Home > Nicaragua > Van Costa Rica naar Guatemala > Reisverslag dag 9
12 oktober - 11 november 2013 (31 dagen)
Om tien over vijf loopt mijn wekker af. Met mijn zaklantaarn zoek ik mijn spullen bij elkaar voor de vulkaantocht, zodat mijn kamergenoot kan blijven slapen. Als ik om half zes bij de receptie sta komt Horacio net aanrijden. In een gepimpte sportwagen pikt hij mij op. Ik zou zo'n wagen niet zo snel bij hem verwachten. Het gaat redelijk met zijn hondenbeet. Net voorbij het havenstadje Moyogalpa slaat Horacio af. Bij een lokale familie staat een tafeltje klaar op het erf. In het keukentje wordt mijn ontbijt klaar gemaakt. Ook ontmoet ik Louis hier.
Louis is mijn gids voor vandaag. Een enthousiaste jongen van 24 jaar oud. Na het ontbijt word ik naar het begin van de wandeling gereden. Als ik uit de wagen stap, gaat mijn vulkaantocht beginnen. Louis geeft aan dat het nog ongeveer twintig minuten lopen is naar de voet van de vulkaan. Ik volg hem over het rotsachtige landweggetje tussen weilanden door. Als ik bij de Concepción vulkaan aan kom, gaat het smalle bospad direct flink omhoog. Het pad is uitgesleten door waterstromen. Hierdoor loop ik door diepe sleuven en moet ik flinke stappen nemen om omhoog te komen. Het lijkt mij geen pretje hier te lopen met regen. De grond wordt dan glad en het water sijpelt over het pad. Vandaag is het weliswaar bewolkt, maar droog. Voorzichtig probeert de zon er door heen te komen. Verschillende keren zie ik brulapen en kapucijnenaapjes in de bomen. Een mooi gezicht op de berghelling. Na twee uur door het bos geklommen te hebben, bereik ik de boomgrens. Ik heb uitzicht over het eiland. Vanaf deze hoogte is goed te zien dat het eiland nagenoeg vlak is en dat alleen de vulkaan 1.
673 meter uitsteekt. Op een plateautje op de kilometergrens pauzeer ik. De tocht is tot nu toe behoorlijk zwaar. Ik kan mij goed voorstellen dat maar weinig mensen de top halen. Ik zie wel hoe ver ik kom. Ik ben over de helft, maar het zwaarste gedeelte moet nog komen. Als ik verder ga, gaat het bos over in een grasvlakte en de grasvlakte over in rotsblokken. Louis blijft onverminderd enthousiast. We praten over van alles en nog wat. Ik leer hem Nederlandse woorden. Hij leert mij Spaans. Naarmate ik hoger kom wordt de berg steiler en is het mistiger. Het is moeilijk in te schatten of de stenen goed vast liggen voordat ik er op ga staan. Soms schiet een steen naar beneden, met een kleine steenlawine te gevolg. Snel steun ik op mijn handen om niet te vallen. Achter mij klimt een groep lokale jongeren omhoog. De jongens klimmen gemakkelijk omhoog, de meisjes hebben het zwaarder. Een jongen loopt zelfs op zijn slippers. Onvoorstelbaar! Ik ben blij goede bergschoenen aan te hebben. Boven de 1.250 meter wordt de ondergrond meer gruis. Ik zak weg met mijn schoenen. Ik moet goed uitkijken niet uit te glijden. Net boven de 1.400 meter passeer ik twee Amerikaanse toeristen. Zij komen terug van de top. Zij hebben het gehaald. Louis geeft aan dat het nog een uur tot anderhalf uur klimmen is naar de top.
Ik ben inmiddels vijf uur aan het klimmen en ik besluit dat ik dit punt, zo'n 250 meter onder de top, prima vind als hoogtepunt. Louis neemt een foto om het resultaat vast te leggen. Ik ga terug. Iets lager en op een iets minder steil stukje ga ik zitten voor de lunch. Nog altijd in de mist. Als ik om mij heen kijk met al het zwarte gesteente, lijkt het wel een maanlandschap. Wat een bizarre omgeving. Het afdalen is lastiger dan ik had verwacht. Het is moeilijk om goed grip te houden en het duurt niet lang voordat ik onderuit glijd. Gelukkig geen noemenswaardige schrammen. Nog enkele keren schuif ik onderuit of kan ik het net voorkomen. Uiteindelijk kom ik weer bij het grasland aan. Hier is de grip beter. Ook in het bos vind ik de afdaling zwaarder dan de klim. Door de watersleuven moet ik soms flinke hoogteverschillen overbruggen. De vermoeidheid gaat meespelen en het wordt lastiger de schokken op te vangen. Vooral de knieën hebben te leiden. Rond drie uur arriveer ik weer op het plateau en wandel terug naar de doorgaande weg. Ik heb ruim negen uur gewandeld op de vulkaan. Op de terugweg naar de logde bedank ik Louis voor zijn geweldige begeleiding. Ik kijk terug op een zeer bijzondere ervaring. Terug in mijn huisje trek ik snel mijn vieze kleren uit en neem een douche. Dat het water koud is maakt mij niet meer zoveel uit. 's Avonds tijdens het eten vertel ik over de ervaringen aan de reisgenoten. Sommigen hebben gefietst over het eiland. Dit bleek ook zwaar te zijn door de slechte kwaliteit van de fietsen en de flinke afstand. Iedereen heeft zich prima vermaakt op Isla la Ometepe.