Home > Thailand > Rondreis Indochina > Reisverslag dag 3
12 febr - 8 maart 2008 (26 dagen)
De wekker loopt vroeg af. Ik heb vannacht prima geslapen. We vertrekken vandaag al om half acht. We rijden Chiang Mai uit richting het noord-oosten. Het gebied van de Gouden Driehoek. Vroeger stond dit gebied bekend om de opiumteelt en smokkel. Onderweg stoppen we in een klein dorpje rond warmwaterbronnen. Het borrelende water trekt veel toeristen en toeristen trekken verkopers. In overdekte hallen proberen talloze lieden hun koopwaar aan de man te brengen. De jongen voor het toilet en de verkoper van koffie, zijn verreweg het meest succesvol. Veel meer is er ook eigenlijk niet te beleven. Zodra iedereen de koffie op heeft, rijden we weer verder. De volgende stop is het dorpje Howay Nkokum.
Hier leeft de H'mong bergstam. Het dorp reageert direct op onze komst. Stalletjes worden snel ingericht en oude vrouwen kleden zich snel om in de traditionele kleding. Voor tien Bath mag er een foto gemaakt worden. Het “10 Bath” is behoorlijk doorgedrongen. Een jongetje roept het tegen iedere fotograaf. Als het niet lukt, draait hij zich om en roept snel “10 Bath” tegen iemand die net het toilet uit komt. Hier heeft hij meer succes. Het is jammer dat het dorpje zijn traditionele uitstraling door de commercie heeft verloren. Ik realiseer me echter terdege dat dit juist ontstaat door het bezoek van (teveel) toeristen. Geef de mensen eens ongelijk. Via Chiang Ria rijden we door naar de Gouden Driehoek. Het drielandenpunt van Myanmar, Laos en Thailand. De rivieren de Mekong en de Ruak komen hier bij elkaar. Het dorpje Sop Ruak ligt precies bij de Gouden Driehoek.
Hier lunchen we met een lunchbuffet. Daarna rijden we naar het uitkijkpunt bij de Wat Phra That Phu Khao tempel. Vanaf hier heb je uitzicht over de drie landen tegelijk. We wandelen via de tempel naar beneden. Perry vertelt ondertussen het nodige over het Boeddhisme. Terug in Sop Ruak bezoeken we het opium museum. Opium was vroeger de voornaamste inkomstenbron. De teelt van opium is echter in 1959 verboden. De laatste jaren is de overheid er goed in geslaagd om ook de illegale teelt te voorkomen. In het museum wordt de papaja plant getoond, verschillende opiumpijpen en weegattributen. Tenslotte wandelen we naar de kade. Hier is alles gericht op de toeristen. Een groot kunstmatig schip met een enorme gouden boeddha op het dek trekt de aandacht. Via een rijk versierde olifantenpoort kom je op het schip. Op ludieke wijze kun je overal geld offeren. Zo kun je muntjes laten rollen naar Boeddha over een twintig meter lange glijbaan. Ondertussen lacht boeddha bij iedere inworp. Ook lopen veel kinderen rond in traditionele kleding, die voor geld graag op de foto willen. Je zou bijna vergeten dat het eigenlijk om het drielandenpunt gaat. We verlaten het pretpark en rijden langs de Mekong door naar Chiang Khong, de overnachtingplaats. We overnachten in een leuk houten guesthouse met uitzicht over de rivier. Aan de overzijde ligt Laos. Het hele huis is van teak hout en staat strak in de lak. We worden dan ook gevraagd om onze schoenen uit te doen.Als we net binnen zijn, begint het te spetteren buiten. Op de overdekte veranda drinken we een biertje. Langzaam valt de schemer in.