Home > IJsland > Vulkanen, gletsjers en watervallen > Reisverslag dag 6
1 - 13 augustus 2021 (13 dagen)
De band van de auto staat er halfleeg bij. Hiermee gaan we vandaag niet in Egilsstaðir komen. We gaan terug naar de garage waar we gistermiddag ook waren. Gelukkig wordt direct tijd vrijgemaakt. Er blijkt een spijker in de band te zitten. De band wordt gerepareerd en weer onder de auto gemonteerd. We kunnen op weg. Via de noordzijde van het Tjörnes schiereiland, waar Húsavik aan ligt, rijden we naar de Dettifoss waterval. Bij de Mánárbakki camping komen we bij het meest noordelijkste puntje van onze reis. We zijn nog maar 25 kilometer van de poolcirkel verwijderd. Het vaste land van IJsland raakt de poolcirkel net niet. Het IJslandse eiland Grímsey wel. Verderop slaan we af naar de Dettifoss. De laatste vijfentwintig kilometer gaan over een onverharde weg. Je kunt de waterval zowel van de west- als oostzijde bezoeken. Zonder er echt over nagedacht te hebben wat de beste zijde is, komen we uit bij een parkeerterrein aan de oostzijde van de waterval. Al vanaf het parkeerterrein kijken we in de diepe vallei van de Jökulsá rivier. Via een pad lopen we de vallei in. Het overweldigende geluid van de Dettifoss waterval is hoorbaar. Vanaf de rand zien we de indrukwekkende waterval. De Dettifoss is de grootste waterval qua waterverplaatsing van Europa. Het water valt over een breedte van honderd meter, zo’n veertig meter omlaag. Het is bijzonder om deze enorme watermassa te zien. We kunnen aan de oostzijde van de waterval tot vlakbij de waterval komen. Aan de westzijde kunnen mensen vanaf een platform naar de waterval kijken.
Ook hier zijn paadjes naar beneden. Waarschijnlijk is het zicht vanuit beide kanten even mooi. Vanaf de Dettifoss loopt een wandelpad over de rotsen naar een tweede waterval: de Selfoss. De Selfoss ligt 1.400 meter stroomopwaarts. Het pad loopt weliswaar over grote rotsblokken, maar is prima te bewandelen. Al snel zien we de Selfoss voor ons opdoemen. Al het water dat later de Dettifoss afgaat, moet eerst de Selfoss passeren.
Ook hier een indrukwekkende muur van vallend water. Vanaf de rand van de rotsen is het uitzicht spectaculair. Het opspattende water vormt een regenboog in het zonlicht. Via hetzelfde pad keren we terug naar het parkeerterrein. Om weer terug te keren naar de ringweg, de 1, moeten we de gravelroad nog dertig kilometer volgen. In tegenstelling tot het eerste stuk vanmorgen, is dit gedeelte veel slechter. Overdwars heeft zich een wasbord ribbel structuur gevormd. Alles in de auto trilt. Omdat de meeste toeristen deze route nemen om de oostzijde van de waterval te bereiken is het ook een stuk drukker op deze route. Voorzichtig rijden we verder. Na een half uurtje bereiken we gelukkig weer de asfaltweg. Hiervandaan zetten we koers richting Egilsstaðir. Een route door een verlaten landschap. Er staan nauwelijks huizen en dorpjes zijn er al helemaal niet. Het landschap heeft iets weg van een woestijnlandschap. Glooiende kale rotsachtige heuvels. Door de kleuren van de rotsen is het een genot om hierdoorheen te rijden. Voor een lunchstop vinden we het te kaal. We rijden nog even door. Dit blijkt een goede keuze. Bij een brug over een riviertje vinden we een leuke plek. Een picknicktafel aan de rand van de vallei. Een IJslandse familie, die langskomt, vertelt dat dit vroeger een wild stromende rivier was, maar sinds de stuwdam stroomopwaarts, is er een klein stroompje overgebleven. Wij slaan af richting Borgarfjörður Eystri, een plaatsje met 100 inwoners aan de noordoostelijke fjordenkust. Als snel gaat de weg over in een onverharde gravelroad. We passeren Lagarfoss. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden is het geen waterval, maar een kleine stuwdam. De waterval is al in de jaren zeventig afgedamd. We rijden de ‘Door Mountains’ in. Een spectaculaire weg draait met haarspeldbochten de bergen in. We maken snel hoogte. Achter ons kijken we uit op een enorme vlakte en de zee. Een indrukwekkend uitzicht. Aan de andere kant daalt de weg met scherpe bochten weer af tot zeeniveau. We rijden het kleine plaatsje Borgarfjörður Eystri binnen aan de gelijknamige fjord. Dit dorpje wordt ook wel de Elfenhoofdstad van IJsland genoemd. Veel inwoners van IJsland geloven in het bestaan van elfen. Veel mensen vragen de elfen om raad of hulp. Niet voor niets staat in het dorp Álfaborg, de elfenheuvel. Voor de heuvel staat een klein houten kerkje. Binnen is het knus. Boven het altaar hangt een schilderij waarop Jezus gekruisigd wordt op de Álfaborg. Het haventje van Borgarfjörður ligt enkele kilometers verderop. Op de rotsen voor de kust komen jaarlijks veel papagaaiduikers hun nesten maken. Rond de rots zijn enkele platforms gemaakt, zodat de vogels van dichtbij bekeken kunnen worden. Het broedseizoen van de papagaaiduikers loopt tot midden augustus.
Het is maar de vraag of er nog vogels aanwezig zijn. We parkeren de auto en lopen naar de rots. We zien andere mensen fotograferen. Er blijken enkele papagaaiduikers op de rotsen te zitten. Wat een grappige beestjes. Ze vliegen uit om eten te zoeken voor hun jongen. Ze lijken zich niets van ons aan te trekken. Aan het einde van de middag rijden we naar Egilsstaðir. We volgen een klein stukje dezelfde route terug over de bergpas en rijden daarna over een onverharde weg naar Egilsstaðir. Egilsstaðir is de grootste stad in het oosten van IJsland. Het vormt een regiofunctie. Voor ons een mooie plek om te tanken en om boodschappen te doen voor morgen. Tegenover de supermarkt zit een bar and bistro. Dit lijkt een mooie locatie om te eten. Zoveel meer mogelijkheden zijn er niet in Egilsstaðir. Tot onze verrassing heeft de bistro een zeer uitgebreide menukaart. Volop keuze dus. Ondertussen loopt het restaurant behoorlijk vol. Goed dat we op tijd waren. Na het eten rijden we naar het hotel. Het hotel ligt net iets buiten Egilsstaðir. Net voordat wij aankomen, is een touringcar met Franse toeristen aangekomen. De receptionist verontschuldigt zich en vraagt even geduld. Nadat hij de groep afgehandeld heeft, helpt hij ons aan onze sleutel. Hij loopt hoogstpersoonlijk mee naar de kamer om de deur te openen. Een prima hotel.