Home > Chili > Rondreis Patagonië > Reisverslag dag 23
12 nov 2008 - 8 dec 2008 (27 dagen)
Het is al vroeg dag. Ik kijk voorzichtig tussen de gordijnen door naar het weer buiten. Hoewel de zon nog niet op is, ziet het er goed uit. De Villarica vulkaan is helemaal uit de wolen. Het is prima weer om deze vulkaan te beklimmen. De top van de vulkaan ligt op 2.850 meter hoogte. Omdat bij warme temperaturen de sneeuw zacht wordt, vertrekken we al om half zeven. Op onze sokken lopen we de trap af naar beneden naar het ontbijt. Als we met onze bergschoenen de trap zouden afdalen, zou het hele hotel wakker zijn.
Dus ook de reisgenoten die niet mee gaan klimmen. Na het ontbijt stappen we met de complete uitrusting in een busje en rijden in ongeveer een uurtje naar de basis van de vulkaan. Om exact half acht staan we onderaan de skilift. Marion had in eerste instantie nog geadviseerd om voor het eerste stuk de skilift te nemen, maar de lift draait niet in dit seizoen. Het wordt dus klimmen vanaf 1.400 meter. De verwachting is dat we er vijf uur voor nodig hebben om de top te bereiken. Alex, Rodriques en Sergio lopen met ons mee. Alex benadrukt dat we rustig omhoog moeten klimmen, want als je te hard van start, je jezelf op blaast. Als we starten zijn wij de tweede groep op de berg, maar al snel naderen meer busjes. Het eerste uur lopen we over het steengruis en rotsen. Daarna komen we bij de eerste sneeuwstukken. Al snel klimmen we door de sneeuw. Naar mate de zon hoger komt, wordt het ook steeds warmer. We lopen zigzaggend langzaam tegen de vulkaan. Door in het spoor van de voorgangers te lopen, ontstaat er een soort trappetje. Onderweg houden we de nodige pauzes. Ook variëren we met de laagjes kleding naar gelang we in of uit de wind lopen. Naar mate we hoger komen, wordt de sneeuw harder en de sneeuwlaag dieper. Soms zak ik tot mijn knieën weg. Het pikhouweel biedt houvast, door hem als een soort wandelstok te gebruiken. Mocht je onverhoopt uitglijden, kun je met het pikhouweel ook de val stoppen. Op sommige plekken moet Alex de voetsporen wat uithakken. Wij zijn de eerste groep vandaag op dit spoor. De sneeuw van de afgelopen dagen heeft de sporen vervlakt.
Dit geeft mij de gelegenheid om om mij heen te kijken. Wij hebben een prachtig uitzicht over de weidse omgeving. Ook zien we inmiddels tientallen groepjes in treintjes achter elkaar tegen de vulkaan op klimmen onder ons. Het lijken wel mieren. Rond twaalf uur bereiken we de top van de Villarica vulkaan. Een fantastisch gevoel. We hebben zicht op de actieve krater van de Villarica vulkaan. De vulkanische activiteiten zitten laag in de krater en zijn niet te zien vanaf de rand. Een lichte zwaveldamp komt uit de vulkaan omhoog stijgen. We mijden deze giftige lucht door bovenwinds te blijven. Op de top kleden we ons om. Uit de rugzak halen we een ski-jas, skibroek en scheenbeschermers om te voorkomen dat er sneeuw in de schoenen komt. We trekken de handschoenen aan en maken een kleedje onder de kont vast. In deze klederdracht maken we een foto op de top, terwijl we allemaal springen. Zeg maar: 'Dansen op de vulkaan'. We zijn hier zo mee bezig, dat het ons ontgaat dat de vulkaan plotseling een flink zwavelwolk uitstoot. De hele krater is gevuld met mist. Voordat de zwaveldamp ons bereikt, zetten we de helm op en beginnen aan de afdaling. Alex laat zien hoe je glijdend naar beneden kunt gaan. Ook legt hij uit hoe je met het pikhouweel kunt remmen. Sergio gaat als eerste naar beneden en vormt een spoor in de sneeuw. Het ziet er spannend uit.
Ik ga zitten en laat me naar beneden glijden. Het valt mij alles mee. Al glijdend door de sneeuw, leg ik al gauw vele meters af. Soms spuit de sneeuw via mijn voeten omhoog en over mij heen. In één woord is het afdalen: 'Geweldig!'. Het remmen met de pikhouweel vind ik maar lastig. Ik besluit het maar te laten gaan. Dit betekent wel dat ik met een flinke snelheid naar beneden glij en soms los kom van de sneeuw. Ik beland zelfs naast het glijspoor. In een nieuw spoor glij ik weer verder. Ik hoop dat mijn fotocamera in mijn rugzak dit geweld overleeft. Als ik probeer te sturen gaat het mis. Ik probeer met mijn hak aan één kant iets te remmen. De eerste poging heeft succes, maar bij de tweede poging tol ik volledig om mijn as en glij achterste voren naar beneden. Ik draai naar mijn buik en vooruit kom onderaan het glijspoor aan. De sneeuw zit inmiddels overal. Wat maakt het uit. Soms moeten we een stukje lopen naar links of rechts om weer verder te kunnen glijden. In totaal glijden we in vijf sporen naar beneden. In ongeveer een uurtje zijn we weer beneden. Wat een ervaring! Snel trek ik de drijfnatte kleding uit. Ik maak voorzichtig mijn rugzak open en gelukkig heeft mij fotocamera het overleefd. We rijden terug naar Pucón. 's Avonds is het tijd voor Sinterklaas. Iedereen heeft een cadeautje gekocht en met een dobbelsteen wordt bepaald wie welk kado krijgt als de wekker afloopt.