Home > Albanië > Een roadtrip door Europa > Reisverslag dag 10
8 juni - 7 juli 2018 (30 dagen)
Op de veranda staat al een uitgebreid ontbijt klaar als we onze kamer uit komen. Of we Turkse koffie willen of grote koffie. Grote koffie dan maar. Helaas, dit is ook met koffieprut in de koffie. We houden het bij de thee. We laden de bagage in de auto en controleren de koelvloeistof en olie. Het oliepeil staat iets te laag. We vullen het aan. Een litertje olie op de eerste week is niet heel uitzonderlijk voor een Landrover. Vandaag gaan we naar het uiterste zuiden van Albanië. Hier ligt de archeologische restanten van de oude Griekse stad Butrint. We besluiten niet via de snelste route te rijden, maar via de kustweg. De stranden langs de Albanese Rivièra worden in verschillende reisgidsen geroemd. Dit betekent wel dat we vijf uur reistijd hebben om Butrint te bereiken, terwijl de afstand ‘maar’ 233 kilometer is. Het eerste stukje rijden we dezelfde weg als gisteren. Daarna slaan we af naar Fier. Bij Fier rijden we een klein stukje snelweg op naar Vlora. De snelweg is maar twintig kilometer lang. We doorkruisen Vlora en komen aan de Adriatische kust. Eergisteren had Oscar op de boot al aangegeven dat de stranden direct na de tunnel bij Vlora erg mooi zijn. Dit kunnen we nu beamen. Zijn tweede advies verloopt minder goed. Net na Vlora ligt een tien kilometer lang schiereiland. De weg cirkelt omhoog. Oscar had aangegeven dat vanaf het hoogste punt we een mooi uitzicht zouden hebben op de kust en op het Griekse eiland Korfu. Bij het naar boven rijden, rijden we de wolken in. De top is gehuld in een dichte mist. We zien niets van het uitzicht. Bij het weer naar beneden rijden begint het zelfs een beetje te regenen. De regenbui is zeer plaatselijk. Enkele kilometers verder is het weer droog en heeft het ook niet geregend. De weg naar Saranda, nabij Butrint, blijft continu klimmen en dalen. De rotsen worden afgewisseld met mooie stranden. Bij een panorama restaurant pauzeren we voor een drankje. Als we links kijken zien we bewolking, rechts schijnt de zon. In de verte kunnen we nog net Korfu onderscheiden.
Bij Butrint is het weer opgeklaard. De zon schijnt en het is zelfs drukkend warm. Hier is geen regen gevallen. De oude stad Butrint is zo'n vijfhonderd jaar voor Christus gesticht op een schiereilandje. De stad is sindsdien uitgebouwd door de Romeinen, de Byzantijnen en uiteindelijk door de Venetiërs. Na de oorlog met de Ottomanen werd de stad verwoest en raakte in verval. We wandelen tussen de overblijfselen. Het Amphitheater is goed bewaard gebleven. Hier worden soms nog voorstellingen in gegeven. Via de restanten van het paleis, het forum en langs de gewone huizen komen we bij de Basilica. Van deze kerk staan alle zij-beuken nog overeind. Het dak ontbreekt. De rondwandeling eindigt bij het gerenoveerde kasteel. Het was een indrukwekkend uitstapje naar deze oude stad. Aan het einde van de middag rijden we naar Gjirokaster. Hiervoor hoeven we niet de kustweg te volgen, maar moeten nog we wel een bergketen over. Aan de andere zijde van de berg hangen donkere wolken. We beginnen er al aan te wennen, dat iedere middag met een flinke onweersbui afgesloten wordt. Ook vandaag is het weer raak. Bij het binnenrijden van Gjirokastar breekt een stortbui los. De wegen staan weer blank. Het water van tegemoet komende auto's klettert op onze voorruit. De ruitenwissers proberen het water weer zo snel mogelijk af te voeren. In de regen rijden we de oude stad in. De weg loopt steil omhoog tussen de oude huizen.
We hadden speciaal een smsje van het hotel gekregen, dat ons hotel nabij het Gjirokaster hotel ligt. Als we daar aan komen, moeten we een berichtje sturen, dan komt iemand ons halen. In de laagste versnelling rijden we door de steile straatjes in de oude stad omhoog. Bij het Gjirokaster hotel aangekomen, zien we ons hotel niet. Buiten regent het nog onafgebroken. Net als we het sms-bericht er bij zoeken om te beantwoorden, wordt er op het raam geklopt. Of we het Old Town hotel zoeken? De meneer geeft aanwijzingen waar we kunnen parkeren en leidt ons naar het wat achteraf gelegen hotel. Dit hadden we zelf niet gevonden. Terwijl we wachten tot het droog wordt, bestellen we een biertje. Even na zessen is het weer droog. We wandelen door de oude stad. Alle straten lopen steil omhoog of omlaag. We lopen kris-kras door de straatjes. In veel straten is weinig reuring meer op dit tijdstip. Wanneer we in een straatje flink omhoog moeten lopen, gebaart een oude vrouw vanaf haar balkon dat we door moeten lopen. Er komt nieuwe regen aan, begrijpen wij. In één van de oude huizen zit een klein restaurantje. Op het stoepje is net plaats voor twee stoeltjes. De eigenaar adviseert ons ook enkele lokale gerechten te nemen, naast de kip-kebab. Dit blijkt een prima keuze. Ondertussen begint op het plein even verderop een WK voetbalwedstrijd op een groot scherm. Wij besluiten hier niet naar toe te gaan en terug te keren naar ons hotel. Het lijkt wel of er in ieder winkeltje en ieder café die we passeren voetbal aan staat. De voorspelde nieuwe regenbui is uit gebleven.