de smalle bergweg op. De weg cirkelt direct omhoog. Zonder al te veel problemen komen we veertig kilometer verderop weer bij de doorgaande weg. Montenegro is een prachtig land, maar de steile bergen maken het niet eenvoudig om een goede infrastructuur aan te leggen. Ook de doorgaande E65 naar Kolašin loopt door de bergen. Het vrachtverkeer kruipt tegen de bergen omhoog. In één van de dorpjes staat politie met een lasergun. We hebben te hard gereden. We moeten aan de kant. De agent vraagt vriendelijk of we iets rustiger willen rijden en we mogen weer doorrijden. Gelukkig geen bon. Vlak daarna slaan we af naar het Biogradska Gora National Park. We kopen twee toegangskaartjes voor het park en rijden door naar het meer. Rond het meer kan gekampeerd worden. Bij de receptie betalen we drie euro voor de overnachting.
We zoeken een vlak stukje grond op de steenachtige omgeving. Hoewel de auto niet helemaal horizontaal staat, klappen we toch de tent uit. Bij de tent drinken we een drankje. Voordat we aan het eten gaan beginnen, wandelen we rond het Biogradska meer. Hier hebben we vier jaar geleden ook gewandeld. Het is leuk om op deze plek opnieuw te zijn. De wandeling rond het meer is 3,5 kilometer lang. Langzaam zakt de zon achter de bergen. Het wordt direct ook frisser. Bij de tent bereiden we macaroni. Met een wijntje genieten we van onze maaltijd in het bos. Om ons heen staan nog een paar andere campinggasten. Allemaal toeristen. Een Duits gezin, een Belgisch en Brits koppel en onderaan een Italiaanse camper. Zodra het donker geworden is, verdwijnt iedereen langzaam naar de tenten of campers. Wij ook. Om half tien kruipen we in de daktent.