Home > Nicaragua > Van Costa Rica naar Guatemala > Reisverslag dag 13
12 oktober - 11 november 2013 (31 dagen)
Ik doe rustig aan vanochtend. Na het ontbijt ga ik lekker in de schommelstoelen zitten bij het hotel. Ik lees het nieuws in Nederland en bekijk mijn foto's tot nu toe. Pas tegen twaalven ga ik de stad in om wat te eten. Bij een Franse bakker bestel ik een broodje. De eigenaresse blijkt Nederlandse te zijn. Zij woont al vijf jaar in Nicaragua. Ik neem direct een extra broodje mee voor vanavond. Ik ga vanavond de Telica vulkaan beklimmen. Eén van de weinige vulkanen waar je echt lava kunt zien.
Om twee uur word ik opgehaald bij het hotel. Ik zit achterin in een 4x4 Jeep. Er worden meer toeristen opgehaald en uiteindelijk zitten we met tien passagiers achterin de wagen. Het is krap en benauwend. De Telica vulkaan ligt ongeveer 35 kilometer buiten León. Het eerste stukje gaat over de doorgaande weg, maar al snel wordt de weg onverhard. Met redelijke snelheid rijdt de chauffeur over het pad. Als van de andere kant een bus aan komt rijden moet hij even achteruit steken omdat onvoldoende ruimte is om elkaar te passeren. Bij een klein dorpje slaat hij rechtsaf. Hier wordt het pad nog slechter. Ik stuiter achterin heen en weer. Er is geen steun beschikbaar om mij vast te houden. De weg wordt slechter en slechter en voorzichtig rijdt de chauffeur de Jeep over de hobbelige weg. Ik verbaas mij er over dat je hier überhaupt met een wagen kunt rijden. Er was mij verlelt dat de wandeling van vandaag tweeënhalf uur zou duren. Het blijkt echter maar een uurtje te zijn. Waarschijnlijk komt dit omdat de Jeep zo ver door rijdt. Als je eerder stopt, moet je verder over de weg lopen.
Na ruim anderhalf uur stop de Jeep onderaan de vulkaan. Ik zie de bergreus voor mij liggen. Een dikke wolk vulkanisch gas komt uit de krater. Miguel, mijn gids voor deze vulkaan, reikt mij een zaklamp uit. Ook deelt hij pakjes drinken uit en fruit. Daarna volg ik hem de berg op. Via het rotsachtige pad kom ik dichter en dichter bij de vulkaanrand. De ondergaande zon maakt het plaatje nog mooier. Samen met de omliggende vulkanen geeft dit een prachtig uitzicht. Miguel wijst mij een pad omhoog. Vanaf hier heb ik een mooi panorama van de vulkaan. De vulkaan is 1.060 meter hoog, maar doordat de krater asymmetrisch is, is de kraterrand aan de laagste kant ruim driehonderd meter lager. Ik klim het laatste stukje naar de rand. Ik hoor het sissende geluid van de vulkaan al klinken. Ik merk dat mijn spanning toe neemt. Als ik bij de rand ben, kijk ik in een diepe steile krater. Ik had niet verwacht dat de krater zo diep zou zijn. Zo'n honderdvijftig meter lager zie ik het oranje gekleurde lava oplichten. Wat een bijzonder gezicht. Miguel adviseert mij te gaan zitten of om te gaan liggen op de kraterrand. Het risico bestaat dat je bij het nemen van foto's de rand over het hoofd ziet.
Het valt mij nu pas op dat er nergens bordjes staan met waarschuwingen of hekjes. De vulkaan is duidelijk nog geen grote toeristische trekpleister. Dit is eigenlijk wel vreemd omdat het zo'n bijzonder schouwspel is om de lava te zien. Terwijl ik op mijn buik naar het pruttelende lava lig te kijken, wordt het langzaam donker. Hierdoor zie ik de lava steeds beter. Als het helemaal donker is en ook te donker om nog foto's te maken, pak ik mijn broodje uit mijn rugzak. Op de kraterrand, in het donker en met zicht op het lava eet ik mijn avondmaaltijd. Waarschijnlijk is dit de meest bijzondere eetbestemming van deze reis. Voor de terugweg doe ik de zaklantaarn aan. Het is volledig donker. Ik volg Miguel de helling af. Voorzichtig volg ik het zigzaggende pad naar benden. Zorgvuldig schijn ik met mijn zaklantaarn op de stenen voor mij. De chauffeur knippert met zijn autolichten om aan te geven waar hij staat. Het moet een grappig gezicht zijn om tien zaklantaarns de berghelling af te zien lopen. Veilig kom ik weer bij de Jeep. Ik stap weer achterin. Ik moet dezelfde weg weer terug. De weg lijkt nu nog wel hobbeliger dan op de heenweg. Ook is het warm met zoveel mensen in een wagen. Verschillende keren schuiven we met z'n allen naar voren als een hobbel genomen wordt. Rond negen uur, na twee uur rijden, word ik weer afgezet bij het hotel. Ik bedank Miguel, ik neem snel een douche en pak daarna een koud biertje.