Home > Roemenië > Een roadtrip door Europa > Reisverslag dag 22
8 juni - 7 juli 2018 (30 dagen)
Om iets voor half acht staan we voor de deur van het ontbijtbuffet in ons Sovjet hotel. D deur is nog gesloten. Het ontbijt begint pas om half acht en waarom zou je dan de deur eerder open doen. Als de deur open gaat, moet de mevrouw lachen dat wij voor de deur zitten. Het ontbijtbuffet is precies als de voorgaande dagen. Alles is er, maar de presentatie is zo zo. Na het ontbijt leidt de beveiliger ons voor de laatste keer door de personeelsgangen naar het parkeerterrein. We pakken de auto in en controleren de vloeistofniveaus. De bewaker hier waarschuwt niet te dicht bij het hondenhok te komen. Hier ligt een waakhond aan de ketting. Hij heeft goed op onze auto gepast. We rijden het terrein af en storten ons in de ochtendspits van Chi?in?u. Zonder al te veel problemen volgen we dezelfde route als twee dagen geleden naar Orhei. Daarvandaan rijden we verder noordwaarts richting Soroca. Soroca was een belangrijke stad in de middeleeuwen. Het kasteel van Soroca, tegen de Ukraïnse grens, is gerestaureerd in de oude stijl. Het kasteel bestaat uit vijf identieke weertorens. In één van de torens kunnen we met trappen naar de bovenste laag. Hiervandaan hebben we uitzicht op de rivier, de stad en de omgeving. Soroca is ook de onofficiële hoofdstad van de Roma's. De Roma zigeuners wonen in de bergen rond de stad in veelal grote protserige huizen. Op de markt in het centrum doet iedereen inkopen. Niemand lijkt zich aan ons te storen. Waarschijnlijk komen vaker toeristen op de markt. Via de bergen verlaten we Soroca.
Links en rechts zien we Roma huizen staan. Het is nog zo'n honderd kilometer rijden tot de grens. De weg loopt door dorpjes en door de bergen. Heel erg opschieten doet het niet. Vlak voor het verlaten van Moldavië, stoppen we bij een tankstation. We geven al ons briefgeld en laten de tank hiermee vullen. Rond twee uur arriveren we bij de grens tussen Moldavië en Roemenië. We sluiten aan in de rij. Er gebeurt niets. Achter ons groeit de rij met auto's. Na zo'n twintig minuten gaat het hek open. Er mogen vier auto's door. Wij ook. De Moldaafse douane wil vooral weten of wij diesel, wijn of sigaretten ingeslagen hebben. Niets van dit alles. Het vignet voor de auto wordt gecontroleerd. Het lijkt of ze de registratie in de computer niet kunnen vinden. De communicatie is gebrekkig Duits, helpt ook niet veel. Uiteindelijk zucht de beambte, zet de stempels in de paspoorten en we mogen door.
We zullen nooit weten wat er precies aan de hand was? Aan de overzijde van de Coste?ti stuwdam naderen we de Roemeense grenspost. Hier volgt hetzelfde tafereel. Of we drugs, marijuana of sigaretten bij ons hebben en of we iets aan willen geven? De achterbak gaat open en na een blik mag de deur weer dicht. Na een vluchtige blik voorin, mogen we weer door. Voor de tweede keer deze vakantie rijden we Roemenië in. We rijden over de bergwegen landinwaarts. Donkere wolken hangen boven de weg. Het lijkt of het hier net enorm geregend heeft. Even verderop blijkt dit ook het geval. Hele modderstromen lopen langs de weg. Akkers staan blank. Op het lager gelegen gedeelte bij de rivier zijn dorpsbewoners bezig een doorgang te graven om het overtollige water zo snel mogelijk in de rivier te krijgen. Hier moet een wolkbreuk geweest zijn. Het woest kolkende water stroomt door de rivier. Al het water moet door de smalle doorgangen van de brug. Als dat maar goed gaat. Voorbijgangers stoppen om foto's te maken van dit natuurgeweld. Wij rijden verder. We hebben nog een flinke afstand af te leggen. Terwijl wij Boto?ani naderen, passeert een brandweerwagen met sirenes op weg naar de overstromingen. Het is half vier en we hebben nog helemaal niet gegeten. We stoppen bij een pension. Terwijl we borsjt eten, een Oekraïnse specialiteit, begint het ook buiten weer te regenen. Vanaf het lunchrestaurant rijden we de laatste honderd kilometer naar het hotel van vandaag in Frumosu. In de omgeving liggen verschillende oude kloosters in de bergen, die we morgenochtend willen bezichtigen. De receptie bij het hotel is onbemand. Een Roemeen vraagt in het Engels of hij kan helpen. Hij roept de eigenaresse uit de keuken. Ze toont het zwembad, de sauna en onze kamer. Allemaal met gebaren, want ze spreekt geen Engels. Het ziet er allemaal prima uit. De Roemeen helpt ons ook met het eten. Omdat we recent gegeten hebben, willen we iets kleins bestellen. We bestellen Roemeense mici, een soort gehaktrolletjes. Uit de reactie maken we op dat het niet gebruikelijk is dit als snack te bestellen en zonder friet of salade. Wij laten het er bij. De man die ons eerder bij de receptie geholpen heeft, vraagt of wij weten wat we besteld hebben, omdat het een lokaal gerecht is? Nou eigenlijk niet, maar het smaakt prima bij een biertje.