Home > IJsland > Vulkanen, gletsjers en watervallen > Reisverslag dag 8
1 - 13 augustus 2021 (13 dagen)
Wanneer we de rolgordijnen in de woonkamer omhoog doen, zien we dat de regen plaats gemaakt heeft voor de zon. De bergen die gisteren nog door wolken omhuld waren, steken vanochtend mooi af tegen de blauwe lucht. Het is nog net te fris om buiten op de veranda te ontbijten. We eten binnen. Na het ontbijt pakken we de spullen in en gaan weer op pad. We volgen de kustlijn langs de fjorden. Soms slaat het zeewater tegen de grillige rotsformaties. Op andere plaatsen, met name in de fjordinhammen, weerspiegelen de bergen in het rimpelloze water. Het is een prachtige omgeving. Bij iedere bocht in de weg lijkt het uitzicht anders en mooier. Bij een zwart kiezelstrand stoppen we even. Een enorm rotsblok staat eenzaam midden op het strand. Na een uurtje rijden passeren we Höfn (spreek uit als Hup). We passeren ook het hotel waar we vanavond zullen slapen. Oorspronkelijk zat een hotel verderop bij de gletsjers in de rondreis, maar dit hotel was bij onze boeking al vol. Voor het alternatieve hotel moeten we vanavond een stuk terugrijden. Direct na Höfn zien we de uitlopers van de Vatnajökull gletsjer. Verschillende gletsjertongen lopen naar beneden.
Wat een indrukwekkende ijsmassa. Op de top van de gletsjer moet dit nog veel massaler zijn. Niet voor niets is dit de grootste gletsjer van het land. Rond elf uur komen we aan bij Fjallsárlón. Een gletsjermeer aan de voet van de gletsjertong Fjallsjökull. De afgebroken ijsschotsen van de gletsjer drijven in het meer. Dit geeft een waanzinnig mooi beeld. Via een riviertje stroomt het water uit het meer naar zee. Veel ijsschotsen zijn te groot. Pas als ze voldoende gesmolten zijn drijven ze met de stroom mee naar zee. Vanaf het Fjallsárlón meer loopt een trail naar het Breiðárlón meer. Dit onbekendere meer is ontstaan doordat de smeltende gletsjer zich terugtrok. We wandelen ernaartoe. Het pad loopt over de rotsen en keien die door de gletsjer achter gelaten zijn. Na een klein uurtje lopen blijkt dat we nog niet op de helft zijn. We besluiten niet verder te lopen. We zoeken een mooie plek uit en pakken onze lunch uit de rugzak.
Een heerlijke lunch in een mooie omgeving. Nergens is iemand te zien. Na de lunch lopen we het pad weer terug naar de parkeerplaats bij Fjallsárlón. Enkele kilometers verder ligt het grotere en meer bekendere ijsschotsenmeer: Jökulsárlán. We rijden eerst naar het strandje waar het water uit het meer de zee in stroomt. Ook hier moeten de gletsjerbrokken door een ondiepe doorgang. Wanneer de ijsschotsen ver genoeg gesmolten zijn, drijven ze naar zee. De golfslag op zee duwt veel ijsschotsen daarna het zwarte kiezelstrand op. Grote ijsblokken liggen in de branding. Een bizar gezicht. In het Jökulsárlón meer drijven talrijke schotsen tot ze ver genoeg gesmolten zijn om naar zee te kunnen. Sommige brokken zijn groter dan een huis. Het is nauwelijks voor te stellen dat van deze ijsschotsen maar een tiende boven water zichtbaar is. Het heldere water van het meer is ideaal voor vis. We zien enkele zeehonden door de baai zwemmen op zoek naar voedsel. Het is nog steeds prachtig weer. De blauwe kleur van het ijs weerspiegelt in het water. In de namiddag melden we ons voor een boottocht. We maken een tocht met een amfibievoertuig.
Op het land stappen we in, waarna het vaartuig het water in rijdt. Het zijn oude voertuigen van het Amerikaanse leger, wordt uitgelegd aan boord. De boot vaart tussen de enorme ijsschotsen door. De gletsjer ligt nog op acht kilometer afstand, wordt verteld. Ik had dit veel dichterbij ingeschat. Wat een vertekenend beeld. Vanaf het water is het Jökulsárlón meer nog indrukwekkender. Wat is dit prachtig. Na veertig minuten rijdt de boot het land weer op. Wij keren terug naar onze auto. We moeten nog terug naar ons hotel in Höfn. Een rit van bijna een uur. Het uitzicht op de talrijke gletsjers doet dat snel vergeten. Het plaatsje Höfn is een vissersplaatsje. In het centrum tanken we de auto vol en doen boodschappen. Ook kijken we alvast voor een restaurantje voor vanavond. We zien twee à drie opties. Vervolgens rijden we naar het Arnanes Country hotel, enkele kilometers buiten Höfn. Bij de receptie worden we direct herkend als Nederlanders. Wat leuk, zegt de eigenaresse in het Nederlands. Zij is vier jaar geleden hier komen wonen en runt samen met haar IJslandse vriend het hotel. De kamer heeft gedeeld sanitair. Iets dat vrij gebruikelijk is op IJsland. Gelukkig voor ons is dit alleen bij dit onderkomen het geval. ‘s Avonds gaan we nog één keer richting Höfn om te eten.