Home > Italië > Noord Italië en San Marino > Reisverslag dag 17
24 juni - 13 juli 2022 (20 dagen)
Om iets over half negen wordt er zachtjes op de deur geklopt. We twijfel of het bij ons is. We hadden om half negen afgesproken voor het ontbijt, maar we zijn iets later. In het halletje staat het ontbijt al gereed. De koffie is ook al ingeschonken. Snel schuiven we aan. De andere Duitse gasten in de kamer naast ons zijn al vertrokken. Na het ontbijt nemen wij in gebrekkig Engels en gebrekkig Italiaans afscheid van de gastvrouw. We rijden Verona uit en rijden de tolweg op in noordelijke richting. We rijden vandaag richting de Dolomieten. Het bergmassief tegen de grens met Oostenrijk aan. Dit weekend is voor veel vakantiegangers de vakantie begonnen. Traditioneel zijn de wegen rond de Alpen overvol op de zaterdagen. Een deel van het verkeer dat nu op de weg rijdt, mijdt de weekenddrukte. Hierdoor is het voor ons nu ook relatief druk. Af en toe stremt het verkeer met een korte file. Echte aanleidingen zijn er niet. Bij Castelletto verlaten we de snelweg. Dit is ongeveer halverwege onze route naar de Dolomieten. We volgen de borden naar het Molveno bergmeer. Dit meer is vaak uitgeroepen tot het schoonste meer van de Dolomieten. Om er te komen draaien we via scherpe bochten over een afstand van ongeveer twintig kilometers de bergen in. Onderweg passeren we verschillende bergdorpjes. Door het mooie weer is het overal gezellig druk op straat. Veel parkeerterreinen lijken vol. Hoe zou dit in Molveno zijn? Rond het middaguur zien we het op 800 meter hoge bergmeer liggen. Het Molveno meer ligt er mooi bij. We sluiten aan in de rij auto’s om het dorpje Molveno in te rijden. Verkeersregelaars wijzen naar een groot parkeerterrein bij de camping. Het verharde gedeelte van het parkeerterrein is al vol, maar we kunnen, samen met honderden andere auto’s, in het gras parkeren. Met witte kalkstrepen zijn vakken op het gras aangegeven. Veel dagjesmensen komen om aan het meer te recreëren. In het gras en op het kiezelstenen strand liggen mensen te zonnen. Kinderen spelen in het water. Wij wandelen langs de waterlijn. Wij hebben ons voorgenomen om een rondje om het Molveno meer te lopen. Een wandeling van maar liefst tien kilometer. Direct buiten het dorpje wordt het al snel een stuk rustiger op het wandelpad. Zon aanbiddende dagjesmensen komen hier niet. Het licht glooiende pas volgt de oevers van het meer.
In een uitloper van het meer komen we bij een oude Romeinse brug. Hierna gaat het pad tussen de bomen flink omhoog. Het meer zien we even niet meer. In deze omgeving liggen verschillende forten. Deze strategische plek was al in de tijd van Napoleon en de eerste en tweede Wereldoorlog een belangrijke vesting. Wanneer de route weer bij het meer komt, denken we de verste punt gerond te hebben. Niets is minder waar, we zijn pas enkele kilometers onderweg. Bordjes geven onderweg de afstand aan. Door de uitloper bij de brug, hebben we ons vergist. Hierdoor hebben we langer zicht op het prachtige meer. Vooral als de zon op het meer schijnt, krijgt het water een groene gloed. Het meer is drieduizend jaar geleden ontstaan bij een flinke landverschuiving. De uitloop raakte verstopt. Naar het schijnt staan in het meer nog restanten van oude bomen die plotsklaps onder water kwamen te staan. Na een kleine drie uur lopen zijn we weer in Molveno. Op een terras bestellen we een broodje en iets te drinken. We zetten koers naar onze overnachting. Hiervoor moeten we dezelfde weg weer terug rijden de bergen uit. We komen weer bij de tolweg. Zestig kilometer noordelijker verlaten we opnieuw de snelweg en rijden hier de bergen in. Precies om vijf uur parkeren we de auto voor het Gasthof Mittermühl in Funes. In het café wordt gekaard. Een wat oudere vrouw legt haar kaarten neer en heet ons welkom. In het Duits. In deze regio spreekt iedereen Duits, legt ze uit. Italiaans leren we alleen op school. De bergen, het gasthof en de taal, alles straalt hier Oostenrijks uit, terwijl we toch nog echt in Italië verblijven. We bestellen een drankje en nuttigen dit op het buitenterras. We krijgen ook alvast de menukaart. Het lijkt er niet op dat hier in de omgeving veel restaurants zijn. Eten in het gasthof is misschien de beste optie. We geven onze voorkeur alvast door voor later. Wanneer we ’s avonds het restaurant binnen lopen, zijn praktisch alle tafels bezet. Hetzelfde vrouwtje die ons vanmiddag hielp, snelt met de borden van tafel naar tafel. Ook komt ze met onze schnitzels aangelopen. Een prima keuze. Na het eten trekken we ons terug op de kamer. We bereiden ons voor op de bergwandeling van morgen. Dan gaan we de Dolomieten in.