Home > Madagascar > Madagascar het eiland van de Maki's > Reisverslag dag 5
14 oktober - 7 november 2014 (25 dagen)
Ik stap om acht uur in de bus om naar Lac du Tritriva te gaan. Een kratermeer ongeveer dertig kilometer voorbij Antsirabe. De laatste tien kilometer gaat over een zanderige hobbelweg. Tegemoetkomend rijdt er ook zwaar vrachtverkeer over deze stoffige weg. Dikke stofwolken trekken over de weg en huisjes langs de route. De weg loopt geleidelijk omhoog. Voorzichtig rijdt Faly de bus naar het kratermeer. Als ik na anderhalf uur de laatste bocht om kom, staat een grote groep verkopertjes klaar met handelswaar in de hoop iets te kunnen verkopen. Als ze er achter komen dat de bus niet stopt bij de toegangspoort, rennen ze snel de heuvel op naar het parkeerterrein. Ik schat meer dan vijftig verkopers. Ik kan mij niet voorstellen dat zij hier veel verkopen. Zoals te verwachten word ik bedolven als ik de bus uit stap. Zony, mijn lokale gids hier, houdt ze bij mij vandaan. 'Later, later', roepen ze, wetende dat ik de bus ook weer in moet. Ik loop door naar de kraterrand.
Vanaf hier heb ik een prachtig uitzicht over het Tritriva kratermeer. Ik zie de steile rotsen aan de overzijde weerspiegelen in het turquoise water. Zony legt uit dat het meer ontstaan is bij een vulkaanuitbarsting en zo'n 160 meter diep is. De vulkaan is niet meer actief. De rotsen aan de overzijde rijzen tot dertig meter hoog uit het water. Ik loop via het wandelpad voorzichtig naar beneden. Door de losse steentjes is het goed opletten om niet weg te glijden. Via de andere zijde van het meer loop ik weer terug naar de bus. Op de terugweg naar Antsirabe wandel ik een stukje langs de weg. Het is leuk om het landschap en het leven langs de route van dichtbij te bekijken. Verderop pikt de bus mij weer op om verder te rijden naar Antsirabe. Na de lunch ga ik Antsirabe zelf in. Ik bezoek eerst de kathedraal. Binnen wordt de kerk net schoongemaakt. Het blijkt dat ze dit iedere zaterdag doen voor de mis op zondag. Iets verder langs de hoofdweg loop ik de Antsenakely market (Petit marché) in. In de verschillende kraampjes zijn mensen aan het eten. Ook hangt het vlees klaar en ligt het fruit netjes op stapeltjes. Het ziet er echter rommelig en niet al te netjes uit. Ook hangt er een indringende stinkende lucht. Ik ga de markt weer uit. Bij een tweede kerk zie ik het hek open staan. Ik loop naar de open deur. Als ik de kerk aan de zijkant binnen loop, blijkt er een mis bezig te zijn. Snel draai ik om. Aan een begrafenis handkar buiten te zien vermoed ik dat ik net een begrafenis ceremonie binnen gelopen ben. Ik voel me hier een beetje bezwaard over. Ik loop verder naar de Asabotsy market. Een grote open lucht markt die veel weg heeft van een Arabisch souq. Talrijke poussee-poussee rijders (loop-taxi's) willen mij met hun karretjes vervoeren. Ik sla ze af. De ingang van de markt kan mij niet ontgaan. Ik volg gewoon de menigte. Ik loop de markt in en zie direct een bonte verzameling van allerlei kraampjes met van alles en nog wat. Ik deins even terug voor de lucht tussen de gedroogde vis. Je zou hier maar de hele dag tussen moeten staan. Ik zeg iedereen vriendelijk gedag met 'Bonjour' en 'Salama'. Als ik weer buiten de markt kom, word ik direct aangesproken door poussee-poussee rijders. Ik besluit mij door één van hen terug te laten brengen naar het centrum. Door de telwoorden in de Lonely Planet aan te wijzen, kom ik uit de onderhandelingen.
Ik neem plaats in het karretje en een tenger mannetje trekt mijn karretje. Nu pas zie ik dat hij op zijn blote voeten met het wagentje de helling af rent. Als de weg weer om hoog gaat heeft hij het duidelijk lastig met zijn zware last. Ik voel mij wat opgelaten. Ik ben blij als ik bij het postkantoor arriveer op de afgesproken plek. Ik besluit hem wat extra's te geven. Hopelijk houdt hij hierdoor iets over voor schoenen. Bij het luxe Hotel des Thermes ontmoet ik de medereisgenoten weer.
Gezamenlijk rijden we terug naar het onderkomen bij Madalief. Ik voel mij stoffig en neem snel een douche. 's Avonds staat er weer een traditionele Malagasy soep-maaltijd op het menu. Rémy, de oprichtster van de stichting Madalief, licht de maaltijd toe. Ook geeft ze uitleg over de stichting. De laatste twaalf jaar heeft zij weeskinderen opgevangen en probeert zij met de stichting werk te creëren voor de oudere kinderen. Ook probeert de stichting lokale scholen te ondersteunen en het schoolgeld van arme kinderen te betalen. Met behulp van de inkomsten van onder andere de overnachtingen hier, kan de stichting deze doelstelling vervullen.